Schuyer – Minder kamerleden
Lees hier het pdf van dit artikel.
Het kabinet heeft overeenkomstig de afspraak in het regeerakkoord een wetsontwerp ingediend dat de verlaging van het aantal Eerste en Tweede Kamerleden regelt. Aangezien dit wetsontwerp alleen via een grondwetswijziging realiteit kan worden, behoeft men geen helderziende te zijn om te beseffen dat het de eindstreep niet zal halen, zoals de CDA’er Jan Schinkelshoek het formuleerde. De argumentatie bij het wetsontwerp (de trap van bovenaf schoonvegen!) is van dien aard, dat een serieus politicus er ook nauwelijks tijd aan zal besteden. En dat is toch te betreuren.
Uit elke peiling blijkt dat een zeer grote meerderheid – soms wel van 80% - van de bevolking wel wat ziet in het verminderen van het aantal Kamerleden. Als dit wetsontwerp alleen maar wordt afgeschoten zonder er serieus bij stil te staan dan is dat weer een gegeven dat de kloof tussen de politiek en de burgers zal verbreden. Niet te ontkennen valt immers dat er door de komst van een vierde bestuurslaag –Europa – en door een constante uitbreiding van gemeentelijke en regionale taken de positie van het parlement ter discussie staat en daar hoort de omvang van dat parlement bij betrokken te worden.
D66 zou er verstandig aan doen om de discussie niet uit de weg te gaan. Bijvoorbeeld door de discussie uit te breiden met de vraag of het niet hoogst noodzakelijk is de positie van het parlement te versterken. Een kleiner parlement zou bespreekbaar kunnen, en naar mijn mening moeten zijn, als dat gepaard gaat met een gelijktijdige uitbreiding van de ondersteuning van dat parlement. Hetgeen tot een duidelijk democratische versterking kan leiden. Als het geld dat bespaard wordt door het voorstel van vermindering van het aantal Kamerleden wordt ingezet voor versterking van de ondersteuning van dat parlement, dan lijkt me dat een bespreekbaar voorstel. Natuurlijk moet die versterking er komen voor het gehele parlement en niet per fractie. Versnippering werkt contra productief.
Als die versterking er is dan kan er permanent onderzoek komen naar de effecten van wetgeving. Wat er wordt onderzocht is dan een kwestie van het vinden van een parlementaire meerderheid voor een voorstel. De ervaring met parlementair onderzoek en parlementaire enquêtes laten een aantal dingen duidelijk zien. Ten eerste leidt het tot grote aandacht van de media en het publiek. Ten tweede leidt het met regelmaat tot aanpassing van beleid. Er worden lessen getrokken uit fouten. Een permanente situatie waarbij het parlement onderzoek doet naar gevolgen van beleid zal er ook toe leiden dat het niet meer gaat over welk poppetje moet aftreden maar over hoe we het beleid beter tot uitvoering kunnen brengen.
Het is hoog tijd dat het parlement wordt versterkt ten opzichte van het grote ambtelijke apparaat dat de regering ter beschikking staat. Als de discussie over de omvang van het parlement op deze manier gevoerd zou worden, is er reden om ook het aantal parlementsleden in discussie te brengen. Naar mijn mening is een goed toegerust parlement van 100 Tweede Kamerleden en 50 Eerste Kamerleden dan te verkiezen boven een parlement waarbij er wel meer Kamerleden zijn maar de mogelijkheden om de regering te controleren op vitale aspecten in feite vrijwel onmogelijk is.
Eddy Schuyer
Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.
--
Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2011: De politiek van het eten en is te vinden bij het onderwerp Nederlandse politiek.