Risico-averse overheid

Steeds vaker maken ministeries, uitvoeringsorganisaties en toezichthouders van de overheid beleid om individueel gedrag te beïnvloeden, te sturen en te veranderen. Van een rookverbod tot een app-verbod op de fiets, het ontmoedigen van vet eten tot nudging, duwtjes in de rug om mensen tot 'gewenst gedrag' te verleiden. Enerzijds wordt beargumenteerd dat maatschappelijke kosten - bijvoorbeeld van de zorg - moeten worden teruggedrongen. Ook wordt een beroep gedaan op vermeende meerderheidsopvattingen: iedereen wil toch gezond en veilig leven? Aan de andere kant wordt ook een beroep gedaan op de gedragswetenschappen: mensen zouden zich vaak niet bewust zijn van hun gedrag. Veel van wat ze doen zou gebeuren op de automatische piloot of wordt ingegeven door hun driften en emoties. Mensen zouden niet rationeel zijn, maar juist sterk beïnvloedbaar. Met de juiste middelen kunnen ze 'betere' keuzes maken, vrijer leven en minder schade veroorzaken voor anderen. Want hoe aannemelijk het ook klinkt, gedragsbeïnvloeding via beleid werpt fundamentele en klassieke politieke vragen op. Tegen deze achtergrond  stelt de Van Mierlo Stichting de vraag centraal waar de grenzen van overheidsbeleid liggen als het gaat om het beïnvloeden of sturen van individueel gedrag. Aanverwant raken we aan andere dilemma's. Zo gaat het vaak over wenselijk gedrag, maar wat is precies wenselijk en wie bepaalt dat? Iedereen wil gezond zijn en niemand wil een onveilige publieke ruimte leven. Maar zijn die wensen altijd verenigbaar met keuzevrijheid? Is er ook een recht om ongezond en gevaarlijk te leven, om af te wijken van de norm? Wat is de rol van de overheid en wanneer wordt haar beleid betuttelend? Wanneer ontaardt de pretentie van het willen vergroten van de keuzevrijheid van individuen in paternalisme, dwang en risico-aversie? Contactpersoon: Daniël Boomsma Eerdere publicaties over dit thema: