Postbus66 – (G)een wereld zonder grenzen?

Lees hier het pdf van dit artikel. Europa is ons binnenland, en de rest van de wereld onze achtertuin. Het idee dat we in een geglobaliseerde wereld zonder grenzen wonen, is wijdverbreid. Onterecht, meent econoom Pankaj Ghemawat. Hij sprak op 18 december jl. de Marchantlezing uit in de Geertekerk in Utrecht. ‘Globalisering is een keuze’. Door Annemarie Bijloos Globalisering wordt door velen afgedaan als een tot in den treure besproken onderwerp. De onder­linge verbondenheid tussen verschillende landen wordt veelal gezien als een niet te stuiten kracht die geografische grenzen, ruimtelijke en tijdelijke afstanden, en nationale identiteiten met alle daar­bij behorende lokale culturele verschillen uiteindelijk volledig zal doen vervagen. Sommigen presenteren globalisering zelfs als een feit, een zich inmiddels voltrokken beweging. Zij die deze mening erop nahouden, stellen dat we nu in een volledig ‘platte’ wereld leven, waarin de grenzen van de natiestaat betekenisloos zijn geworden en we allemaal burgers zijn van een globale samenleving. Econoom en hoogleraar aan de IESE Business School te Barcelona, Pankaj Ghemawat,1 meent echter dat het concept van globalisering door de meesten niet goed begrepen wordt. Hij stelt dat we het niveau van extreme onderlinge verwe­venheid, misschien al wel van volledige versmel­ting, zoals de gangbare uitleg van globalisering dicteert, nog lang niet hebben bereikt. Ghemawat baseert zijn stelling, uitgewerkt in zijn boek World 3.0. Global prosperity and how to achieve it, op talloze door hem uitgevoerde onderzoeken en metingen. De kracht van zijn verhaal schuilt in het overweldigende bewijs dat hij levert in de vorm van tabellen, grafieken en tot de verbeelding sprekende animaties. Vertrekpunt is dat iedereen het recht heeft om er zijn eigen mening op na te houden, maar niemand zijn eigen feiten mag bedenken. En de feiten vertellen ons dat we nog lang niet zo onderling verbonden zijn als we geneigd zijn te denken: zo zijn slechts 2% van de telefoongesprekken internationaal, is een luttele 3% van de wereldbevolking geïmmigreerd, en is de economie van de meeste landen voorals­nog gericht op de binnenlandse markt en die van buurlanden. Zelfs in de informatietechnolo­gie, een gebied waar de potentie voor onderlinge connectiviteit het grootst is, zijn de daadwerke­lijke niveaus van verbondenheid niet zo hoog als men zou verwachten. Zo zijn maar 11 tot 12% van onze Facebook-vrienden geen landgenoten. Deze cijfers zijn beduidend lager dan wanneer grenzen er daadwerkelijk niet toe zouden doen. Globaloney vs. de feiten Hoewel Ghemawat het verschil zelf niet aanhaalt, past het wel meer gemaakte onderscheid tussen internationalisering en globalisering bij zijn bevindingen. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze verschillen fundamen­teel. Globalisering is de trend naar een grenze­loze, globale samenleving waaruit elke nationale identiteit verdwenen is. Internationalisering is het openstellen van de landsgrenzen voor on­derling verkeer van goederen, diensten, ideeën en mensen. Maar ook al zijn de grenzen open in een geïnternationaliseerde wereld, ze doen er nog wel degelijk toe. Naast transnationaal opererende bedrijven en supranationale organisaties hebben ook natiestaten macht en invloed. In lijn van Ghemawat’s verhaal zou men kunnen stellen dat, in tegenstelling tot internationalisering, globalisering nog beperkt is. We overdrijven de mate van globalisering dus sterk, een neiging die Ghemawat globaloney noemt. Volgens Ghemawat is globaloney onder andere te wijten aan het feit dat de discussie lijdt aan een wezenlijk gebrek aan data. Zo staan er in het meest verkochte boek over globalisering, The World is Flat van Thomas Friedman, geen fei­ten of cijfers. Een andere reden die Ghemawat aandraagt, is de emotionele aanleg van mensen om te geloven in het bestaan van wat zij het liefst willen of het meest vrezen. Daarom onderschrij­ven zowel de voor- als tegenstanders van de glo­baliseringstrend de realiteit ervan. En nu de feitelijkheid van globalisering, ten onrechte, als algemene kennis aanvaard wordt, is er ook een sociale druk deze te onderkennen. Bevraag je haar immers, dan heb je wellicht de moderne tijdsgeest niet goed begrepen. Onvoltooide globalisering Als we de feiten laten spreken, moeten we met Ghemawat concluderen dat we hooguit in een semi-geglobaliseerde wereld leven. En dit biedt grote mogelijkheden voor de politiek. Want als globalisering nog geen reëel gegeven is, dan is er nog ruimte om de positieve gevolgen ervan te ver­wezenlijken en de negatieve effecten te beperken. Mits onderworpen aan de juiste regelgeving, kan globalisering leiden tot voorspoed en welvaart. Het besef dat er zowel binnen als buiten de Europese Unie nog nieuwe en groeiende markten zijn, biedt perspectief, vooral in tijden van crisis. Naast economische profijt noemt Ghemawat ook culturele, militaire en politieke voordelen. Zo kunnen mensen in een geïntegreerde wereld elkaar bijvoorbeeld inspireren, verrijken en van elkaar leren. Culturele identiteiten verdwijnen niet per se door onderlinge kruisbestuiving. Een van de vele onderzoeken van Ghemawat laat zien dat de tendens van globalisering voor 50 of zelfs 60% uit regionalisering bestaat. Er is dus een wisselwerking tussen openheid voor het andere en aandacht voor het eigene. Een militair voordeel van verdere integratie is dat landen steeds meer baat hebben bij een vreedzame en coöperatieve samenwerking. De Europese Unie is natuurlijk het schoolvoorbeeld van een geslaagde poging de belangen van verschillende landen zo sterk te integreren dat oorlog materieel vrijwel onmo­gelijk is geworden. En op politiek vlak kunnen landen veel meer gedaan krijgen als ze niet volledig geïsoleerd handelen, maar capaciteiten, eigenschappen, kennis en grondstoffen met elkaar uitwisselen. Ghemawat stelt dat hiervoor geen radicale open­heid nodig is, zoals vaak wordt beweerd. Een frac­tie meer integratie zal veel van deze voordelen dichterbij brengen. Het grootste mogelijke nadeel van globalisering – de concentratie van inkomen, rijkdom en macht en dus het groter wordende kloof tussen rijk en arm – kan worden beperkt als we nu adequaat handelen. Een ander vaak genoemd nadeel van economische globalisering is ecologisch van aard. Het zou de druk op het milieu exponentieel heb­ben vergroot en antropogene klimaatverandering veroorzaken. Nu stelt Ghemawat dat de directe en indirecte effecten van globalisering op het milieu en het klimaat minder uitgesproken zijn dan doorgaans wordt verondersteld. Dit betekent niet dat we de globaliseringstendens moet nege­ren in de zoektocht naar oplossingen voor milieu-en klimaatproblematiek. Maar wellicht moeten we in deze context eerder naar lokale oplossingen zoeken dan een globale aanpak nastreven. Wereld 3.0 Ghemawat’s belangrijkste boodschap is dat globalisering geen onstuitbare, zelfwerkzame kracht is. De DHL Global Connectedness Index, opgesteld onder zijn leiding, laat zien dat de wereld nu minder onderling verbonden is dan voor de economische crisis. De tendens van onderlinge verbondenheid kan dus zowel heen als terug gaan. We stevenen niet per definitie af op verdere inte­gratie. Dit betekent dat globalisering een keuze is. Zelf staat hij overigens niet zozeer een eendui­dige keuze voor, maar een herdefiniëring van het begrip globalisering, samengevat in de term wereld 3.0. De ingekaderde wereld 1.0 is een wereld van natiestaten waarin duidelijk getrokken gren­zen aangeven wie erbij hoort en wie niet. In een onderling verbonden wereld 2.0 zijn grenzen ver­vaagd door verregaande integratie. Ghemawat stelt dat we niet hoeven te kiezen tussen begren­zing of openheid, protectionisme of integratie, afbakening of verbondenheid, lokalisering of globalisering. Om het samenspel van deze verschil­lende tendensen te omschrijven, introduceert hij het synthetische begrip wereld 3.0. Dit verwijst naar een rijke en genuanceerde interpretatie van globalisering, een term die recht doet aan de complexiteit van het fenomeen dat het wil omschrijven. Relevantie voor sociaal-liberalen Het begrip wereld 3.0 is voor sociaal-liberalen interessant omdat het sociale en liberale beginselen met elkaar verbindt. Door het bestaan van grenzen te respecteren, zoals Ghemawat in wereld 3.0 doet, waarderen we mensen als individuen die de vrijheid hebben hun leven naar eigen inzicht vorm te geven. Tegelijkertijd zijn grenzen niet uit steen gehouwen. Het bestaan van grenzen is een feit, de invulling ervan niet. Zo komt ook het soci­ale aspect tot uitdrukking. We leven niet in isole­ment, maar in verbintenis met anderen. Een open houding in een geïnternationaliseerde, globalise­rende wereld is dan ook een vereiste. In een dynamische en steeds veranderende wereld is het goed een flexibele houding in te nemen en zal men bereid moeten zijn aanpassingen te maken. Dat spreekt ook uit één van de richting­wijzers van D66; ‘denk en handel internationaal’. Het is een aanmoediging het contact aan te gaan en open te staat voor de omgeving, voor de wereld buiten de bekende grenzen, voor andere mensen en gedachten. Een oprechte open houding impliceert niet dat de eigen identiteit verloren gaat. Het is juist de uitdaging de eigen identiteit te behouden en te ontwikkelen in het contact met anderen; bijvoorbeeld in de uitwisseling van ken­nis, het aangaan van persoonlijke contacten of door middel van grensoverschrijdende handel. De Ghanees-Amerikaanse filosoof Kwame Anthony Appiah noemt een dergelijke houding ‘geworteld kosmopolitisme’. Het behelst een ge­nuanceerde en gebalanceerde combinatie van begrenzing en openheid, van lokale aandacht en globale interesse. Globalisering als keuze Een open houding, en de positief gedefinieerde trend van globalisering die het kan bewerkstel­ligen, moet echter worden gestimuleerd. Zoals Ghemawat betoogt, is globalisering een keuze, geen zelfwerkzame kracht die geen bevordering behoeft. Hij ziet hier dan ook een aanjagende rol voor overheden en politieke organisaties wegge­legd. Als beleidsmakers hebben zij wel degelijk invloed op het realiseren van globalisering. De uitdaging voor overheden is om de nagestreefde internationale vervlechting in goede banen te leiden. Globalisering is een potentiële verrijking, maar moet wel gestuurd en gereguleerd worden. Een lange termijn visie en daadkrachtigheid zijn dan ook noodzakelijke bestaansvoorwaarden voor elke politieke organisatie. Men moet een gedegen idee hebben van hoe de toekomst eruit moet zien, en vervolgens beleid opstellen om deze idealen te verwezenlijken. Als we daadwerkelijk de vruch­ten van globalisering willen plukken, moeten we bereid zijn werk te verrichten.   Annemarie Bijloos is stagiaire bij de Mr. Hans van Mierlo Stichting. In 2012 studeerde ze af in de filosofie, en toegepaste ethiek. De Marchantlezing is een jaarlijkse lezing georganiseerd door de Mr. Hans van Mierlo Stichting.   Noten 1 Pankaj Ghemawat was op 18 december op uitnodiging van de Mr. Hans van Mierlo Stichting in Nederland. Hij sprak de Marchantlezing uit, getiteld World 3.0. Rethinking Globalization. Een verslag en video-opnamen van de lezing kunt u terugvinden op de site van de Van Mierlo Stichting: www.mrhansvanmierlostichting.nl   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2013: De complexe samenleving, en is te vinden bij het onderwerp grenzen.