Politiek Program D’66

Historische canon (1967)Een politiek programma, zei Hans van Mierlo op het eerste congres van D66 - een ''werkcongres'' - is meer dan slechts een aantal voorstellen achter elkaar gezet. Het is ''een conceptie van met elkaar samenhangende punten, die tezamen een politieke signatuur vertonen.'' Door Daniël Boomsma Het eerste politieke programma uit 1966 laat duidelijk zo'n signatuur zien. Het moest snel worden geschreven. Op 14 oktober was de partij opgericht. Het programma werd op 27 december vastgesteld, toen er een vervolg werd gegeven aan de eerste Algemene Leden Vergadering, die 17 december was gestart. Tijdig... signaleren De inleiding spreekt allereerst het doel van de partij uit: ''De partij heeft tot doel voor Nederland en, zo mogelijk, andere landen, bij te dragen tot de geestelijke en materiële ontplooiing van alle mensen''. Het middel daartoe is radicale democratisering, van de Nederlandse samenleving in het algemeen en het politieke bestel in het bijzonder. Vervolgens wordt het belang van doelmatigheid, of pragmatisme, benadrukt. ''Maatschappelijke ontwikkelingen kritisch volgen en het ontstaan van nieuwe noden en vraagstukken tijdig... signaleren''; een zin die, in al zijn ogenschijnlijke simpelheid, ook vandaag nog één van de diepste kernen van het partijgedachtegoed kenmerkt. Het program trapt af met een uitgebreide staatsrechtelijke analyse. Opvallend daarbij is dat om de democratische vernieuwingsplannen te rechtvaardigen, de bekende meerdelige studie Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland van Wilco van Welderen Rengers (1834-1916), politicus voor de Liberale Unie, wordt aangehaald. Bij de instelling van het evenredige stelsel in 1917 had Van Welderen Rengers zijn bedenkingen. Urgentie Hij wees op de potentiële politieke verstarring en de toename van de macht van de partijbesturen, op de eventuele verminderde betekenis van de persoonlijke wil van de kiezer, op de versnippering van de partijpolitiek, en de ''nuttige band tussen kiezer en district'' die zou worden verbroken. Glastra van Loon raakt in zijn essay Democratie in Nederland ook al aan deze punten. En het zegt ook iets over de zorgen die vroegere liberalen hadden bij het democratisch bestel. Uiteindelijk voegde D66 daar de analyse over de ontzuiling bij, die de urgentie van de hervormingen ná de oorlog opnieuw bewees. Het programma bevat ook kleinere plannen voor staatsrechtelijke en democratische vernieuwing. Een greep uit de punten: het opnemen van een apart artikel voor de vrijheid van meningsuiting; de rechter dient de mogelijkheid te hebben om wetten te toetsen aan de Grondwet; decentralisatie waar mogelijk is gewenst om gemeenschapszin te bevorderen; het afschaffen van de Eerste Kamer. Niet staatsrechtelijke voorstellen waren o.a. het instellen van een aparte minister die zich met (de gevolgen van) automatisering bezighoudt; zwaarder belasten van hoge inkomens; ondernemingsraden vervangen door personeelsraden; verdere samenwerking tussen de drie Europese gemeenschappen, de EEG, de EGKS, en EURATOM en het doorzetten van economische en politieke integratie; rechtstreekse verkiezingen van het Europees parlement; verhoging van de ontwikkelingshulp. Met name het vooruitstrevende standpunt over Europa is een teken van grote consistentie. Lees hier het Politiek program D66, het eerste verkiezingsprogramma van D66.