Ouders en hun eigen crèche

Lees hier het pdf van dit artikel. Wat als je geen oma of buurvrouw hebt die op je kinderen kan passen, terwijl je toch behoefte hebt aan een kleine, intieme kinderopvang? Dan richt je een eigen crèche op. Samen met andere ouders. Martin Pikaart ondersteunt met zijn Stichting OOK Kinderopvang ouders die hun eigen ‘participatiecrèche’ oprichten. Door Martin Pikaart.  Nieuwe verbindingen vanuit kinderopvang In Utrecht bestaan al meer dan 35 jaar enkele zogeheten ‘(ouder)participatiecrèches’. Dit is een vorm van kinderopvang waarbij de ouders zelf verantwoordelijk zijn voor de organisatie en het daadwerkelijk opvangen van hun eigen kinderen in de leeftijd van 0 tot (meestal) 4 jaar. Deze vorm van kinderopvang is wettelijk erkend en voldoet aan alle kwaliteitseisen van de reguliere kinderopvang; inclusief goedgekeurde binnen- en buitenruimte, pedagogische beleidsplannen, verplichte EHBO diploma’s, controles door GGD en brandweer etc. De enige regel waar niet aan wordt voldaan is die dat de crècheleiding een relevante opleiding moet hebben. De filosofie achter de participatiecrèche is immers juist dat je dit doet op grond van je ouderschap en niet op grond van een papiertje. Onderling vertrouwen De crèches draaien op basis van vertrouwen tussen mensen: nieuwe ouders ‘draaien’ mee gedurende een proeftijd van drie maanden, waarin de nieuwe ouders kennis maken met de bestaande oudergroep en aan den lijve kunnen ervaren of het wat voor ze is. Hierna beslissen de nieuwe ouders of zij bij de crèche willen horen en of ze hun kinderen aan de al actieve ouders toe vertrouwen. Anderzijds beslist de crèche of ze aangenomen worden. Hierbij is er in wezen maar één relevant criterium: vertrouw ik mijn kinderen aan deze ouder toe of niet? De participatiecrèche is een ‘gewone’ crèche, maar heeft veel positieve neven ‘doelen’:
  1. Ouders leren van elkaar opvoeden. Opvoeden is een maatschappelijk uiterst waardevolle activiteit waar relatief weinig waardering voor is en die zich moeilijk middels onderricht laat aanleren. Op een participatiecrèche leren ouders op een natuurlijke manier van elkaar opvoeden. Als nieuwe ouder kom je immers in een bestaande groep, met ervaren ouders, met regels, afspraken en gewoontes.
  2. Ouders geven de opvoeding op de crèche zelf vorm. Hierdoor zijn ze ervan verzekerd dat de omgang nauw aansluit op wat ze zelf willen en gewend zijn, en dat hun eigen normen en waarden gehanteerd worden.
  3. Ouders verbinden zich met elkaar. Er ontstaan waardevolle sociale netwerken waarbinnen mensen gemakkelijker vragen over opvoeding stellen, bij elkaar aankloppen voor steun, mantelzorg, oppas of logeerpartijtjes en gezamenlijke activiteiten ontplooien. Omdat het netwerk vooral jonge ouders uit de directe omgeving verbindt in een gezamenlijk belang heeft dit belangrijke uitstralingseffecten voor de veiligheid en leefbaarheid van de wijk.
  4. Last but not least: de kosten zijn erg laag. De bulk van de kosten van reguliere kinderopvang zijn de personeelskosten, die vallen hier natuurlijk weg.
Kortom, deze vorm van kinderopvang combineert de voordelen van formele en informele kinderopvang. Enerzijds wordt je kind opgevangen door mensen die je persoonlijk kent, zoals in de informele zorg door oma, buurvrouw etc. Met een participatiecrèche creëer je de intimiteit van een dergelijke setting waarin kinderen goed gedijen. Anderzijds biedt de opvang tevens continuïteit en voldoet deze aan moderne eisen, zoals verplichte EHBO-diploma’s, hygiëne en pedagogische onderbouwing. Dit model leent zich uitstekend voor ouders met kinderen tot 4 jaar die momenteel geen gebruik kunnen of willen maken van reguliere opvang, bijvoorbeeld allochtone ouders. Nieuwe verbindingen op Kanaleneiland De voordelen van deze nieuwe kinderopvang zijn zo evident, en de reacties van de betrokkenen zo positief, dat ik met een andere vader het initiatief heb genomen om de Stichting OOK Kinderopvang op te richten, die dit concept promoot en geïnteresseerde ouders ondersteunt bij het opzetten van een participatiecrèche. OOK staat voor Opvang door Ouders voor Kinderen. De stichting bundelt de expertise van 35 jaar ouderervaring en beoogt deze in te zetten voor anderen. Bijvoorbeeld in de Vogelaarwijk Kanaleneiland. Kanaleneiland is een van de bekendste achterstandswijken in het land, met een bevolking van bijna 85% Marokkanen. Volgens Heinz Schiller, directeur van Doenja Dienstverlening, de welzijnsorganisatie in Kanaleneiland, in een spraakmakend interview in de Volkskrant in mei 2009, hebben alle officiële initiatieven om de wijk leefbaarder te maken aantoonbaar geen resultaat gehad. Jongeren van nu kampen met precies dezelfde problemen als hun ouders, waaronder taalproblemen. Vanuit Stichting OOK Kinderopvang hebben we diverse gesprekken gevoerd met Doenja, waaruit onder meer bleek dat men weinig betrokkenheid ervaart bij de ouders. Doenja is dan ook erg sceptisch over de slagingskansen van het opzetten van een oudercrèche dat immers volledig moet gaan draaien op betrokkenheid van ouders. De ouders bleken echter heel enthousiast. Een groot deel van het enthousiasme van de ouders uit de wijk wordt verklaard doordat vanuit Stichting OOK Kinderopvang steeds de boodschap wordt uitgedragen: ‘wij zijn geen welzijnsinstelling, jullie moeten het gaan doen, het is jullie crèche, wij helpen alleen in de opstartfase’. Geen betutteling, maar empowerment. De ondersteuning vanuit Stichting OOK Kinderopvang bestaat uit het beschikbaar stellen van opgedane kennis in vorm van handboeken, dagelijkse begeleiding/coaching van de nieuwe crèche in de opstartfase, en een mentorrol op afstand als de crèche de opstartfase voorbij is. De begeleiding is erop gericht de groep ouders tot een autonoom functionerende organisatie te ontwikkelen, waarbij de oudergroep gezamenlijk pedagogische uitgangspunten onderkent en uitvoert in de dagelijkse praktijk, en waar laagdrempelig over opvoeding en opvoedingsvraagstukken gepraat kan worden. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze begeleiding de opvang van de kinderen overneemt. De voordelen voor de overheid Deze nieuwe vorm van kinderopvang levert de overheid en de samenleving als geheel veel voordelen op. Het verhoogt de participatie; een deel van de ouders die hiervoor kiest maakt geen gebruik van de reguliere kinderopvang. Zoals gezegd, sluiten deze crèches goed aan op de wensen in allochtone kringen. Het brengt slecht lage kosten met zich mee; zeker in tijden van bezuiniging een relevant argument voor de overheid. Het verhoogt de integratie; integratie ontstaat immers als mensen gezamenlijke belangen hebben. Het belang van de beste zorg voor jonge kinderen is een van de weinige zaken waar ouders het snel over eens zijn. Het blijkt voor veel mensen relatief eenvoudig te zijn contact te maken met elkaar in het belang van hun kinderen, ondanks culturele barrières. Het gaat hier om initiatieven met een sterke positieve uitstraling op mens en leefomgeving. De overheid zou dan ook dit soort burgerinitiatieven moeten ondersteunen. Ondersteuning die de overheid kan geven, bestaat uit: informeren en ondersteunen in brede zin, ruimte ter beschikking stellen bij de opstart van een oudercrèche, en financiële ondersteuning. De beschikbaarheid van ruimte is natuurlijk cruciaal en dat vergt samenwerking van gemeenten, welzijnsorganisaties en woningcorporaties. De gemeente Utrecht stimuleert de oudercrèches ook inderdaad op deze wijze. De rijksoverheid echter heeft tot op heden nog geen enkele maal gereageerd op herhaalde uitnodigingen tot kennismaking, en uitleg. Een gemiste kans.   Martin Pikaart is mede-oprichter en voorzitter Stichting OOK Kinderopvang. Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2010: Nieuwe verbindingen, en is te vinden bij de onderwerpen participatie en mensen onderling.