Nieuw eigenaarschap

Lees hier het pdf van dit artikel. Wat begon met de aanleg van geveltuintjes of buurttuinen groeit nu uit tot een veelzijdige inzet van mensen in de ontwikkeling van hun buurt en stad. Er is sprake van ontluikend nieuw eigenaarschap in het ruimtelijk domein. Dat biedt kansen, maar roept tegelijkertijd nieuwe vragen op. Door Judith Lekkerkerker Waar traditionele partijen in de ontwikkeling van steden, zoals overheid, projectontwikkelaars en woningcorporaties vanwege de economische crisis op de rem trappen, ontstaat ruimte voor initiatieven van anderen. Ruimte die in toene­mende mate wordt benut door bewoners en ondernemers, al dan niet in samenwerking. De voorbeelden zijn legio. Denk aan tijdelijk gebruik van braakliggende grond of leegstaande gebouwen, stadslandbouw, bewonersbedrijven, buurtinitiatieven voor energiebesparing, klus-woningen of zelf- en samenbouw van woningen. Al is het vaak niet direct het doel van de initiatief­nemers, ze leveren hiermee een belangrijke bij­drage aan stedelijke opgaven. Ze zorgen voor verbetering van de leefbaarheid van stad en dorp, verduurzaming van de leefomgeving, aanpak van leegstand, differentiatie van de woningvoorraad, enzovoort. Tegelijkertijd roept dit nieuwe eigenaar­schap in ruimtelijke ontwikkeling ook nieuwe vragen op. Wat betekent dit voor de samenwer­king tussen burgers en overheid? Wat betekent nieuw eigenaarschap voor de democratie in het ruimtelijk domein? Hoe kan een sociaal-liberaal politicus met dit nieuwe eigenaarschap omgaan? Ondernemende bewoners Het is een bekende trend in het maatschappelijk domein: vanuit een doe-het-zelf-mentaliteit ondernemen steeds meer mensen actie om te voorzien in hun eigen en gedeelde behoeften. Of het nu gaat om zorg, welzijn of leefomgeving. In het laatste geval draait het al lang niet meer alleen om het aanleggen van een geveltuintje of een gezamenlijke tuin. Het is evenmin een fenomeen dat voorbehouden is aan kleine dorpen met een sterke gemeenschapszin of grote steden met een hoge concentratie van creatieve geesten. Overal in Nederland bundelen mensen hun krach­ten in het ruimtelijk domein. Aan koplopers geen gebrek, zo signaleerde Maarten Hajer, directeurvan het Planbureau voor de Leefomgeving in de publicatie De Energieke Samenleving (2011). Deze energieke en creatieve koplopers starten in hun leefomgeving allerlei soorten initiatieven. Het meest in het oog springend zijn wellicht de initiatieven gericht op zelfvoorzienendheid, bijvoorbeeld op het gebied van energie. DE Ramplaan bijvoorbeeld is een initiatief van be-woners van het Ramplaankwartier (Haarlem) om een eigen energievoorziening voor de wijk te realiseren en de wijk te verduurzamen. Van gezamenlijke inkoop van zonnepanelen, centrale energieopwekking en isolatie van woningen tot Greenwheels in de buurt. slim Makkinga gaat nog verder. Naast energieprojecten heeft deze stichting ook een coöperatieve dorpstuinderij en cranberryteelt opgezet om daarmee bij te dragen aan educatie, lokale voedselproductie, werkgelegenheid, dagbestedingsplekken, sociale cohesie én toerisme. Daarnaast bundelen mensen hun krachten om samen hun eigen woningen te realiseren, al dan niet inclusief voorzieningen als kinderopvang, café en theater. Voorbeelden van dit zogenoemde ‘collectief particulier opdrachtgeverschap’ zijn Vrijburcht op IJburg in Amsterdam, de Buiten­kans in Almere of de Kersentuin in Leidsche Rijn. In Amsterdam is een groep burgers het Collectief Particuliere Eilandontwikkeling (cpei) gestart. Samen maken ze plannen voor de invulling van het nieuwe, nog te ontwikkelen centrumeiland van IJburg. Nieuw eigenaarschap Deze initiatieven van ondernemende bewoners en ondernemers (zie ook kader) leiden tot een nieuw eigenaarschap in het ruimtelijk domein. Niet de overheid, woningcorporatie of ontwik-kelaar dicteren de ontwikkeling van de ruimte, maar een verzameling van mensen of onderne­mers ontwikkelen zelf hun buurt en eigenen zich delen van de stad toe. Dit nieuwe eigenaarschap in het ruimtelijk domein is bij uitstek een onder­werp waar sociaal-liberalen zich bij thuis kunnen voelen. Nieuw eigenaarschap is gebaseerd op de D66-richtingwijzer Vertrouw op de eigen kracht van mensen, en geeft mensen naast verantwoor-delijkheid ook meer zeggenschap over de (letter­lijke) inrichting van hun eigen leven. Hoewel dit nieuwe eigenaarschap in het ruimte­lijke domein veel energie bij mensen losmaakt, stuiten de initiatiefnemers ook op problemen, met name in de samenwerking met de lokale overheid. Nieuw eigenaarschap blijkt niet altijd makkelijk in bestaande regelgeving, plannen en processen in te passen. Meerdere onderzoeken geven praktische handvatten voor de overheid om met dit spanningsveld om te gaan: variërend van het gebruikmaken van bestaande mogelijk-heden om flexibele bestemmingsplannen te hanteren tot een nieuwe generatie ruimtelijke visies die geen blauwdruk zijn maar binnen be­paalde kaders een grote mate van vrijheid bieden aan verdere ruimtelijke invulling.1 Maar ook nieuwe financieringsmodellen en analyses van hoe de overheid zich in samenwerking zou kun­nen verhouden tot burgers en wat daar organi-satorisch voor nodig is. Uit gesprekken met initiatiefnemers blijkt overigens dat bestaande regelgeving, gecombineerd met de lokale ambte­naren die de regels uitvoeren, vaak niet het groot­ste probleem is. Initiatiefnemers ervaren vooral de lokale politici als een obstakel. De eigen poli­tieke agenda, het politiek opportunisme en de frequente wisselingen van de wacht maken het voor de initiatiefnemers lastig om steun van politici te krijgen en hier vervolgens op te kunnen bouwen. Diversiteit en ongelijkheid Het nieuwe eigenaarschap biedt veel kansen om te werken aan stedelijke opgaven, maar levert ook nieuwe vraagstukken op. Zo signaleerde Justus Uitermark, hoogleraar samenlevings-opbouw aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, dat de focus op het stimuleren van zelforganisatie ook kan leiden tot een tweedeling in de maat­schappij. Hij meent dat niet iedereen in staat is om via zelforganisatie zijn eigen belangen te behartigen. En dat is precies een heikel punt bij het ontluikende nieuwe eigenaarschap in het ruimtelijk domein. Initiatieven worden hoofdzakelijk genomen vanuit (een gedeeld) eigenbelang, enkele uitzonderingen van idea-listische initiatiefnemers daargelaten. In steden, wijken en buurten is sprake van een diversiteit aan belangen waarvan slechts de gemene deler bestempeld kan worden als publiek belang. In een omgeving waar meer ruimte is voor ini-tiatief vanuit burgers zal de leefomgeving meer een mozaïek aan uitingen van (gedeeld) eigen-belang worden dan een uniform geheel. Dat kan de stad spannender maken en buurten aantrek-kelijker. Maar het kan ook een keerzijde hebben: dat in een buurt een bepaald (gedeeld) belang dominant is en andere buurtbewoners zich er niet meer thuis voelen. Of buitenstaanders niet het gevoel hebben welkom te zijn. Dilemma’s in de lokale politiek En dat is, naast het vraagstuk hoe de lokale po-litiek zich kan verhouden tot initiatiefnemers in het ruimtelijk domein, precies het dilemma dat voorligt aan de lokale politiek. Nu steeds meer spelers zich op het speelveld van ruimte-lijke ontwikkeling begeven, zijn er kansen voor meer zeggenschap van mensen en een directere democratie in het ruimtelijk domein. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van stedelijke problemen. Maar democratie is geba­seerd op het menselijke gelijkheidsideaal en niet op het recht van de sterkste.   Judith Lekkerkerker is hoofdredacteur van RUIMTEVOLK, een platform en netwerk voor ruimtelijke vraagstukken (www.ruimtevolk.nl), en zelfstandig adviseur stedelijke strategie. Voor D66 is zij actief als bestuurslid in Amsterdam Oost.   Noot 1 Een greep uit interessante onderzoeken: Loslaten, vertrouwen, verbinden (2012), door Jos van der Lans; Vormgeven aan de spontane stad (2012), van het Planbureau voor de Leefomgeving in samenwerking met Urhahn Urban Design; Investeren in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl (2012), van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2013: Sociaal-liberalisme in de lokale politiek, en is te vinden bij het onderwerp ondernemen.