Terwijl de Europese Unie kraakt in haar voegen blijft Europarlementariër Sophie in ’t Veld met hart en ziel, en verstand, werken aan een “verenigd, krachtig en zelfbewust” Europa. Dat is meer dan ooit hard nodig, ziet ze. Anders blijven de grote mondiale uitdagingen speelbal van nationale belangen van soms antiliberale partijen.
Door
Doutje Lettinga
Twee maanden vóór het Brexit-referendum interview ik Sophie in ’t Veld, Europarlementariër voor D66. De strijd om het Britse EU-lidmaatschap woedt in alle hevigheid, terwijl de uitslag van het Oekraïne-referendum nog maar net is ingedaald. Sophie is allesbehalve optimistisch over het Brexit-referendum en stelt profetisch: “We zitten in een fase waarin Europa uit elkaar aan het vallen is. Sneller dan mensen zich realiseren. De vraag is: gaat dat 5 jaar of 5 eeuwen duren? Ik geloof overigens dat het uiteindelijk wel goed komt. En ik weet één ding zeker: als je niet de barricade opgaat, heb je de slag al verloren.”
Wat zijn de gevolgen van een uit elkaar vallend Europa? “In de afgelopen decennia zijn we bergopwaarts gegaan, mede door Europese eenwording: meer vrijheid, meer welvaart, meer veiligheid. Op dit moment valt Europa in rap tempo uit elkaar, en dat gaat samen met een periode van neergang, wat niemand zich kon voorstellen: minder vrijheid, minder veiligheid, minder welvaart. De vraag is nu: wat gaan we doen? Laten we die neergang gebeuren of zetten we onze schouders eronder om onze vrijheid, veiligheid en welvaart te behouden? Daarvoor hebben we een verenigd, krachtig en zelfbewust Europa nodig.”
Dus een Brexit is een bedreiging voor waarden als vrijheid en veiligheid? “Als het Verenigd Koninkrijk eruit stapt is het risico levensgroot dat ook andere lidstaten eruit stappen. En zelfs als dat laatste niet gebeurt, is er het risico dat de integratie nog meer stagneert. Zonder een verenigd Europa kun je die waarden niet bereiken.”
Waarom? “We staan vandaag de dag voor grote politieke en emotionele uitdagingen. Om daarop een gezamenlijk politiek antwoord te geven moet je een gemeenschap van waarden zijn. We kunnen vraagstukken als het vluchtelingenbeleid, de strijd tegen terreur, politie- en justitiesamenwerking, het beheer van het internet en de vrijheid van meningsuiting niet overlaten aan nationale diplomaten. Zij doen aan een uitruil van nationale belangen. Vaak wordt gezegd dat ‘Europa’ faalt, maar het is de nationale politiek die faalt. Nationale politici blokkeren noodopvang en herverdeling van vluchtelingen, legale arbeidsmigratie en een gemeenschappelijk buitenlandbeleid.” Later: “De natiestaat voert een achterhoedegevecht; de natiestaat is niet meer de entiteit waarmee we het redden in de wereld van vandaag. Of de EU nu uit elkaar valt of niet.”
Een gemeenschap van waarden vergt lidstaten die deze waarden onderschrijven. Maar in Polen en Hongarije zien we een aantasting van waarden als de scheiding der machten en persvrijheid. Wat kan de EU doen? “Er is de mogelijkheid van sancties, die zijn vastgelegd in Artikel 7 [artikel in het EU-Verdrag dat voorziet in de mogelijkheid van schorsing van een lidstaat bij ernstige en systematische schending van de grondrechten en democratie, red.]. Alleen wordt dit artikel nooit gebruikt. Lidstaten durven elkaar niet aan te spreken.” Sophie vertelt enthousiast over haar rapporteurschap van een nieuw EU-mechanisme; dit moet van alle lidstaten systematisch toetsen of zij de gedeelde waarden respecteren. “Als een land lid is van de EU, maar de rechten van zijn burgers niet meer beschermt, dan vind ik dat de EU de plicht heeft om die te beschermen.”
Maar als daardoor nog meer landen de EU willen verlaten, ondermijn je dan niet je eigen project? “Dat gebeurt al als leden zich niet aan hun eigen afspraken houden. Schengen is toch feitelijk al dood als lidstaten weer grenscontroles invoeren?” Sophie werkt sinds 1994 in het Europees Parlement, eerst als fractiemedewerker en sinds 2004 als volksvertegenwoordiger. Ze heeft het parlement flink zien veranderen. Niet alleen kreeg het wetgevende bevoegdheden, ook deden populistische partijen er hun intrede die varen op zorgen over globalisering, nationale identiteit, immigratie en onveiligheid. Net als in de nationale parlementen nam de polarisering en fragmentatie toe; het is lastiger geworden om compromissen te sluiten en coalities te vormen. Volgens Sophie is dit een wereldwijde trend die zich niet laat verklaren door Euroscepsis, maar door grote maatschappelijke, technologische en politieke veranderingen die mensen lastig en bedreigend vinden. “We hebben lang gedacht, ook binnen D66: ach, dat populisme waait wel over. Nee, dit is iets waar we nog heel lang mee zitten.”
Hoe krijg je mensen weer mee in jouw Europese verhaal? “Er is geen magische oplossing. Voor een deel kun je niet meer dan meezwemmen en je proberen aan te passen. Mensen zijn bang en onzeker, en grijpen terug op het kleine naarmate de wereld groter wordt. Alsof ze de deur kunnen dicht doen en de wereld buitensluiten. Mensen zijn dan niet heel ontvankelijk voor boodschappen om naar voren te kijken. Maar je moet mensen toch duidelijk maken dat we in de wereld van vandaag zwakker staan met een verdeeld Europa. Dan zijn we juist minder beschermd tegen alles wat van buiten komt.”
Met het toenemend populisme zien we ook antiliberale partijen of zelfs autoritaire leiders aan de macht komen. Is dat niet een paradox van de democratie waarvoor D66 zich zo hard maakt? “Democratie is niet alleen verkiezingen, maar ook checks en balances. Als je die ondermijnt, zoals nu in de strijd tegen terreur, begeef je je op een hellend vlak. Dan kunnen autoritaire leiders aan de macht komen. Referenda en verkiezingsstelsels zijn veel minder relevant dan de rechtsstaat.”
‘De natiestaat voert een achterhoedegevecht – het is een entiteit waarmee we het niet meer redden in de wereld van vandaag’
Zou D66 dan niet R66 moeten heten: Rechtsstatelijken 66? “Voor mij zijn democratie, rechtsstaat en grondrechten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vrijheid van de pers is bijvoorbeeld een van de grondrechten, maar is ook een absolute randvoorwaarde voor democratie. Ik ken geen landen waar wel een sterke rechtsstaat is, maar geen democratie. De manier waarop we democratie inrichten verandert ingrijpend, maar uiteindelijk blijft representatieve democratie nodig om de rechten van minderheden te waarborgen en rekenschap af te leggen over politieke beslissingen.”
Jij maakt je al jaren hard voor de bescherming van vrijheden in de strijd tegen terreur. Hoe past dat in het sociaal-liberalisme? “Dit gaat terug naar de kern waar D66 voor staat: de verhouding tussen burger en overheid. We hebben veel macht gegeven aan de overheid, en tegelijkertijd de middelen waarmee burgers zich kunnen verweren verschrikkelijk ondermijnd. Dit kan echt fout gaan.”
Kun je dit gevaar concreet maken? “We hebben onbeperkte en ongecontroleerde bevoegdheden gegeven aan de overheid, met name aan veiligheidsdiensten en politie. Met nieuwe technologieën kan de gewone burger de klok rond bespied worden, maar ook journalisten, politici, ngo’s, klokkenluiders en advocaten. Geheime diensten hebben toegang tot bijna alles, en daar waar ze geen toegang hebben, hanteren ze onwettige methoden, zoals illegaal hacken, illegaal aftappen en heimelijke surveillance. Of ze laten dat doen door een ander land dat de informatie met hen deelt. Tegelijkertijd zijn de rechten van burgers niet meegegroeid, bijvoorbeeld om inzage te krijgen, zich te verweren, of transparantie af te dwingen. Formeel zijn er wel controlemechanismen, maar die werken in de praktijk niet.”
Veel mensen zeggen het prima te vinden om privacy in te leveren als dat hun veiligheid ten goede komt. “Dat is onzin, we worden hier helemaal niet veiliger van. Mensen worden voorgelogen, echt. De strijd tegen terreur is niet alleen ineffectief, maar faliekant mislukt. We hebben verschrikkelijk veel maatregelen genomen, maar de onveiligheid neemt juist toe. Sommige mensen doen alsof het recht op privacy een luxe is. Maar het is een wettelijk verankerd grondrecht, afdwingbaar voor de rechter, dat op één lijn staat met het recht op leven, op vrije meningsuiting en op vereniging. Het is geen politiek ‘speledingetje’ waarover we kunnen onderhandelen.”
‘Als een land lid is van de EU maar de rechten van zijn burgers niet meer beschermt, dan heeft de EU de plicht om die te beschermen’
Hoe overtuig je burgers van het belang van privacy? “Er is geen eenduidig recept. Kennelijk moet er eerst iets fout gaan voordat mensen het in de gaten hebben. Ik knok met alles wat ik in me heb om aan te tonen wat er gebeurt. Je wordt dan weggezet als soft, alsof je niet geeft om veiligheid. Maar ik weet één ding: als je je mond houdt, dan weet je zeker dat de andere partij wint. Zwijgen heeft nog nooit een autoritaire leider tegengehouden. Wegkijken evenmin.”
Zijn burgers naïef? “Ja, in zekere zin wel. Ik word steeds activistischer juist omdat ik mijn naïviteit verlies. Ik ben opgevoed met een grenzeloos ontzag en respect voor autoriteit en overheden, en het geloof dat die eerlijk zijn en zich aan de regels houden. Maar als je, zoals ik nu, in de
murky sferen terecht komt van geheime diensten, dan verlies je een stukje naïviteit.”
Tot nu toe heb je vooral gesproken over negatieve vrijheid, het individu dat vrij is van teveel inmenging door een overheid. Hoe belangrijk vind jij positieve vrijheid, de vrijheid om daadwerkelijk ons leven naar eigen inzicht te leiden? “Dit is de laatste jaren sterker geworden. Men zegt dat je rechtser wordt naarmate je ouder wordt, maar bij mij is het precies andersom. Als je jong bent, denk je: kom op, als je je best doet, dan kan alles. Maar nu ik meer levenservaring heb, heb ik gezien dat dit niet zo is. Er zijn veel omstandigheden die medebepalend zijn voor je kansen in het leven. Daar hebben wij als politici een verantwoordelijkheid. Daarmee ben ik overigens echt nog geen socialist of zo.”
Hoe vertaalt die positieve vrijheid zich in je werk? “Indirect komt het in mijn werk terug bij de strijd tegen terreur. Daar zie ik een enorme tweedeling in de samenleving ontstaan, omdat moslims als potentiële terroristen worden neergezet. Mensen die al een achterstand hadden, komen daardoor op nog meer achterstand. We zijn blind voor de realiteit als we net doen alsof ze dezelfde kansen hebben als anderen in de samenleving. We moeten telkens weer benoemen wat er mis is met de islam, maar laten we ook benoemen dat er grote kansenongelijkheid is.”
Hoe leg jij zulke abstracte waarden uit aan deze moslimjongeren? “Ik denk dat juist veel kansarme jongeren uit Molenbeek zien dat vrijheid niet voor iedereen even groot is. Wij vinden waarden als vrijheid en gelijkheid abstract omdat wij ze zo vanzelfsprekend vinden. Maar voor hen is dat veel minder het geval.”
Doutje Lettinga (@DoutjeLettinga) is gepromoveerd sociologe, gespecialiseerd in gender, migratie, mensenrechten en internationale betrekkingen. Ze werkt als beleidsmedewerker en strateeg bij Amnesty International Nederland.