Naar een nieuw Nijmeegs Peil

Armoedebeleid in Nijmegen Lees hier het pdf van dit artikel. D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen. Maar is dit uitgangspunt toepasbaar als het gaat om armoedebeleid in Nederland? Rob Jetten en Michiel Scheffer evalueren het Nederlandse armoedebeleid in het algemeen, en het Nijmeegse beleid in het bijzonder. door Rob Jetten & Michiel Scheffer Armoedebeleid is sober vorm gegeven in de meeste lokale D66-verkiezingsprogramma’s. Dat lijkt eerder een gebrek aan aandacht dan een bewuste keuze. Natuurlijk staan er prachtige dingen over het belang van participatie; vooral het belang van werk, en van scholing als weg naar werk. Dat voorstel is echter nauwelijks nieuw te noemen: het toeleiden van uitkering naar werk is al vijftien jaar staand beleid. Dit beleid is echter niet in staat gebleken om armoedeproblemen echt op te lossen. Analfabetisme, gebrek aan sociale contacten, verslaving, psychische problemen, chronische aandoeningen en dergelijke kunnen de re-integratie op de arbeidsmarkt van uitkeringsgerechtigden ernstig bemoeilijken. Ruim de helft van mensen in de bijstand staat ‘op grote afstand van de arbeidsmarkt’. Deze mensen worden veelal als ‘genetisch of fysiek’ onrendabel beschouwd, zoals Marcel Van Dam stelt in zijn recent verschenen boek ‘Niemands land’. Wij willen mensen niet op die manier afschrijven. Wij leven liever in een samenleving die uitgaat van vertrouwen op de eigen kracht van mensen. Maar het is wel duidelijk dat dit uitgangspunt niet afdoende is. Dit vertrouwen is alleen sociaal als we het woord emancipatie niet schuwen en voorwaarden voor participatie kunnen creëren. Gemeentelijk armoedebeleid Bij de werking van het huidige re-integratiebeleid zijn grote vraagtekens te zetten. De politiek heeft er voor gekozen om vanuit ‘vertrouwen’ de uitkeringen te verlagen om zo de armoedeval – na acceptatie van vaak laagbetaald werk – te verkleinen. Maar wat betekent ‘vertrouwen’ als er vervolgens sancties kunnen worden opgelegd om mensen tot werk te ‘aan te moedigen’? Van iemand die vanuit de bijstand of een (gedeeltelijke) wao of Wajong-uitkering werk accepteert, wordt al veel offers gevraagd, vooral in het eerste jaar. De armoedeval kan beter verkleind worden door hun werk behoorlijk te belonen dan door te korten op uitkeringen. Gemeenten doen op grote schaal aan armoedebeleid en zetten daar veel geldelijke middelen op in. De Wet Werk en Bijstand (wwb) schrijft voor dat gemeenten geen inkomensbeleid mogen voeren. De G27 – het samenwerkingsverband van 27 grote steden – geven echter meer aan inkomensbeleid uit dan ze aan rijksmiddelen ontvangen.1 De gemeente Nijmegen bijvoorbeeld besteedt bovenop de geoormerkte rijksmiddelen ruim 3 miljoen euro aan armoedebeleid, grofweg 500 euro per begunstigde. Dit ondanks dat de gemeente plechtig verklaarde niet aan ‘lokaal inkomensbeleid te doen’. Dit geld wordt besteedt aan een waaier van maatregelen waarin langdurige uitkeringsontvangers geoormerkte bedragen of bijdragen in natura van 50 tot 200 euro per maatregel ontvangen (zie onder). Deze vormgeving van het beleid gaat niet bepaald uit van vertrouwen op de eigen kracht van mensen. De gemeenten besluiten immers zelf al waarvoor de mensen geld ontvangen. Het toewijzen van een persoonsgebonden budget zodat mensen zelf hun afwegingen kunnen maken, past meer bij ‘vertrouwen op de eigen kracht van mensen’. Maar misschien wordt het financieel instrumentarium überhaupt wel teveel centraal gesteld. Voor mensen met een verslaving, chronische ziekte of psychische stoornis lijkt het zinvoller de medisch sociale zorg centraal te stellen. De instelling van een ‘armendokter’ waartoe Igor van Laere2 onlangs opriep, lijkt een interessant aanknopingspunt. Ook is de zorg voor kinderen in gezinnen onder de armoedegrens veel te versnipperd en komen er eerder te veel verschillende hulpverleners achter de voordeur, dan te weinig. Armoede in Nijmegen Nijmegen is een stad met een tweedeling. Enerzijds is het een stad met een hoger dan gemiddeld opgeleide beroepsbevolking maar het is ook een stad met een harde kern lager opgeleiden. De werkloosheid ligt onder het niveau van de G27. Toch is er een groep van ruim 5000 mensen die langdurig op een uitkering is aangewezen. De leefbaarheid van de buurten is sterk verbeterd maar 13% van de huishoudens leeft onder de armoedegrens waarmee het tot de vijf zwakste steden uit de G27 behoort. Kortom Nijmegen is geen stad van gemiddelden maar van contrasten. Het linkse college (PvdA, SP, GroenLinks) dat vanaf 2002 Nijmegen bestuurt, heeft van het lokale armoedebeleid één van haar speerpunten gemaakt. Er is een ruimhartig beleid voor langdurigheidstoeslagen; een geldbedrag van de gemeente dat mensen kunnen ontvangen als ze al langere tijd van een laag inkomen moeten rondkomen. Voor gezinnen met kinderen kwam er een schoolfonds, een sportfonds en een cultuurfonds. Het schoolfonds keert jaarlijks 100 euro uit per kind in het voortgezet onderwijs en 50 euro per kind in het basisonderwijs. De maximale vergoeding voor deelname aan sport- en cultuuractiviteiten is voor elk fonds 225 euro per kind. Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten krijgen 150 euro om het verplichte eigen risico van de zorgverzekering te kunnen betalen. Op initiatief van de PvdA is er een decemberfonds om tegen kerst een eindejaarsuitkering van 50 euro te kunnen geven. Er bestaat een collectieve ziektekostenverzekering voor uitkeringsgerechtigden. Ouderen hebben recht op gratis openbaar vervoer. Er is een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid voor ozb en waterschapsbelasting. En zo zouden we nog wel even door kunnen gaan. In 2008 was de totale programmabegroting werk en inkomen bij elkaar goed voor 188 miljoen euro. De uitvoeringskosten voor dit beleid betreffen ca. 23 miljoen euro. Maar ook al zijn er vorderingen gemaakt in het toeleiden van mensen naar werk, er zijn nog steeds veel langdurig werklozen; Wajongers en gedeeltelijk arbeidsongeschikten die meer dan tien jaar in een uitkeringsituatie verblijven. Nijmegen was de afgelopen vijf jaar één van de plaatsen met tegelijkertijd een krappe arbeidsmarkt en een te grote groep van mensen met een ‘grote afstand tot de arbeidsmarkt’. Er is brede twijfel van SP tot VVD over de effectiviteit van het toeleiden tot werk, in het bijzonder het functioneren van de particuliere re-integratiebureaus. Evaluatie van het beleid Het armoedebeleid in Nijmegen kent volgens ons een onredelijk groot aantal maatregelen die elk neigen tot symboolpolitiek. Dit geldt in het bijzonder voor zoiets als het decemberfonds. Doorgeschoten symboolpolitiek zit ook in een maatregel als gratis openbaar vervoer voor ouderen. Het geldt voor alle ouderen en geeft daarmee veel voordelen aan mensen die het niet nodig hebben. De inkomensondersteuning zelf is ook versnipperd en verkokerd. Er is geen sprake van een integrale benadering of van een persoonsgebonden budget. De formulierenbrigade helpt bijvoorbeeld bij het invullen van de (belasting-) formulieren, maar dat heft niet de verkokering in de maatschappelijke zorg op. Er vindt verder geen goede afstemming plaats tussen het korten op de bijstand en de schuldsanering. Veel uitkeringsontvangers raken in de schulden naar aanleiding van het korten op de uitkering. Dergelijke sancties zonder dat er verder iets gebeurd maken de problemen alleen maar erger. Er is nog steeds onvoldoende coördinatie van beleid en maatregelen voor specifieke groepen als chronisch zieken, probleemgezinnen en ex-gedetineerden. Er is onvoldoende afstemming tussen inkomensbeleid en andere ondersteunend beleid en vooral onvoldoende afstemming tussen bestuurslagen. De uitvoeringskosten van het Nijmeegse armoedebeleid zijn hoog in relatie tot de omvang van het beleid. Een specifiek doelgroepenbeleid zou goedkoper zijn maar dat mag niet van het Rijk. Lokale overheden horen geen inkomensbeleid te voeren maar doen het wel onder het mom van armoedebeleid. Dat zijn dan relatief veel kleine (symbolische) maatregelen die relatief duur zijn in de uitvoering. De paradoxale uitkomst van het landelijk verbod op lokale inkomenspolitiek is dan ook dat het beleid van plaats tot plaats verschilt en dat er sprake is van ongelijke behandeling in de verschillende gemeenten tussen mensen in een vergelijkbare situatie. Kortom, een reallocatie van taken, bevoegdheden en budgetten tussen rijk en gemeente is een mes dat aan twee kanten kan snijden, een hervorming die de kosten verlaagt en de effectiviteit verhoogt. Ja, Anders Met forse bezuinigingen op de loer is het verleidelijk het lokaal armoedebeleid aanmerkelijk te versoberen. In een periode van oplopende werkloosheid zal toeleiden tot werk nog moeilijker worden. In plaats van simpelweg te korten op uitkeringen zoals de bijzondere bijstand en het verminderen van de middelen voor re-integratiebeleid (waarbij overigens de bezuinigingsdoelstelling van Nijmegen bijna geheel gehaald kan worden) is het socialer om de vormgeving van het beleidsinstrumentarium zo te veranderen dat de uitvoering van het beleid goedkoper wordt. Dat kan op verschillende manieren. In de eerste plaats door de voorkeur te geven aan id-banen (gesubsidieerde in- en doorstroombanen) boven dure re-integratie trajecten voor hen die het in de reguliere arbeidsmarkt op eigen kracht niet kunnen redden. In de tweede plaats kan in specifieke gevallen het geven van voordelen in natura zoals deelname aan cultuur en sport goedkoper en effectiever zijn dan inkomensbeleid. In de derde plaats moet er meer ruimte zijn voor bijzondere bijstand met minder versnipperde regelingen die duur in de uitvoering zijn. Daarbij moet meer aandacht worden gegeven aan het voorkomen van schulden. Het korten op uitkeringen en daarna doorverwijzen naar dure schuldsaneringstrajecten helpt niet echt. Tenslotte moeten lokale D66-vertegenwoordigers minder vrij spel geven aan linkse partijen die de discussie vaak verengen tot geld alleen. Het gaat om veel meer dan geld alleen juist ook bij mensen die inderdaad op grote afstand van de arbeidsmarkt staan. Deze groep is vaak beter geholpen met gerichte cursussen (alfabetisering, persoonlijk financieel beheer) en medisch sociale zorg dan inkomensbeleid. Ontkokering is voor een effectieve aanpak van armoede een must. Daar moet Den Haag wel bij helpen. Dat kan, ja moet, anders. Rob Jetten is lijsttrekker voor D66 in Nijmegen. Michiel Scheffer is voorzitter van D66-afdeling Nijmegen. Noot 1 Gegevens ontleend: sgbo (2006) Inventarisatie armoedebeleid g27 2 Igor van Laere: Social medical care before and during homelessness. Promotie Universiteit van Amsterdam, 12 januari 2010 Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2010: Armoede en is te vinden onder het onderwerp lokale en regionale politiek. Meer artikelen lezen uit idee? Neem nu een abonnement!