Mous – Panta rhei

Lees hier het pdf van dit artikel Panta rhei door Marijke Mous Dit is mijn laatste stukje voor Idee. Dat geeft een raar gevoel, een neiging tot navelstaren. Tien jaar, pakweg vijftig keer 500 woorden. Wat betekent dat? Het verhaal van de drie haren: op het hoofd is dat weinig, in de soep is het veel. In januari 2002 leefde Pim Fortuyn nog en prins Willem Alexander zou gaan trouwen met zijn Maxima. Ik schreef over het nieuwe koninklijk gebruik om niet met adellijke dames of heren te huwen, maar met dochters van ministers; over dat het maar goed was dat Pim geen dochters had, want die het voor hun vaders opnemen, wat zij ook doen. Alexander Pechtold deed iets in Leiden, we moesten wennen aan de euro en de smartphone bestond niet. Lang geleden allemaal. Maar ikzelf ga ook al een tijdje mee. Al 36 jaar ben ik lid van D66, een lidmaatschap dat stamt uit het jaar waarin de abortuskliniek ‘Bloemenhove’ in mijn eigen Heemstede gesloten dreigde te worden door minister Van Agt. Anneke Goudsmit, Tweede Kamerlid van het eerste uur voerde actie en legde haar kamerlidmaatschap neer toen de fractie haar motie van afkeuring niet wilde steunen. Al eerder had zij geweigerd staatssecretaris te worden onder dezelfde Van Agt vanwege zijn abortusstandpunt. Allemaal heel nieuwe politiek. Dat nieuwe is er nu een beetje af, maar ik denk wel dat er in onze partij iets heel belangrijks aan het gebeuren is. We zijn uit een dal gekrabbeld, maar dat danken wij niet aan de politieke omstandigheden. De opkomst van het populisme - eerst de Leefbaren, later de PVV - heeft het hele politieke bedrijf voorgoed veranderd. Maar niet op de manier die D66 voor ogen stond. Integendeel. Onze partij zou het natuurlijk slachtoffer moeten zijn van deze verschuiving en was dat ook in eerste instantie. Toch is het gelukt om contact te maken met het deel van de kiezers dat kennelijk behoefte heeft aan volksvertegenwoordigers die onafhankelijk en overtuigd stem geven aan de redelijkheid in de strikte zin van dat woord: weldoordacht. Maar er is nog iets bijzonders. Een politieke partij steunt op twee belangrijke pijlers: gedachtegoed en leiderschap. In den beginne was Hans van Mierlo, die beide feilloos combineerde. Hij is een hele generatie leden en bestuurders voorgegaan die hebben plaatsgenomen op de cruciale functies in de partij. En als die uit de pas liepen riep zijn bronzen stem het congres tot de orde. Maar toen zijn rol steeds verder naar de coulissen opschoof en de partij niet veel meer kon doen dan het hoofd boven water houden, trad een nieuwe generatie aan. Die jonge apen moesten de oude van hun hogere takken in de boom verjagen. Tegenwoordig heet dat transitie, maar in de praktijk betekent het ruzie en gedoe. Daaraan kan een club kapot gaan, maar nee, in de ware geest van verandering lukte het Alexander en zijn kompanen de klim naar boven te maken. Het is fantastisch om te zien hoe hetzelfde elan, dezelfde bezieling van het D66 uit de dagen van Van Mierlo en Goudsmit een eigentijdse vorm krijgt. Hans van Mierlo en ik delen dezelfde geboorteplaats, daarom een Brabantse groet aan wie mij ooit las: houdoe! -- Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2012: Crisis, en is te vinden bij het onderwerp sociaal-liberalisme