Meer vrijheid vraagt meer Europa

Lees hier het pdf van dit artikel. Europa heeft voor steeds meer mensen afgedaan. Niet alleen de toekomst van de Europese Unie an sich staat op het spel, maar ook het geloof in het belang van een vrije en open samenleving. De oud-Permanent Vertegenwoordiger van Nederland in Brussel hernieuwt het sociaal liberale pleidooi voor een sterk Europa.

Door Tom de Bruijn

Het Griekse drama dat zich nu al meer dan vijf jaar voortsleept, en waarvan het einde nog niet in zicht is, laat eens te meer zien dat de Europese Unie er niet op is toegerust crises snel en adequaat het hoofd te bieden. Sterker, een relatief klein probleem (de Griekse economie maakt nauwelijks 2% uit van het bnp van de Europese Unie) is uitgegroeid tot een hoofdpijndossier van ongekende proporties. Het internationale aanzien van Europa heeft er een flinke deuk door opgelopen en in de rest van de wereld is twijfel ontstaan aan de wil van de lidstaten om de Eurozone in stand te houden. Bijgevolg heeft het Europese project aan geloofwaardigheid ingeboet, terwijl een sterk Europa juist de ruimte kan bieden aan haar inwoners om zich in vrijheid te ontplooien. Verandering en versterking van de unie zijn daarom nu nodig. Het Europese onvermogen stemt tot ergernis van de één (president Obama) en tot genoegen van de ander (president Poetin). Dat is des te meer verontrustend nu de wereld om ons heen in turbulent weer verkeert: chaos in Libië, een vernietigende burgeroorlog in Syrië, Irak dat ten prooi valt aan desintegratie, onrust in Macedonië, een afbrokkelend Oekraïne, enzovoort. Alleen het nucleaire akkoord met Iran vormt een hoopvol lichtpunt, al leidt ook dat helaas tot nieuwe spanningen in het Midden-Oosten. Wat vooral zorgen baart, is dat al deze ontwikkelingen, of het nu gaat om de agressieve Russische buitenlandse politiek of het niets en niemand ontziend fanatisme van Islamitische Staat, niet alleen geopolitiek een uitdaging vormen, maar ook de open en vrije samenleving zoals wij die kennen bedreigen. Met grote kracht wordt vanuit verschillende hoeken de instabiliteit aan onze grenzen aangewakkerd, met enorme vluchtelingenstromen tot gevolg, en wordt de weerbaarheid van de Europese Unie op de proef gesteld. Dat is de bedreiging van buiten. De Griekse crisis legt nog een ander, meer intern gevaar bloot. De technocratische aanpak van de Troika om uit de deconfiture te komen, heeft in Griekenland geleid tot een gestage versterking van de extreemrechtse partij Gouden Dageraad en tot de electorale victorie van de uiterst linkse partij Syriza. Ook in andere lidstaten van de Europese Unie staat het sociaal-liberale model onder druk van zowel extreemrechts als -links. Niet alleen populistische stromingen komen in het geweer, in toenemende mate sluiten ook intellectuelen zich er bij aan. Als reactie schuiven traditionele middenpartijen op naar links of rechts en zingen mee met de wolven in het bos. Of het nu gaat om het Front National in Frankrijk of Podemos in Spanje, dezelfde bewegingen zijn zichtbaar en voeden zich op de bodem van een Europese Unie die onvoldoende in staat is een overtuigend antwoord te geven op de problemen die op haar bord worden gelegd. Zo worden ook van binnenuit de sociaal-liberale idealen bedreigd. In zijn intrigerende recent verschenen roman Soumission laat de Franse schrijver Michel Houellebecq zien wat er in een land en in de Europese Unie kan gebeuren als geloof in het belang van een vrije en open samenleving afkalft en scepsis toeslaat. Toegegeven, het is fictie, maar wel fictie die stemt tot nadenken. De verwezenlijking van het sociaal-liberale gedachtengoed loopt voor een belangrijk deel via Europa. Ontmanteling van de Europese Unie en terugkeer naar de nationale staten zal niet leiden tot een herwinning van zogenaamde soevereiniteit, maar slechts tot inperking van vrijheden en kansen. Een sterke Europese Unie daarentegen, die in staat is in te spelen op nieuwe ontwikkelingen van buiten en een antwoord biedt op de sociaal-economische vragen, ook van degenen die zich beschouwen als de verliezers van de globalisering, leidt ook tot sterkere lidstaten waarin er ruimte is voor het individu om zich in alle vrijheid te ontplooien. Dit betekent allereerst dat de Eurozone moet worden versterkt. Angela Merkel, die met haar politiek van altijd-maar-afwachten mede verantwoordelijk is voor de huidige staat van de Unie, heeft wel volstrekt gelijk als zij stelt: Scheitert der Euro, dann scheitert Europa. De Eurozone kan daarom niet blijven doormodderen met de gebrekkige instellingen die nu tot haar beschikking staan. Hoe die moeten worden versterkt is van secundair belang. De essentie is dat zij beantwoorden aan twee, overigens niet altijd volledig compatibele, criteria: slagvaardigheid en democratische verantwoording. Slagvaardigheid houdt onvermijdelijk in dat bepaalde bevoegdheden op Europees niveau moeten worden belegd. Zo niet, dan neemt de Europese Centrale Bank – een instelling waarvan we de onafhankelijkheid juist willen borgen – een deel van de politieke verantwoordelijkheid over zonder dat er sprake is van democratische verantwoording. Ieder machtsvacuüm heeft immers de neiging zich op te vullen. Versterking van de instellingen van de Eurozone kan, om het vertrouwen te herstellen, het beste stapsgewijs gebeuren. Van een vaste voorzitter van de Eurozone tot, aan het einde van de rit, de mogelijkheid van uitgifte van eurobonds. De besluitvorming door de verstevigde instellingen moet hoe dan ook democratisch gelegitimeerd zijn. Of dat nu gebeurt door uitbreiding van het mandaat van het Europees Parlement of door een nieuw in te stellen speciaal parlement van de Eurozone (bestaande uit parlementsleden van de nationale parlementen) is van minder belang en moet vooral niet tot Brusselse ideologische twisten leiden. Voordeel van de eerste optie is dat zij voortbouwt op bestaande structuren en het verband tussen de Eurozone en de EU handhaaft. De tweede mogelijkheid biedt de kans de relatie tussen de Europese en de nationale politiek in zoverre te herstellen dat niet alleen bewindslieden maar ook parlementsleden uit de lidstaten hun nationale context meenemen naar Brussel en vervolgens de Europese context mee terug naar hun nationale parlementen en politieke partijen. Regeringsleiders moeten bereid zijn deze stappen Te zetten en te verdedigen. Dralen onder druk van de sceptische weerstand, roept juist datgene op wat men wil vermijden: nog minder steun voor Europees beleid. Ten tweede moet er alles aan gedaan worden om nu daadwerkelijk te komen tot een versterking van de externe capaciteit van de Europese Unie. Daarvoor is het prealabel onontbeerlijk dat het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie blijft. Zonder het VK, gezien zijn strijdkrachten en nucleaire status, is de Unie op buitenlands politiek gebied ernstig gehandicapt en uit balans. Premier Cameron speelt Russisch roulette met de aankondiging van een in or out referendum. De Europese leiders moeten laten zien dat zij de zaak, niet net als bij Griekenland uit de hand laten lopen, maar vastberaden en beheerst tot een goed einde brengen. Het proces moet kort zijn en leiden tot een pragmatisch en compact pakket dat de essentiële vrijheden van de EU onaangetast laat. Zodra voortzetting van het Britse lidmaatschap van de EU is zeker gesteld, moet prioriteit gegeven worden aan een meer gezamenlijke buitenlandse politiek, inclusief een versterkte samenwerking tussen een beperkt aantal lidstaten op defensiegebied. De verleiding van Duitsland om zijn toenemende interne hegemonie ook naar buiten toe gestalte te geven en de verlokking van Frankrijk om het inboeten van zijn interne macht te compenseren door extern optreden, moet worden omgezet in een actieve Europese politiek. Hoge Vertegenwoordiger Federica Mogherini is aan zet om begin volgend jaar met een nieuwe Europese buitenlandstrategie te komen. Een uitgelezen kans voor het komend Nederlands voorzitterschap om hier een belangrijke rol te spelen. De lidstaten, en met name de Grote Drie, moeten zich duidelijk aan de nieuwe strategie committeren en er naar handelen. Dat biedt ook een uitgangspunt voor de EU om de Amerikanen, in het bijzonder straks de nieuwe president, tot een pivot back te bewegen en een sterkere gerichtheid van de Verenigde Staten op Europa. Dat kan alleen door serieus werk te maken van onze defensie-inspanningen en de bereidheid mondiaal op te treden: de tijd dat Europa free rider kon zijn, is voorbij. Om de traditionele reflexen in te perken zal op enig moment ook de stap moeten worden gezet naar één Europese zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Dat zou tevens de ruimte bieden om de Veiligheidsraad te hervormen om te komen tot een juiste weerspiegeling van de huidige krachtsverhoudingen in de wereld. Als intermediaire stap en voorbeeld, kan op korte termijn al besloten worden tot één zetel voor de Eurozone in het Internationale Monetaire Fonds. En als er één onderwerp is waar veel steun vanuit de publieke opinie is te verwachten, dan is het dat van het externe optreden. Kortom: het gaat niet om een keuze tussen de Eurozone of de Europese Unie, maar om een versterking van beide: intern van de één, extern van de ander. De open samenleving staat onder druk. In Rusland wordt de democratie, toch al pril, stap voor stap afgebroken. In Turkije gebeurt hetzelfde onder een steeds autocratischer bewind onder Erdogan. In Hongarije flirt Orban met wat hij noemt illiberal democracy. Deze tijd, waarin alles op de proef wordt gesteld en niets onomkeerbaar is, vergt enige moed om ook via een versterking van de EU op te komen voor onze vrijheid en veiligheid.   Tom de Bruijn is D66-wethouder in Den Haag. Eerder was hij onder meer de Nederlands Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. - - Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2015: Een veranderende wereld, en is te vinden bij het onderwerp Europese Unie.