Media staan met de rug naar de burgers

Lees hier het pdf van dit artikel. Gesprekken over het algemeen belang vinden steeds meer op lokaal niveau plaats. Maar de media mengen zich hier te weinig in en luisteren nog te veel naar persvoorlichters in plaats van naar burgers, vindt oud-journalist Frank Bolder. Lokale media moeten hun essentiële rol in de democratie hervinden. Door Frank Bolder Het hart van de democratie klopt niet meer alleen in Den Haag en op het gemeentehuis, maar ook in de dorpsstraten, verenigingen, dorpshuizen en wijkcentra. In veel gemeenten in Nederland wordt geëxperimenteerd met vernieuwende afspraken over begroting, inspraak van burgers, groenonderhoud, sociale cohesie en democratische controle. Er liggen mooie kansen voor de lokale democratie. Overal ontstaan burgerinitiatieven die intussen meer dan een miljoen mensen bereiken. Soms komen daarbij zelfs hele dorpen in actie; zo is in mijn eigen woonplaats Hoog- Keppel met succes actie gevoerd tegen de sluiting van de basisschool. DE SUCCESSEN KOMEN meestal keurig in de media. Maar voor het proces dat zich momenteel afspeelt is nauwelijks interesse. Wat gebeurt er op dit moment aan al die keukentafels waar 20 procent van de Nederlandse bevolking aan interviews wordt onderworpen om thuishulp en andere ondersteuning te bespreken? Wat gebeurt er met de 80 procent die geen hulp nodig heeft maar die de andere 20 procent op een of andere manier zou kunnen helpen? De gemeenten lijken een radiostilte in acht te nemen. Maar hoe zit het met de media? Luisteren zij wel goed naar de samenleving en wat daar allemaal gebeurt? Het leed aan de keukentafels haalt de krantenkolommen en programma’s nauwelijks. Ook andere wezenlijke vragen worden niet gesteld: zijn de zorgbudgetten uit Den Haag echt ontoereikend voor gemeenten? Media noteren keurig de kritiek dat gemeenten straks in geldnood komen, maar is dat ook zo? Waar de politiek al jaren wordt bekritiseerd omdat ze de samenleving uit het oog heeft verloren, krijgen ook media steeds meer te maken met deze kritiek. De Radboud Universiteit in Nijmegen deed in 2013 bronnenonderzoek bij regionale media en kwam tot weinig hoopgevende conclusies. Ruim 80 procent van het nieuws was afkomstig van instituties: gemeentehuis, provinciehuis, ‘Den Haag', ziekenhuizen, theaters en waterschappen. Kortom, instellingen die hun voorlichting goed voor elkaar hebben en goed bereikbaar zijn. Maar tijd om iets met dat nieuws te doen is er nauwelijks; duiding van nieuws of een uitleg van de gevolgen voor de burger, daar komt het zelden van. DEZE TREND WAS voor dagblad De Gelderlander in 2011 aanleiding om het anders te doen. Samen met Omroep Gelderland besloot De Gelderlander een project te starten, genaamd ‘deBuzz’, met als belangrijkste doel te bekijken welk nieuws de agenda van de burger bepaalt. Tussen 2011 en 2013 reed een camper rond in Gelderland die dienst deed als mobiele redactieruimte. De agenda van de bewoners was de leidraad. Het project was een poging om een ander geluid te laten horen. Voor het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek was dit aanleiding om er geld in te stoppen. Al tijdens het project werd duidelijk dat mensen deze vorm van journalistiek hoger waardeerden dan de traditionele media. DeBuzz bleek in staat om een discussie op gang te brengen en antwoorden te zoeken die burgers zelf niet meer konden vinden – in Den Haag of in hun eigen gemeente – of die zij hadden opgegeven te zoeken. De verhalen van deBuzz waren voor 90 procent gebaseerd op de agenda van dorps- en wijkbewoners. Ze gingen over hún vragen en opmerkingen, over hun problemen en hun zorgen. In veel media komen deze mensen nauwelijks aan het woord. Veel mensen haken af, omdat ze in de media geen antwoorden meer vinden op hun vragen. Elke dag was deBuzz te zien in de krant, op radio en televisie, websites en social media. Ontwikkelingen werden soms een jaar voordat andere media het oppikten al gesignaleerd. Problemen met gratis wifi op scholen mondden uit in een discussie over het niveau van het digitaal onderwijs en de problemen bij uitgevers. Het gebruik van smartphones op de fiets zorgde eveneens voor een brede discussie. De financiële problemen van veel mensen werden zichtbaar omdat de schoenherstellers het drukker kregen met het oplappen van schoeisel, naaiateliers geopend werden vanwege een groeiende behoefte aan kledingherstelwerk, de kringloopwinkels het drukker kregen en dure operaties bij dierenartsen werden uitgesteld. Deze berichten werden gewaardeerd door lezers omdat ze antwoorden gaven op hun vragen. Lezers zagen ineens dat er veel meer mensen met dezelfde problemen kampten en dat er oplossingen zijn. Erkenning en hoop zijn waarden die de media goed staan. Tegelijkertijd kan de media bruggen slaan. De potentie van deze werkwijze werd vaak zichtbaar omdat kritische burgers pas bij de camper in contact kwamen met de politiek. Door burgers een podium te geven, werd indirect het algemeen belang gediend: voor burgers was er een medium om vragen te stellen en zorgen te uiten. DeBuzz deed zijn – objectieve – journalistieke werk, zorgde voor antwoorden en leverde een bijdrage aan het democratische proces. Deze werkwijze is bewerkelijk en de keuze voor een kant-en-klaar aangeleverd persbericht of een goed bereikbare politicus is snel gemaakt. Toch ligt hier de oplossing voor de media. De journalisten moeten terug naar de haarvaten van de samenleving. In een tijd waarin iedereen met een website en een social media-account zich journalist kan noemen, is er een digitale Buzz ontstaan, die echter niet zonder professionele journalistiek kan. Publieke opinie heeft niet genoeg aan websites en social media; journalisten kunnen de pop-upbelangstelling van veel burgers verrijken en ondersteunen met geheugen, kennis van zaken en volhardend onderzoek. Een journalist met een sterk network van sleutelfiguren in dorpen en wijken zou een zegen zijn voor de media. DE PRAKTIJK IS ECHTER dat media dit veel te weinig doen. Enerzijds door bezuinigingen als gevolg van een verdienmodel dat onder druk staat. Maar ook omdat veel organisaties hun voorlichting goed op orde hebben. In de smartphones van journalisten staan meer nummers van voorlichters en bestuurders dan nummers van de sleutelfiguren, moving spirits, de mensen die deel uitmaken van grote netwerken in de wijk en het dorp en weten wat er speelt in de haarvaten van de samenleving. Wellicht dat de overdracht van Haagse taken naar gemeenten leidt tot een groeiende invloed van burgers in maatschappelijke ontwikkelingen. Er zijn al veel initiatieven ontstaan met een groot maatschappelijk belang, zoals zorgcoöperaties, energiecollectieven en allerlei initiatieven die ten goede komen aan de leefbaarheid van dorpen en wijken. Deze beweging zal de komende jaren doorzetten omdat gemeenten steeds beter leren dit proces te faciliteren. Als de komende jaren ergens de bestaande vertegenwoordigende democratie opnieuw wordt uitgevonden – en verrijkt – dan is dat in de gemeenten. Wat dat betreft heeft Den Haag gelijk, maar nu de daden nog. In de woorden van voormalig Ombudsman Brenninkmeijer: “De politiek zou veel meer een bemiddelende rol moet spelen en beter naar de burgers moeten luisteren. De media doen er verstandig aan om hier goed op in te haken. Dat zal niet alleen hun rol versterken, maar tegelijkertijd ook de positie van de politiek.” Na de grote verkiezingsoverwinning van Pim Fortuyn in 2002 riepen de politieke partijen in koor dat ze beter moesten luisteren naar de burger. Dat is altijd een voornemen gebleven; er werd geluisterd, maar niet structureel. Nu burgers het initiatief oppakken – met bijvoorbeeld het g1000- initiatief – krijgen ook overheden de smaak te pakken. Het begin is er, dat is positief. Waarom zou dit geen proces kunnen zijn waarin de overheid faciliterend is en met burgers samen bekijkt wat goed is voor de gemeente? De media zijn hier de smeerolie; zij kunnen een objectieve en kritische rol vervullen. MEDIA EN POLITIEK moeten beseffen dat burgers geen revolutie willen. “Voor burgers hoeft het ook niet helemaal anders”, zegt het Sociaal en Cultureel Planbureau. “Burgers kunnen zich vinden in het Nederlandse democratische bestel, maar ze zouden wel graag wat meer invloed hebben. Het bestel hoeft niet op de schop. De invloed van burgers is vooral een aanvulling op de representatieve democratie, geen alternatief.” Media kunnen een belangrijke rol spelen om dit algemeen belang te dienen: ze kunnen een brug slaan tussen burgers en politiek. Door een podium te bieden komt de agenda van burgers veel beter in beeld en wordt een bijdrage geleverd aan de democratie. Voor dit proces is een uitwisseling van argumenten, duiding en meningsvorming een belangrijk onderdeel.   Frank Bolder was tot 2013 chef-redacteur bij dagblad De Gelderlander. Hij is nu eigenaar van KeppelMedia, dat actieve bewonersparticipatie bevordert.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 4 2015: Algemeen belang en democratie, en is te vinden bij de onderwerpen lokale en regionale politiek en media