Marchantlezing 2017: prof. Jan-Werner Müller

  In een volle Geertekerk vond donderdag 23 februari de zevende Marchantlezing plaats. Prof. Jan-Werner Müller, als politicoloog verbonden aan Princeton University, fellow van de Universiteit van Wenen en auteur van What is populism (2016), gaf antwoord op de vragen: wat verstaan we eigenlijk onder de zo vaak gehoord term populisme? Wat doen populisten als ze eenmaal politieke macht hebben? En hoe moeten we er op reageren? Wetenschappelijk medewerker van de Van Mierlo Stichting Marthe Hesselmans reageerde in een hier te lezen coreferaat op de lezing van Müller, waarbij ze dieper inging op een pluralistisch idee van het ‘volk’, een open samenleving, en benadrukte hoezeer het mensen eigen is om ergens bij te willen horen. Om deel uit te maken van een ‘wij’. Na een inleiding van voorzitter van de Van Mierlo Stichting Jan Willem Holtslag vond onder leiding van landelijk bestuurslid Annelou van Egmond een Q&A plaats, waarna het eerste exemplaar van zijn in het Nederlands verschenen What is populism aan Müller werd overhandigd. In de dagen voor en na de lezing, gaf Müller diverse interviews met landelijke kranten. U kunt ze hier nog eens nalezen in Trouw, de Volkskrant en Financieel Dagblad. Wat is populisme en hoe het te bestrijden? In zijn lezing benadrukte Müller het belang van een scherp omlijnde definitie van populisme. Die definitie is volgens hem niet gebaseerd op anti-elitarisme, of afkeer van ‘de elite’. Niet iedereen die elites bekritiseert is een populist. Wat populisten wél delen is anti-pluralisme: de gedachte dat alleen zij de ‘ware’ vertegenwoordigers van het volk zijn – ook wel de ‘stille meerderheid’ genoemd. Populisten roepen zo een exclusieve, mythische constructie van het volk in het leven. Zo claimde voormalig UKIP-voorman Nigel Farage bijvoorbeeld dat de Brexit een ‘overwinning van het ware volk’, van real people, was. En Trump liet zich bij een verkiezingsrally eens ontvallen dat het belangrijkste was het zorgen voor ‘eenheid van het volk’. The other people don’t mean anything, parafraseerde Müller Trump. Eenmaal in de regering veranderen populisten niet. Müller noemt het naïef om te denken dat ze dat zouden doen. Bovendien bewijst de praktijk het tegendeel. Zelfs in de regering blijven ze spreken van het ‘ware volk’ en zullen ze hun conflictzoekende politiek handhaven. Sterker nog, stelt Müller, populisten kunnen niet zonder conflict. Als er, zoals in Amerika, grote protesten tegen ze ontstaan, dan wordt dat beschouwd als positief. Wie protesteert kan immers aangemerkt worden als de groep die geen onderdeel uitmaakt van het ‘echte volk’, als de vijand. Müller sloot zijn lezing af met de oproep om in gesprek te blijven gaan met mensen die populistisch stemmen. Tegelijkertijd is een weerbare houding ten opzichte van populistische politici nodig, in plaats van de meegaande van conservatieve partijen, die daardoor populistische partijen in staat stelt om de dicht bij de macht te komen. Luisteren naar populisten betekent nog niet praten als populisten: draw a red line when populists abuse the democratic process, betoogde Müller. De Oostenrijkse campagne van vorig jaar, waarbij de progressieve kandidaat Van der Bellen de populistische Hofer versloeg, bewees dat dat kan: in gesprek met mensen buiten je bubbel zonder af te doen aan eigen morele uitgangspunten. Een pluralistische opvatting van het volk In haar coreferaat zette wetenschappelijk medewerker Marthe Hesselmans haar gedachtes uiteen over een pluralistische opvatting van het volk, als tegenovergesteld aan de anti-pluralistische opvatting van populisten. Zo’n pluralistische opvatting van het volk is de uitdaging waar Müller ons voor stelt. Die opvatting begint met de erkenning dat het een menselijk verlangen is om ergens bij te willen horen, een gevoel waar ook populisten – zij het een ‘exclusieve versie’ van dat idee – op aansluiten. Het blijkt vaak uit onze taal, als we spreken van ‘wij’ tegen ‘zij’.  Het is niet populistisch om ergens bij te willen horen. We willen het allemaal. Aan de andere kant benadrukt Hesselmans dat mensen nieuwsgierig zijn, bereid zijn om mensen ‘van buiten’ in hun gemeenschap op te nemen. In het verleden heeft Nederland vaak genoeg onze ‘Nederlandse kring’ uitgebreid met nieuwkomers. We kunnen onze samenleving niet afsluiten voor de buitenwereld, en dat willen we ook niet. De worsteling die dat met zich mee brengt is het waard, besluit Hesselmans. Vanuit dat idee is het ook mogelijk om tot een pluralistische opvatting van het volk te komen. Niet exclusief, maar inclusief. Hesselmans noemt het historisch voorbeeld van het verplaatsen van de stadsmuren naarmate een stad groeide. Dat proces ging door totdat de muren niet meer nodig waren. Totdat we een open samenleving bouwden met gelijke wetten en rechten voor al haar inwoners. Keep widening the circle.
Klik hier voor een verslag van de Marchantlezing met audiofragmenten Foto's door Jeroen Mooijman