Marchantlezing 2015: prof. John Keane

Marchantlezing15 De globale orthodoxie is al enige tijd: het hoogtepunt van democratie is eerlijke en vrije verkiezingen met stemrecht voor allen. Deze overtuiging staat echter onder druk – langzamerhand begint democratie niks minder dan eerlijke en vrije verkiezingen te betekenen, maar juist nog veel meer.” In de Marchantlezing 2015 schetst prof. John Keane de ontwikkeling van de democratie sinds 1945, benadrukt de opkomst van kwalijke mechanismen zoals lobbyen en enorme geld donaties, en discussieert de toekomstige mogelijkheden om de hegemonie van verkiezingen te doorbreken. Bestel hier het verslag van de lezing in onze webshop. Het verslag is ook beschikbaar als pdf. Koester de grondrechten en gedeelde waarden Voorafgaand aan de Marchantlezing werd het eerste exemplaar van het nieuwe essay van de Mr. Hans van Mierlo Stichting “Koester de grondrechten en gedeelde waarden” uitgereikt aan partijvoorzitster Letty Demmers en Tweede Kamerlid Judith Swinkels. Dit essay verkent vragen zo als hoe men om moet gaan met niet-gedeelde waarden, intolerantie en hoe de verhouding tussen individu, mensen onderling en de staat horen te zijn. Dit alles vanuit het besef dat iedere generatie opnieuw vorm moet geven aan rechtsstaat en democratie om te zorgen dat de vrijheid van ieder mens blijft bestaan om zijn eigen leven in te vullen. Geinteresseerd in het essay “Koester de grondrechten en gedeelde waarden”? Hier te bestellen in de webshop. A Short History of the Future of Democracy Voor een volle zaal in de Rode Hoed gaf professor John Keane op 10 december 2015 op uitnodiging van de Mr. Hans van Mierlo Stichting de jaarlijkse Marchantlezing, met als titel ‘A Short History of the Future of Democracy’. Keane, hoogleraar in Sydney en Berlijn, is van mening dat democratie en verkiezingen los van elkaar beschouwd moeten worden. De rol van verkiezingen staat onder druk, terwijl de reikwijdte en inhoud van wat ‘wij’ onder democratie scharen floreert. De beperkingen en externe invloeden op verkiezingen dienen benoemd en besproken te worden en er moet gekeken worden of er nog wel een toekomst is voor de vanzelfsprekende link tussen verkiezingen en democratie zoals die in West-Europa vorm heeft gekregen. Post-1945 consensus Hoe zeer wij het ondertussen als vanzelfsprekend beschouwen – eerlijke en vrije verkiezingen zijn ook vastgelegd in artikel 21 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – wijst Keane er op dat de moderne representatieve democratie een vrij recent fenomeen is. “In 1945 waren er nog maar een stuk of twaalf representatieve democratieën. Sindsdien zijn er meer dan negentig landen geweest die verkiezingen hebben geadopteerd als dé manier bij uitstek om een goede regering te vormen.” De orthodoxie met betrekking tot verkiezingen is dus jong en geen gouden standaard; de volharding en zekerheid waarmee men dit gelooft is momenteel ook aan het afnemen, waardoor het sentiment boven komt drijven dat wellicht verkiezingen toch niet het enige (of beste) middel zijn om een democratie te sturen. Monitory democracy Het mantra achter een democratie is niet meer ‘one person, one vote, one representative’, maar eerder ‘one person, many interests, many voices, many sources of authority, mutiple votes, multiple representatives’. Keane noemt dit de monitory democracy, die mede vorm is gegeven “door het afbrokkelende orthodoxe geloof in verkiezingen. Tegenwoordig hebben burgers het gevoel dat ze effectiever en directer invloed kunnen uitoefenen door niet te wachten op verkiezingen en voorbij te gaan aan de cyclus die zo geprezen wordt in schoolboeken. Dus niet alleen eerlijke en vrije verkiezingen, maar vooral een constante publieke worsteling van burgers en hun afgevaardigden om invloed uit te oefenen in een media-saturated arena. ” Deze nieuwe insteek legt de nadruk op de enorme hoeveelheid instanties die ‘de macht’ in de gaten houden – Keane oppert dan ook om dit wellicht een “waakhond-democratie” te noemen. Is er een toekomst voor verkiezingen? Gezien het afnemende geloof in verkiezingen en de steeds beperktere invloed op het algemeen belang stelt Keane de vraag of verkiezingen wellicht hun beste tijd hebben gehad. “Verliezen verkiezingen hun grip op de democratie? Zijn ‘eerlijke en vrije’ verkiezingen een versleten dogma van halverwege de 20e eeuw die nodig vervangen moet worden, om plaats te maken voor nieuwe democratische mechanismes beter geschikt voor het huidige tijdperk? Overtuigende antwoorden op dit soort vragen zijn lastig, wellicht zal achteraf blijken dat dit de verkeerde vragen zijn, maar het ter sprake brengen alleen al is van belang.” Mogelijke scenario’s die Keane schetst zijn een democratie zonder verkiezingen, zoals bijvoorbeeld David van Reybrouck heeft geopperd, de mogelijkheid om verkiezingen weer nieuw leven in te blazen door middel van opschoning en een nieuw stelsel, of de illusie van het belang van verkiezingen moet doorbroken worden, waardoor de monitory democracy zich kan ontwikkelen om bagatellisering van verkiezingsresultaten te voorkomen. Nederlandse democratie Jieskje Hollander, wetenschappelijk medewerker van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, verzorgde een coreferaat waar de blik van internationaal naar nationaal werd getrokken. “De ‘Nederlander’ heeft veel vertrouwen in de democratie, maar stukken minder in haar politici en de manier waarop politieke partijen werken. Het resultaat is een sfeer van gebrek aan vertrouwen niet in democratie, maar specifiek in de Nederlandse democratie.” Mensen zien hun stem niet terug in het beleid. De recent opkomende ‘doe-democratie’, iets waar D66 zich al een tijd hard voor maakt, biedt wellicht een uitweg. Dat de traditionele rol van verkiezingen ook in Nederland onder druk staat, vooral gezien het steeds verder versplinterende landschap, staat echter vast – een terugkeer van het algemeen belang in politieke discussies is noodzakelijk en gewenst, aldus Hollander.