Literatuur & film – Morele kater

Lees hier het pdf van dit artikel. Vroeger wilde ik “de wereld een beetje beter maken”. Als VN-diplomaat de Janjaweed buiten Darfoer houden, zoiets. Volgens de Britse filmmaker Adam Curtis is dit beeld, van morele helden die het kwaad willen overwinnen, “increasingly unconvincing and hollow”. In zijn meest recente documentaire Bitter Lake beweert Curtis dat dit idee wortelt in het wereldbeeld van de Amerikaanse President Ronald Reagan, die conflicten niet langer zag als politieke strijd, maar als “battles against dark demonic forces that threatened innocent people. And the role of we, the good people of the west, was to intervene and to save those innocents.” Door in te zoomen op ‘onze’ rol in Afghanistan wil Curtis tonen dat het Westen in plaats daarvan een “destructive force” in de wereld werd. Je zou er een degelijke historische documentaire van kunnen maken, maar in de handen van Curtis wordt het een kunstzinnige en ironische grand narrative. Zijn vaderlijk hoog-Engels contrasteert met dromerige, onheilspellende muziek en bevreemdende beelden uit het bbc-archief. De sleutelscène vindt plaats op een deel van de Nijl, genaamd ‘Bitter Lake’. Aan boord van een oorlogsschip sluit de stervende Amerikaanse President Franklin D. Roosevelt een duivelspact met de Saudische koning Abdul Aziz: olie in ruil voor veiligheid, welvaart en de belofte dat het Wahhabisme van de Saudi’s – “a violent, intolerant version of Islam” – vrij spel krijgt. Met de petrodollars zetten de Saudi’s vervolgens Koranscholen op, waardoor het Wahhabisme zich als een vuurtje door de regio verspreidt. Die ‘madrassas’ worden uiteindelijk de broedplek voor religieus geïnspireerde strijders als de Taliban en Bin Laden cum suis. En juist deze Mujahideen namen het in Afghanistan op tegen de Russen, die er een communistische heilstaat trachtten te stichten. Deze strijd paste mooi in Reagan’s good (het Afghaanse volk) versus evil (het Rode Gevaar). Maar toen de Russen verslagen werden, ontpoptende Mujahideen zich als de nieuwe badguys. Wat met het Westen gebeurt als ze Afghanistan binnenvallen, vergelijkt Curtis met wat de wetenschappers uit Tarkovski’s Solaris overkomt. In hun poging een mysterieuze planeet te controleren komen zijzélf in de greep van die planeet. Afghanistan is de Solaris van het Westen; hoe langer zij er waren, hoe moeilijker het werd “to understand who was good, and who was bad”. Soms waren zij die badguys, met bombardementen op onschuldige burgers, martelpraktijken, en steun aan corrupte politici en warlords. Wat je ook van Curtis’ stijl vindt, de documentaire laat een knagend gevoel achter. Klopt het verhaal dat hij vertelt wel? Kan de wereld op deze manier wel “een beetje beter worden”? Ik moest denken aan de Brit Rory Steward, die ooit stapvoets door Afghanistan trok en daar vervolgens een prachtig boek over schreef. In een interview met de Guardian zegt hij: “[In Afghan villages there] isn’t police, or a judge […]. There’s a bunch of guys with white beards sitting around, and their system of doing that might be quite different from the next-door village”. Is er daardoor geen plek voor de rechtstaat of democratie? “It can be done, but it’s not going to be done by a foreigner who barely understands any of that,” voegt Steward toe.   Maarten Gehem is schrijver en onderzoeker.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. - - Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2015: Een veranderende wereld, en is te vinden bij het onderwerp cultuur.