Literatuur & film – Alice in Wonderland

Lees hier het pdf van dit artikel. Door Maarten Gehem De colleges sociale en politieke filosofie van de Leuvense professor Van de Putte waren berucht. Hij had iets van een kabouterdictator: klein gebouwd, borstelige baard, priemende oogjes, en met een zero tolerance beleid. Ik herinner me hoe hij ooit zijn les onderbrak, mijn richting op keek en op archaïsche toon dicteerde: ‘Die jongen daar met dat felblauwe shirt, u kunt vertrekken.’ Achter mij stommelde iemand de zaal uit. Onverstoord vervolgde de professor zijn verhaal. Een van zijn studievrienden was ten prooi gevallen aan het anarchisme. Volgens Van de Putte was samenleven zonder regels echter een infantiele en vooral futiele gedachte. Conflicten zijn onvermijdelijk, ook als je een stel anarchisten bij elkaar zet. Om die te beslechten heb je regels nodig, en instanties (politici, politie, rechters) die daarop toezien. Anarchisten verspilden hun energie. De kleine minderheid van subversievellingen zou er toch niet in slagen ‘het systeem’ omver te werpen. En al het verzet ten spijt: zijn vriend profiteerde er maar mooi van: gratis onderwijs, bijbaan, voor een habbekrats in de trein terug naar huis. Als je het zo nodig anders wilde, dan kon je de regeltjes hoogstens van binnen het systeem proberen te veranderen. Toen Van de Putte nog in de collegebanken zat wemelde het van subversievellingen. Rode jongens. Staatsondermijners. Waar zijn ze gebleven? In de documentaire De Hokjesman gaat Michael Schaap naar ze op zoek. Als een karikatuur van een 19de-eeuwse antropoloog (tweedjasje, vlinderdas, verrekijker, paraplu onder de arm) gaat Schaap op safari in Nederland. Een van de plekken die hij bezoekt, is een kraakpand bij mij om de hoek in Amsterdam-Oost. Tijdens het inloopspreekuur kunt u met al uw vragen bij Rogier terecht. Kraken is voor hem meer dan verzet: ‘Het maatschappelijke leven legt regels op, en ik wilde proberen hoe het op een andere manier kon. En kraken was voor mij bij uitstek het middel.’ Als je wil weten hoe zo’n alternatieve samenleving eruitziet moet je naar het terrein van het voormalige Amsterdamsche Droogdok Maatschappij (ADM). Het wordt sinds eind jaren ’80 gekraakt en staat vol Pipo de Clown wagens, tenten, sauna’s, en vooral: veel kunstinsecten gemaakt van autowrakken, reusachtige roestige pompoenvormen, en andere objecten die zo uit Alice in Wonderland lijken te komen. Ooit vormden ze de culturele zelfverdedigingslinie in de strijd tegen de pandjesbaas en voormalige eigenaar van het terrein, Bertus Lüske, beter bekend als Bulldozer Bertus. Inmiddels wonen er meer dan 100 krakers, van levenskunstenaars en alternatieve ondernemers tot gepensioneerde creatievellingen. Ze doen veel dingen samen, organiseren festivals, maken kunst. Maar een regelloos paradijs is het niet. Er zijn afspraken over waar je afwaswater laat. Of hoe wordt besloten wie binnen mag. De Poolse Pavel bijvoorbeeld kwam er niet in. Nu woont hij in een krakkemikkig caravankamp voor de poorten van het terrein –‘de boevenhoek’, zo genoemd omdat er gestolen goederen werden gevonden. ‘Hier hebben we eigenlijk geen echte regels’ zegt hij. Op de achtergrond zie je bergen vuilnis en vieze WC’s. Het verzet van de gemiddelde ADM’er is bekoeld. Met de wereld gaat het volgens underground cook Peter best de goede kant op. De krakers lijken vooral te doen waar ze zin in hebben. Houthakken, veganistisch koken, lekker in de sauna. Het rode gevaar is het al lang niet meer, maar volgens Peter ‘geven we toch een beetje kleur’. Welke regels willen we? Zoals de Cheshire kat uit Alice in Wonderland zegt: ‘Dat hangt ervan af waar je naartoe wil.’   Maarten Gehem is onderzoeker en redacteur bij Idee.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. - - Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2014: Meerderheid, minderheid, en is te vinden bij het onderwerp cultuur.