Links-liberalisme kent geen grenzen

Lees hier het pdf van dit artikel. Het verwijt aan liberalen is bekend: hoe liberaal je ook bent, zodra je jouw waarden gaat opleggen aan mensen in andere landen overschrijdt je daarmee een liberale grens. Dan ben je eigenlijk geen liberaal meer. De Vlaamse filosoof Helder de Schutter betoogt het tegendeel: het selectief toepassen van liberale waarden op natiegenoten is absurd en onrechtvaardig. Echte liberalen streven juist de globale toepassing van hun idealen na. Dit is een realistische utopie. Door Helder de Schutter Als politieke theorie staat het liberalisme voor wat men de normatieve prioriteit van het individu kan noemen: uiteindelijk staat de waarde van individuen centraal. Dit betekent dat politieke structuren enkel wenselijk zijn voor zover ze die individuen helpen. Als die structuren ingaan tegen de voorkeuren van mensen, verliezen ze hun waarde. En aangezien de meesten van ons van mening verschillen over die voorkeuren, kiest het liberalisme voor een staat die zelf geen opvatting van ‘het goede leven’ opdringt aan haar bevolking. Linkse liberalen onderscheiden zich hierbij van rechtse liberalen als het gaat om de herverdelende taak van de overheid. Linkse liberalen geloven dat het een taak van de overheid is om meer socio-economische gelijkheid na te streven – zij geloven in herverdelende rechtvaardigheid. De staat moet ongelijkheid door ongekozen omstandigheden compenseren; ongelijkheid ten gevolge van bepaalde keuzes is echter gerechtvaardigd. De vraag is nu in hoeverre het (links) liberalisme haar uitgangspunten en waarden aan anderen kan opleggen. In hoeverre is het universalisme van liberale waarden een utopie? Om te beginnen met het woord utopie. Een utopie kan zowel etymologisch als in het alledaagse taalgebruik twee dingen betekenen, soms tegelijkertijd. Allereerst kan het op een ideaal duiden, iets dat wenselijk is. Het kan ook staan voor iets onmogelijks. Beide betekenissen kunnen conflicteren: het is mogelijk dat iemand iets wenselijk wil dat niet kan worden verwezenlijkt. In wat volgt wil ik nagaan of het een realistische utopie is om de links-liberale waarden in een wereld met veel niet-liberalen na te streven (voor het idee van een realistische utopie, zie John Rawls’ The Law of Peoples, 1999). Is de universalisering van links-liberale idealen een utopie die kan worden verwezenlijkt? Absurd en onrechtvaardig Elke politieke theorie die zich uitspreekt over wat wenselijk is, bestaat uit twee delen: de theorie moet het wenselijke ideaal uitwerken en nagaan hoe om te gaan met anderen die het er niet mee eens zijn. Sommigen maken een tweedeling in ‘wij’ en die ‘anderen’: zij die in en buiten de staat wonen. Ze halen zowel culturele en democratische argumenten aan om te stellen dat we anderen buiten onze natie met rust moeten laten en/of argumenten die moeten legitimeren waarom we natiegenoten morele prioriteit mogen geven. Zij gaan ervan uit dat de twee groepen anders behandeld moeten worden: bij natiegenoten is onze ideologie wel van toepassing op zij die het niet met die ideologie eens zijn; bij mensen buiten onze natie niet. Deze positie is merkwaardig populair in de politieke filosofie van vandaag. Na een tijd van onstuimig enthousiasme over de wenselijkheid van globale rechtvaardigheid, staan de nationalisten vandaag centraal in de discussie. Mijn belangrijkste stelling is dat het vreemd en onterecht is om een tweedeling te maken tussen natiegenoten en andere mensen als het gaat om een politiek ideaal. Het is absurd te denken dat bijvoorbeeld alleen Nederlanders abortus mogen plegen, of dat alleen je landgenoten recht op euthanasie hebben (of juist niet). Als het gaat om belangrijke rechten en waarden is de natie een moreel arbitrair gegeven. Ofwel je gelooft dat mensen bij ondraaglijk en ongeneeslijk lijden zelf mogen beschikken over het einde van hun leven, ofwel je vindt van niet. Maar stellen dat dit enkel opgaat voor Nederlanders is absurd: de kwestie die hier centraal staat is ‘algemeen-menselijk’. Maar nog belangrijker: deze tweedeling is ook onrechtvaardig. Aangezien niemand de staat heeft gekozen waarin hij of zij is geboren, is het onrechtvaardig om het toepassingsgebied van solidariteit en rechtenbekommernis te beperken tot dit toevallige fenomeen. Die tweedeling aanhouden is problematisch als de ideologie liberaal van aard is. Liberalen plaatsen mensen als individuen centraal – uit welk land men komt is daarbij irrelevant. Als je dus vindt dat het links-liberalisme van toepassing is voor mensen met andere meningen binnen de natiestaat, dan is het dat in beginsel ook voor wie erbuiten leeft. Er is geen goede liberale reden om een morele tweedeling te maken: voor liberalen hebben alle individuen gelijke waarde. Links-liberalisme en postnationalisme Dat een liberaal politiek ideaal relevant is voor iedereen ligt steeds meer voor de hand in een globaliserende politieke wereld. Macht en democratische besluitvorming spelen zich in toenemende mate af in supranationale politieke instellingen. Daarmee verliest de tweedeling in ‘wij’ en ‘anderen’ steeds meer geloofwaardigheid. Tot dusver kon het in mijn betoog in principe gaan om een wereld van autarkische natiestaten. Door economische en politieke globalisering leven we echter niet langer in een context waarbij we zouden kunnen kiezen om de idealen van een staat toe te passen op die van een andere. De kern van de huidige ‘postnationale constellatie’ bestaat eruit dat die keuze voor een groot deel al gemaakt is en we onderdeel zijn geworden van natieoverstijgende politieke gehelen. Daarom is de centrale vraag in het politieke denken anno 2012 hoe we de natiestaatgebaseerde theorieën uit onze traditie – van Hobbes tot Locke tot Herder, Mill en Rawls – moeten herzien in het licht van een wereld waarin politiek niet langer enkel in handen van een staat ligt. Filosofisch gezien hebben we in deze nieuwe politieke situatie de keuze tussen twee perspectieven om onze relatie tot die supranationale instellingen, zoals de Europese Unie, te begrijpen. Het eerste perspectief begrijpt de EU als een samenwerkingsverband tussen natiestaten. Als burger besturen we de Unie dan op een getrapte wijze: als lid van een lidstaat, met burgers die op nationaal niveau besluiten wat de positie van hun lidstaat moet zijn op Europees vlak. Vanuit het tweede perspectief begrijpen we onszelf als onderdeel van een gemeenschap. In deze visie besturen we de Europese Unie als individuele Europese burgers, en behandelen we een Europese medeburger niet in eerste instantie als burger van zijn lidstaat maar als Europeaan. Links-liberalen moeten de verschuiving van het eerste naar het tweede perspectief aanmoedigen. Hoe breder het gezichtspunt, hoe minder ruimte er is om anderen te beschouwen als louter middel om er zelf beter van te worden. Anderen zien als individuen met wie je een overkoepelende politieke entiteit vormt, zorgt voor een verbreding van de morele gemeenschap. Dat impliceert de bereidheid en de mogelijkheid om je in de positie van de ander te kunnen stellen, of die nu Nederlander is of Pool. Nationaliteit is een arbitrair criterium om links-liberale idealen op af te stemmen en daarom moeten liberalen de verschuiving van een inter-nationale naar een inter-individuele visie op instellingen zoals de EU aanmoedigen. Realistisch utopisme Overigens is het irrelevant of die gemeenschap Europees dan wel globaal is. Links-liberalen moeten de globalisering van de politiek waar mogelijk actief aanmoedigen: er is geen moreel verschil qua herverdeling of garantie van rechten tussen Polen en Kenianen. Tegelijkertijd is op korte termijn de EU het enige geloofwaardige supranationale project waarin zo’n tweede perspectief gestalte kan krijgen, het enige project waarin we over anderen buiten onze eigen natiestaat kunnen beginnen nadenken als ‘een van ons’. Het is ook het belangrijkste project waarin we kunnen experimenteren met de praktische organisatie van rechtvaardigheid boven het niveau van de natiestaat. Dat soort experimenten kunnen ons helpen om wereldwijde rechtvaardigheid vorm te geven. Dit alles betekent geenszins dat nationale staten zelf betekenisloos worden. Het is utopisch in de irrealistische zin om te geloven dat we ze achter ons kunnen laten. En het is ook niet utopisch in de wenselijke zin: natiestaten geven individuen talen, culturen en contexten van waardigheid en identiteit, en verdienen daarvoor ook erkenning. Sommige bevoegdheden moeten zeker op niveau van de natiestaat worden uitgeoefend. Maar het gaat erom dat de natiestaat zijn waarde ontleent aan zijn dienstbaarheid aan het individu, en daardoor niet anders is voor Nederlandse of buitenlandse individuen. Dat het morele toepassingsgebied van de links-liberale waarden globaal is, zegt overigens verder nog niet meteen dat we die waarden moeten afdwingen. Er is in de internationale politieke wereld bijzonder veel nood aan gematigdheid en prudentie. Manu militari en zonder veel oog voor lokale inbedding onze liberale idealen globaal opleggen is dwaas en onproductief. Er is meer behoefte aan transnationale dan aan nationale voorzichtigheid. Maar omgekeerd tast de prudentie de rechtvaardigheid ook niet aan: er is een onderscheid tussen het (al dan niet simplistisch) globaal opleggen van liberale waarden, en het globaal rechtvaardig vinden van diezelfde waarden. Het nastreven van links-liberale idealen boven het niveau van de natiestaat is dus in wezen utopisch in de positieve, wenselijke betekenis van het woord. En het is niet onrealistisch: het gebeurt al. De eu geeft ons een concreet supranationaal project, en onze politieke leefwereld wordt steeds globaler. Het gaat erom hoe we ons politiek moeten gedragen tegenover de anderen in die natieoverstijgende politieke orde. Moreel gezien zien liberalen anderen gewoon als anderen, of ze nu buiten of binnen ons land wonen. Liberalen kennen de categorie van de ander niet.   Helder de Schutter is postdoc-onderzoeker aan het Centrum voor Ethiek, Sociale en Politieke Filosofie van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven. Hij houdt zich onder andere bezig met hedendaagse politieke theorieen, waaronder het liberalisme, en vraagstukken rondom globale rechtvaardigheid.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2012: Utopia: wat is wenselijk? Wat is haalbaar?, en is te vinden bij de onderwerpen liberalisme en sociaal-liberalisme.