Jan Vis: Journalist- Docent- Staatsrechtgeleerde – Politicus – Ganzenbordspeler

Lees hier het pdf van dit artikel. Als D66'er van het eerste uur was Jan Vis voor alle oudgedienden een bekende persoonlijkheid. Maar ook de jonge generatie kende hem goed vanwege de regelmatige commentaren die hij op radio en televisie gaf over staatsrechterlijke vraagstukken. En de lezers van Idee kenden hem als een uitmuntend columnist. Zelf heb ik Jan heel goed leren kennen vanwege twee gebeurtenissen. In 1992 kwam ik in de Eerste Kamer in een fractie van twaalf die Jan als fractievoorzitter kozen. En in 1994 heeft Jan een groot aantal weken bij mij gewoond in de twee perioden waarin hij als informateur werkte aan het tot stand brengen van Paars I.  Vooral in zo’n periode leer  je elkaar op een andere manier kennen. Tot 1973 was Jan parlementair journalist en hij heeft in die tijd een schat aan ervaring opgedaan over het reilen en zeilen van het dagelijkse politieke metier. Op gezette tijden gebruikte hij die ervaring in de fractie als sommigen van ons meenden dat er zich nu toch een werkelijk unieke situatie voor deed waar tegen heftig stelling moest worden genomen. Ongemerkt verkreeg de hele fractie een meer dan gemiddelde kennis over het recente verleden. Jan was een relativerende persoonlijkheid die de mogelijkheden van de politiek tot bescheiden proporties wist terug te brengen als er te veel hemelbestormers zich rond hem verzamelden. Typerend bijvoorbeeld was zijn houding tegenover de vele onderwijsvernieuwingen die hij met argwaan bezag. Zo werd het tot stand komen van de basisschool en het afschaffen van de kleuterschool in de jaren tachtig met 74 tegen 1 in de Eerste Kamer aangenomen. Onnodig te zeggen wie de tegenstemmer was. Laat die kinderen toch een tijd spelen, was zijn visie. Hij sprak er zelden over maar het falen van de Nederlandse Politiek direct na de Tweede Wereldoorlog inzake het beleid ten opzichte van het toenmalige Nederlands-Indië liet diepe sporen na ten huize van de familie Vis. En het kan niet anders of dit heeft op de zoon Jan grote indruk gemaakt en voor een deel zijn kijk op het politieke bedrijf mede bepaald. Na zijn journalistieke loopbaan werd Jan hoogleraar in Groningen, wetenschapper en docent. Vooral in die laatste hoedanigheid hebben veel mensen hem goed leren kennen. Hij genoot daar ook van en ongemerkt kwam er een ‘school’ tot stand van lieden voor wie het denken over staatsrecht sterk is beïnvloed door zijn colleges. Onze huidige fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Hans Engels, is bijvoorbeeld bij hem gepromoveerd. Zijn optreden als staatsrechtgeleerde in de media maakte hem tot een landelijk bekende persoonlijkheid. Minder bekend is dat hij in de Eerste Kamer enkele zeer diepgravende bijdragen heeft geleverd op het terrein van het Staatsrecht. Toen in 1983 een grondwetswijziging tot stand kwam waarbij de verkiezing van de Eerste Kamer grondig  werd gewijzigd, voorspelde hij dat dit problemen zou kunnen gaan opleveren in relatie tot het verkeer met de Tweede Kamer. Een voorspelling die in de recente politiek maar al te zeer waar is gebleken. Het hoogtepunt van Jan’s politieke optreden werd zijn informateurschap dat het tot stand komen van Paars I voorbereidde. Doordat – zoals gezegd – Jan in die periode bij mij woonde, heb ik dagelijks kunnen ervaren hoe hij van die functie genoot. Natuurlijk was de afspraak dat we thuis niet over de politiek zouden spreken tenzij hij aangaf daar behoefte aan te hebben. Dat nu kwam toch met regelmaat voor. Zo heb ik gezien hoe de relativerende kijk op de politiek als metier ongetwijfeld heeft bijgedragen om aanvankelijke tegenstellingen tot de juiste proporties terug te brengen. Ook al zag hij de mogelijkheden van de politiek als begrensd, het wilde niet zeggen dat de inrichting ervan niet beter zou kunnen. Met name de democratische legitimatie was een aspect dat hem bij voortduring bezig hield.  Daarin werd hij de vertrouwensman van Hans van Mierlo, zijn baas zoals hij soms in de fractie formuleerde. Toen Jan kort na het tot stand komen van Paars I benoemd werd als lid van de Raad van State volgde ik hem op als fractievoorzitter in de Eerste Kamer. Natuurlijk heb ik met regelmaat in het begin overleg met hem gevoerd : hoe die mand met kikkers te benaderen. In die tijd heb ik Jan vooral als een wijs mens leren kennen. Steeds meer - het was in de Kamer al een trend – concentreerde hij zich op zijn kinderen en kleinkinderen. De vakanties, meestal doorgebracht in Frankrijk, waren daar de hoogtepunten in. Als je hem vroeg wat hij in de vakantie zoal zou gaan lezen en schrijven, stelde hij voorzichtig: niet zo veel, ik ga vooral veel ganzenbord spelen met mijn kleinkinderen. Ik heb dat nooit gezien maar zo herinner ik me Jan het liefst. Hij ruste in vrede.   Eddy Schuyer is oud-senator voor D66.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2011: Vrije wil - idée fixe of realiteit? en is te vinden bij het onderwerp politici.