Grondslagen-debat 1978

hafmoD66 heeft nooit veel opgehad met grondslagen en ideologische wortels. Grondslagen leiden tot dogma's, terwijl het juist moet gaan om het politiek handelen, om wat je in de politieke praktijk daadwerkelijk laat zien. Toch is er van begin af aan nagedacht over grondslagen en historische erfenissen. Hans van Mierlo heeft eens gezegd dat D66 een combinatie is van sociaal-democratie en liberalisme. Hij was ervan overtuigd dat beide stromingen in naoorlogs Europa op hun grenzen waren gestuit en in de gemengde politieke stelsels - volledig socialistisch noch volledig kapitalistisch - nog slechts halve waarheden belichaamden.  Door Daniël Boomsma Die gedachte was niet alleen voorbehouden aan Van Mierlo. Ook anderen omschreven D66 zo, maar concludeerden eruit dat de partij erfgenaam was van de vroeg twintigste- eeuwse liberale traditie, die naast politieke ook belangen- en machtstegenstellingen erkent en wil kanaliseren. Met die erkenning komt het ook noodzakelijkerwijs uit bij een maatschappijkritiek, bij een kritiek op de organisatie - en dat is er een wezenlijk element van - van moderne samenlevingen. Het onderscheidt zich van socialisten, wiens blinde vlek is dat ze zich vaak alléén tot een maatschappijkritiek beperken en geen oog hebben voor het individu en zijn unieke situatie. Het onderscheidt zich ook van conservatieven, die zich vaak beperken tot een cultuurkritiek, en zich maar moeilijk kunnen verhouden tot de organisatie en inrichting van een samenleving. Misschien dat het onder de omschrijving van Siep Stuurman valt, uit diens Wachten op onze daden, het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat (1992):  de ''wederzijdse doordringing van liberalisme en socialisme'' op een moment dat de ''uiterste grens van het [zuivere] liberalisme'' was bereikt. Op 21 april 1978 hield D66 een discussie over de grondslagen van de partij op het congres in Zwolle. Op het voorjaarscongres van 1977 had een grote meerderheid partijleden daar om gevraagd. De tijd van ideologische ongrijpbaarheid leek voorbij, en het hoofdbestuur sprak van een nieuwe ''zwaarwichtige taak waarvoor de partij alle tijd moet nemen''. Jan Glastra van Loon had D66 al tot 'de vierde stroming' omgedoopt, naast de drie volkspartijen. Met de grondslagen werd daar een vervolg aan gegeven. ''Democratie is pas democratie als zij zichzelf in stand houdt'' In de Democraat van maart '78 werd een eerste aanzet gedaan. Elf grondslagen van vrijheidsgezind politiek handelen werden er opgesteld. Ten eerste handhaving en vergroting van de ontplooiingsmogelijkheden van het individu. Ten tweede de vrijheid om dat ook te kúnnen doen. Ten derde verdraagzaamheid en het waarderen van verscheidenheid als iets goeds. Ten vierde en vijfde respectievelijk de bescherming van het individu dat in de verdrukking dreigt te komen en het staatkundig waarborgen van de individuele vrijheid ter bescherming van zijn belangen. Ten zesde mensen de mogelijkheid bieden invloed uit te oefenen op de politieke macht. Ten zevende het beschouwen van democratie als middel én doel, als een ''manier om beslissingen te nemen èn als een politiek ethische houding''. Ten achtste het uitgangspunt dat de democratie nooit een gegeven is maar onderhoud behoeft. Ten negende dat de democratie openheid veronderstelt. Ten tiende en elfde respectievelijk dat D66 ernaar streeft zijn eigen uitgangspunten aan kritiek te onderwerpen en dat de democratische opvattingen zoals in de voorgaande punten geformuleerd zowel een nalatenschap van voorgaande generaties als een in de toekomst over te dragen erfenis voor toekomstige generaties  zijn. ''Democratie is pas democratie als zij zichzelf in stand houdt.'' De aanzet in De Democraat was een waardevolle uitwerking. Het bewees dat D66 duidelijke grondslagen had, en die status van ongrijpbaarheid van zich had afgeschud. Er bleek ook uit dat D66 zich niet meer van andere partijen onderscheidde, door haar gebrék aan grondslagen, maar doordat het als enige partij zuiver democratische grondslagen hanteerde, waar anderen genoegen namen met de oude, geërfde ismen. Lees hier het Grondslagen debat in Democraat 1978.