Gezond eten met weinig geld?

Lees hier het pdf van dit artikel. We eten te veel en te ongezond. Met een verhoogde bloeddruk, te hoog cholesterol en vergrote kans op hart- en vaatziekten als gevolg. Vaak worden dit soort kwalen gezien als typische welvaartsverschijnselen. Maar ook in veel ontwikkelingslanden vormen ze in toenemende mate een probleem. Voor zowel arme als rijke landen is gezonder eten daarmee van groot belang. Het bevorderen hiervan is niet eenvoudig, met name bij mensen die weinig te besteden hebben. Door Berber Kramer De avond voor mijn derde reis naar Nigeria dit jaar ren ik nog even snel naar de Albert Heijn met een inmiddels traditionele boodschappenlijst: een voorraad appels, bouillon, Sultana’s en groenten. Dit alles gaat rechtstreeks mijn koffer in, op de groenten na – hier geniet ik van alsof het mijn allerlaatste gezonde avondmaal is. Niet onterecht. De komende weken zal ik weinig fruit en groenten zien. Het ontbijt in Nigeria bestaat uit ei, worstjes en – voor de liefhebber – soep met ronddrijvende brokken vlees en bot. Voor de lunch staat gebakken rijst met vette kip op het menu. Tot slot wordt er ’s avonds bij het diner vooral vlees geserveerd, met drie blaadjes dorre sla en een klodder mayonaise. En dan heb ik nog het geluk in een hotel te zitten, want buiten de hoteldeur is groente helemaal ver te zoeken. Zo’n eetpatroon komt mijn gezondheid, maar ook de volksgezondheid in het algemeen, uiteraard niet ten goede. Ongezond eten gaat gepaard met een verhoogd risico op chronische ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Dit geldt nu vooral in rijkere landen, maar deze ‘welvaartsziekten’ worden ook in toenemende mate relevant voor ontwikkelingslanden, waar steeds meer tabak, alcohol en eten rijk aan vet of suiker wordt geconsumeerd. Arme mensen hebben vaak een eenzijdig dieet, waar veel vette producten aan toegevoegd worden wanneer zij iets meer te besteden hebben. Nu al zijn hart- en vaatziekten daar de belangrijkste doodsoorzaak, en in de toekomst zal dit naar verwachting alleen maar toenemen. Het stimuleren van een gezond eetpatroon is daarom van cruciaal belang, zeker ook in ontwikkelingslanden waar publieke zorg van lage kwaliteit is en private zorg vaak onbetaalbaar. Is men in ontwikkelingslanden voldoende bewust van de risico’s van ongezond eten, en wat moet er gebeuren om meer arme mensen daar aan een gezond dieet te krijgen? Gezondheid doet er toe Op het gebied van gezonder eten in arme landen is tot nu toe nog weinig specifiek onderzoek gedaan. Wel bestaan er studies naar preventie voor andere – vaak met armoede geassocieerde – ziekten. Deze studies laten zien dat het bevorderen van preventie makkelijker gezegd is dan gedaan. Arme gezinnen investeren vaak te weinig in hun gezondheid, ook wanneer de preventieve oplossingen voor het oprapen liggen. Er wordt zelfs geschat dat 63% van de sterfgevallen van de kinderen onder vijf jaar voorkomen had kunnen worden met simpele gezondheidsproducten zoals geimpregneerde klamboes, het toevoegen van chloor aan water of vaccinaties. Geven deze mensen dan niet om hun gezondheid of die van hun kind? Integendeel. Mensen die in extreme armoede leven spenderen een groot deel van hun geld aan gezondheidszorg. Gemiddeld wordt 5% van het maandelijks budget op het platteland van India aan zorg uitgegeven, voor Pakistan, Panama en Nicaragua is dit 3 tot 4%. De kosten voor een serieuze ziekte kunnen oplopen tot 26 keer het maandelijks huishoudbudget per persoon. En dat terwijl veel van deze huishoudens onder de armoedegrens leven. Het probleem is dus niet hoeveel arme mensen aan gezondheid uitgeven, maar waar ze het geld aan besteden. Geld gaat vaker naar dure zorg in plaats van goedkope preventie. Lees: gezonder eten en meer bewegen. Waarom gaan mensen in ontwikkelingslanden niet vaker voor deze laatste optie? Ongezond eten in ontwikkelingslanden Een eerste, en wellicht voor de hand liggende, reden waarom weinig (arme) mensen gezond eten is dat ze zich niet bewust zijn van de risico’s van ongezond eetgedrag. Zo blijkt uit een studie op het platteland van Nigeria, waar bijna een vijfde van de ouderen een ernstige vorm van hypertensie – een hoge bloeddruk – heeft, een kwart van de respondenten niet te weten wat het is. Slechts 11% wist een methode te noemen waarmee een te hoge bloeddruk voorkomen kan worden. Daarnaast was het overgrote merendeel – 92% – van de populatie met een te hoge bloeddruk zich hier niet van bewust.  Pas wanneer mensen weten dat de kans op ziekte wordt verminderd door bepaalde producten vaker te laten staan, kunnen ze een goede overweging maken in hun eetpatroon. Net als in meer welvarende landen, speelt voorlichting dus een belangrijke rol in het voorkomen van gezondheidsproblemen. Maar als mensen voldoende kennis zouden hebben over hun slechte eetgewoonten, zou het probleem dan zijn opgelost? Dit is niet het geval. Allereerst is het niet altijd makkelijk om gezond te leven in armere landen omdat gezond eten nu eenmaal vaak duurder is dan ongezond eten – of helemaal niet verkrijgbaar, waar ik in Nigeria een aantal keer mee geconfronteerd ben. Ten tweede, is het een algemene menselijke kwaal om acties voor ons uit te schuiven waarvan we weten dat we dit eigenlijk niet zouden moeten doen. Goede voornemens in de vorm van ‘vanaf morgen…’ hebben we allemaal, ook in ontwikkelingslanden. Ten derde, gaat gezond eten (of eigenlijk de gevolgen daarvan) vaak in tegen het schoonheidsideaal van mensen in enkele, vooral Afrikaanse, ontwikkelingslanden. Terwijl vrouwen in Europa en de VS hun uiterste beste doen om vooral op maatje 38 – liever nog 36 – te blijven, hoeft iemand in Afrika niet gek op te kijken wanneer hij of zij gecomplimenteerd wordt met een hoger gewicht. Sterker nog, tot voor kort was het een gebruik in bepaalde Nigeriaanse stammen om een vrouw na haar huwelijk vet te mesten. Na drie maanden stapte zo’n vrouw als een kiloknaller de deur uit. Haar man werd op zijn schouders geklopt omdat hij blijkbaar goed voor zijn vrouw had gezorgd! Gegeven deze diverse redenen om juist vaak ongezonder te leven, hoe kunnen we dan gezond eten aantrekkelijker maken? Werken de oplossingen die in rijkere landen worden geprobeerd ook in armere landen? Rijk en ongezond De eetproblematiek in rijke landen verschilt natuurlijk sterk van de problematiek in arme landen als gevolg van culturele, sociale en economische verschillen. Alhoewel meer mensen in rijke landen bewust lijken te zijn van de gezondheidsrisico’s van ongezond eten, is het ook hier niet altijd aantrekkelijk om gezonde producten te kopen. Nog steeds is goedkoop eten vaak ongezond eten. Overheid en verzekeraars ontwikkelen wel plannen om ongezond eten duurder te maken. Een overheid zou gezond eten kunnen subsidieren of een fat-tax – een accijns op ongezonde producten – kunnen invoeren. Daarnaast zouden verzekeraars die in willen zetten op preventie kortingen kunnen geven op gezond eten, hun premie verhogen bij een ongezondere leefstijl, of de behandeling van hart- en vaatziekten voor een deel onderbrengen in aanvullende pakketten. In ontwikkelingslanden is het succes van de eerste optie sterk afhankelijk van de aanwezigheid van veel en gezond voedsel. Het duurder maken van eten ligt niet voor de hand in landen waarin aan voedsel en besteedbaar inkomen gebrek is. Aan de tweede oplossingsrichting zitten ook nogal wat haken en ogen. In ontwikkelingslanden met kwalitatief lage zorg zijn verzekeringen niet populair: wanneer medicijnen niet gratis meegegeven worden, operaties slechts tot een maximum worden vergoed of er een eigen bijdrage gevraagd wordt, loopt een huishouden de kans dat ze geld uitgeeft aan zowel een verzekering als extra ziektekosten. In het algemeen moet niet teveel verwacht worden van dit soort financiele maatregelen; mensen laten zich niet alleen beinvloeden door hun portemonnee, maar ook door gemak en sociale normen. Ook al zou er een overvloed aan groente, fruit en ander gezond eten zijn, mensen moeten zich wel bewust zijn van de voordelen van een gezond menu. Voorlichting en de aanwezigheid van betere producten hebben daarmee dus de potentie gezonder eten te bevorderen zonder de invoering van belastingen of subsidies. Daarnaast kan er bijvoorbeeld veel bereikt worden door alleen al de presentatie van eten te veranderen zoals Thaler en Sunstein in hun bestseller Nudge aangeven (keuzearchitectuur). Door in schoolkantines te experimenteren met de locatie van gezondere of ongezondere producten, wisten de scholen de consumptie van artikelen met 25% te verhogen of verlagen. Een drastische verandering, zeker gezien het feit dat alles gewoon verkrijgbaar bleef; slechts de plek werd gevarieerd. Maar verleidingen blijven altijd bestaan. Zo ook voor mij. En dus, wanneer ik mijn koffer weer volgooi met gezonde producten, belanden er op het laatste moment toch nog even een pak stroopwafels en een doosje Steekpenningen naast de zak met appels.   Berber Kramer is promovenda aan het Tinbergen Instituut en de Vrije Universiteit Amsterdam en coördineert onderzoek rondom zorgverzekeringsprogramma’s in Nigeria, Tanzania en Kenia. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2011: De politiek van het eten en is te vinden bij het onderwerp gezondheid.