Gekozen leiders – Interview met Gerard Schouw

Lees hier het pdf van dit artikel. In een democratie kiest ‘het volk’ wie zijn politieke leiders zijn. De relatie tussen kiezer en gekozene is echter vaak heel indirect. Te indirect? Gerard Schouw, D66-Tweede Kamerlid, vindt van wel. Door Simon de Wilde We schrijven voorjaar 2022 en Nederland maakt zich op om weer naar de stembus te gaan voor de gemeenteraadsverkiezingen. Het is voor het eerst in de historie dat burgers zich direct mogen uitspreken over wie de komende vier jaar burgemeester van hun stad mag zijn. Naast de traditionele stem voor de controlerende macht van een gemeenteraadslid komt daar nu een directe stem bij voor de uitvoerende macht van de burgemeester. Net als in België stelt de burger dan de vraag bij de gemeenteraadsverkiezingen: welke kleur sjerp gaat de burgemeester dragen de komende vier jaar? Toekomstmuziek? Als het aan D66-Tweede Kamerlid Gerard Schouw ligt niet. Om dit voor elkaar te krijgen diende hij in 2012 een initiatiefvoorstel in over de zogeheten ‘deconstitutionalisering’ van de benoeming van burgemeesters en Commissarissen van de Koningin. Het voorstel ligt momenteel ter behandeling bij de Eerste Kamer. ‘Het duurt nog een paar jaar en de Grondwet zal gewijzigd moeten worden, maar ik bespeur sinds enkele jaren een omslag in het denken over de gekozen burgemeester. Er is in de Tweede Kamer op de SGP en de ChristenUnie na een meerderheid voor deze wijziging. Een wetswijziging zal zorgen voor meer legitimiteit van de macht omdat de burger direct de burgemeester kan kiezen en het besluit niet langer in Den Haag genomen wordt. Het gevolg is dat de burgemeester niet langer een grijze muis zal zijn die slechts de lokale politieke partijen en standpunten verbindt, maar iemand die leiderschap kan tonen en via een eigen agenda zijn visie kan verwezenlijken.’ Schouw, die sinds 2010 in de Tweede Kamer zit en daarvoor lid was van de Eerste Kamer en tevens voorzitter was van D66, meent dat Nederland geen land van leiders is. ‘Het adagium "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg" is niet voor niets zo populair in Nederland. Verbinden en polderen zit van oudsher in onze politiek-bestuurlijke cultuur ingebakken en het systeem is daarop ingericht.’ De Nederlander houdt van een leider die het leiderschap heeft afgelegd. Schouw noemt in dit verband de naam van Wim Kok. ‘In Nederland zijn we bang om de verkeerde leider te kiezen en daar zit misschien wel de angst voor de gekozen burgemeester. Stel je voor dat je vier jaar lang opgescheept zit met een persoon die wel een uitgesproken mening heeft, maar helaas niet capabel is.’ Om de urgentie van de gekozen burgemeester, en daarmee de legitimatie van de macht, te benadrukken duikt Schouw de historie in. ‘De benoeming van de burgemeester door het Rijk stamt uit de tijd dat de Grondwet in 1848 werd ingevoerd. Er waren toen veel minder gemeenten en zij hadden veel minder taken op hun bord. De burgemeester moest een oogje in het zeil houden van Rijkswege.’ Zo werd de burgemeester een figuur die boven de politieke partijen stond en als verbinder optrad. ‘In mijn tijd als wethouder in Dordrecht viel me al op dat een burgemeester helemaal geen mogelijkheden heeft om zijn wethouders uit te kiezen, laat staan aan te sturen en ze aan te spreken op hun functioneren.’ Sinds 1848 is er natuurlijk een hoop veranderd en hebben gemeenten er veel taken bijgekregen: van woningbouw tot riolering en het verzorgen van schoon drinkwater voor hun burgers. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 kwamen daar nog meer verantwoordelijkheden bij omdat de decentralisatie verder doorzet. Gemeenten houden zich nu ook bezig met jeugdzorg, werk en inkomen en zorg voor langdurig zieken en ouderen. Tegelijkertijd is in de afgelopen jaren het aantal gemeenten flink afgenomen terwijl het inwonertal juist is gestegen. ‘Daarmee is de huidige positie van een burgemeester eigenlijk onhoudbaar geworden. Als we de taken en verantwoordelijkheden van een burgemeester vergroten en hij of zij gekozen wordt op een programma waar een visie achter schuilgaat kan de burgemeester daarop afgerekend worden na vier jaar.’ Voor Schouw is het duidelijk: een gekozen burgemeester die leiderschap toont, zal maken dat de burger zich herkent in het stadsbestuur en daar trots op kan zijn. Een gekozen burgemeester is slechts één van de manieren waarop de macht meer gelegitimeerd kan worden. Immers, in hetzelfde wetsvoorstel van Schouw ligt ook besloten dat de burger mag zeggen wie de Commissaris van Koningin wordt. Ook de man of vrouw die deze positie gaat bekleden in de provinciehoofdsteden komt uit de hoge hoed in Den Haag. ‘Het gaat echter verder dan de gekozen burgemeester en Commissaris van de Koningin, want wat te denken van de gekozen premier? En buiten de Nederlandse politiek kun je denken aan Brussel, waar al sinds jaar en dag wordt gerept van het democratisch tekort. De macht vanuit Brussel wordt helaas nog niet genoeg gelegitimeerd. Zorg ervoor dat je niet op alleen kandidaten uit je eigen land kunt stemmen.’ Schouw is gepromoveerd op onderzoek naar leiderschap onder wethouders. Hij destilleerde vijf verschillende leiderschapsstijlen: de politiek leider, de superambtenaar, de verbindende bestuurder, de ambassadeur en procedureel leiderschap. ‘Met name de politiek leider vind je in Nederland niet veel terug en dat heeft dus te maken met de versnippering van het politieke landschap en de pluriformiteit van de politieke partijen. In tegenstelling tot in de ons omringende landen heb je hier geen kiesdrempel. Als je bijvoorbeeld naar Frankrijk kijkt zie je dat er een heel andere cultuur is. Daar is de macht gecentraliseerd vanuit Parijs. Leiderschap is er dan ook belangrijk en de Fransen houden van sterke leiders. Als je zorgt dat de burgemeester wordt gekozen op een sterk inhoudelijk verhaal en er de ruimte is om dit uit te voeren, is er wel meer ruimte voor dit type bestuurder.’ Dat een politiek leider wel degelijk gehoor vindt, blijkt volgens Schouw uit feit dat er in de afgelopen jaren meer vraag naar richting is gekomen vanuit het volk. Een politiek leider moet een stip aan de horizon zetten en daar de koers op uitzetten. Als er geen keuzes gemaakt worden, ligt al snel het gevaar op de loer dat het vlees noch vis is. ‘Dat was met D66 ook een beetje het geval toen we enkele jaren geleden in de peilingen nog slechts één zetel over hadden. Nadat we heldere keuzes maakten, was duidelijk waar wij voor stonden en de kiezer kan dat waarderen. De stip op de horizon is belangrijk, juist op lokaal politiek niveau. Je moet je niet verschuilen met nietszeggende politieke beloften als: "nu zijn er honderd beveiligers in onze stad, over vier jaar zijn dat er vierhonderd." Een visie hebben en leiderschap tonen als je het vertrouwen krijgt, daar draait het om.’ Ideeën genoeg als het gaat om een meer directe invloed van het volk op de macht. Maar voor het zover is kijkt Schouw eerst naar de uitvoering van zijn initiatief voor de gekozen burgemeester en Commissaris van de Koningin. Hij is er terdege van bewust dat meerdere staatscommissies zich bogen over de positie van de burgemeester. Het resultaat is dat er tot op heden nog niets veranderd is. Maar met het initiatiefwetsvoorstel is de eerste stap op weg naar een legitimering van de macht binnen de lokale politiek gezet. ‘Het eerste deel, de wetswijziging, is taai en saai, maar hebben we dan achter de rug en dan kunnen we kijken naar het spannende en creatieve gedeelte: hoe geef je in praktijk invulling aan het gekozen burgemeesterschap? Daartoe zijn wel driehonderd manieren te verzinnen. Gelukkig ligt 2022 nog even van ons vandaan.’   Simon de Wilde is redacteur van Idee.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2014: Follow the leader, leader, en is te vinden bij de onderwerpen democratie en interviews.