Feiten & cijfers – Wie leidt?

Lees hier het pdf van dit artikel. Dit artikel bevat figuren en tabellen. Lees het pdf om de tabellen te bekijken. Over wie of wat een leider is, en wat voor leider een samenleving voorbrengt, bestaat een breed debat. Is een leider bijvoorbeeld altijd een oude wijze man? In het oude Athene dachten ze van wel: zij hielden er een raad van wijzen op na, de Gerousia, waarvan de leden ten minste zestig jaar oud moesten zijn. Of is het ware kenmerk van een leider dat hij of zij zich als gelijke ziet van juist die mensen die hij of zij leidt, het eveneens uit de oudheid stammende idee, Primus inter pares? Door Andrys Wierstra Een geboren leider De vraag of leiderschap is aan te leren, of simpelweg een kwestie van karakter is, raakt aan het zogeheten nature-nurture debat. Voorstanders van het nurture-kamp op het gebied van leiderschap wijzen graag naar de business-opleidingen (mba), specifiek gericht op het opleiden van leidinggevenden. Uit een onderzoek van Financial Times Research blijkt dat 33% van de leidinggevenden werkzaam bij de top 500 bedrijven in de Verenigde Staten (Fortune 500) een mba op zak heeft. Tegenstanders van dit idee beroepen zich vaak op het argument dat leiderschap niet in schoolbanken kan worden geleerd; zie bijvoorbeeld het recente boek The end of Leadership (2013) van Barbara Kellerman. Het nature-nurture debat is grotendeels afhankelijk van de invulling die aan leiderschap wordt gegeven. Is leiderschap inspireren of strategisch denken? De verhouding tussen de verschillende vaardigheden en de waardering hiervoor heeft een sterke invloed op de conclusie of leiderschap een kwestie van karakter of opleiding is. Uit een onderzoek van de Hay Group (zie Figuur 1) blijkt dat met name strategische denken (59%) als een belangrijke vaardigheid wordt beschouwd binnen het bedrijfsleven. Onder de top 20 bedrijven van de S&P 500 (lijst van de grootste Amerikaanse naamloze vennootschappen) is de waardering hiervoor zelfs nog hoger (68%). Voorbij de universaliteit van lichaamstaal De perceptie van leiderschap is niet alleen tijdsgebonden maar ook plaatsgebonden. De sociaal psychologe Lora E. Park (2013) concludeerde in haar onderzoek dat culturele waarden een grote rol spelen in de manier waarop wij de lichaamstaal van onze leiders waarderen. Park stelde een experiment op waarin ze respondenten van verschillende afkomst vroeg verschillende houdingen aan te nemen achter een bureau. Hieruit kwam naar voren dat respondenten met een westerse afkomst een gevoel van macht ontleenden aan de ‘voeten-op-tafel’ positie, terwijl respondenten met een Aziatische achtergrond zich veel comfortabeler voelden bij de ‘handen-langs-de-zij’positie. Dit omdat de houding vrijwel niet correspondeert met Aziatische waarden als nederigheid, bescheidenheid en terughoudendheid. Het is geen geheim dat lichaamstaal een belangrijk onderdeel vormt van communicatie tussen mensen. Park toont met haar onderzoek aan dat wanneer iemand zich machtig wil voelen, hij letterlijk deze houding moet aannemen. Welke houding dit is hangt af van de cultuur. De oude wijze Naast een goede opleiding, of een sterk karakter, wordt ook ‘ervaring’ vaak aangewezen als een belangrijke indicator voor leiderschap. De oude Grieken waren de eersten die het idee ‘hoe ouder, hoe wijzer’ politiek toepasten. De bestuursvorm wordt ook wel gerontocratie genoemd, naar het Griekse Geros (oud). Dat ervaring binnen de politiek niet altijd leidt tot aanzien, bleek wel toen CDA-oudgedienden Herman Wijffels, Ab Klink en Ernst Hirsch Ballin gekscherend werden weggezet als Mastodonten. Bijzonder genoeg worden de leiders in heel Europa steeds jonger, terwijl de gemiddelde leeftijd van de Europese bevolking in het algemeen stijgt. Onze eigen premier Rutte (43 jaar bij zijn aantreden), maar ook voormalig premier Balkenende (46 jaar bij zijn aantreden), zijn hier concrete voorbeelden van. De jongste premier die Nederland ooit kende is overigens Ruud Lubbers. Kijken we naar het volledige kabinet dan varieert de gemiddelde leeftijd nogal. Eenheidsworst De zorgen die oud-Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet uitte in de aanloop naar haar aftreden reikten veel verder dan de gemiddelde leeftijd in de Tweede Kamer. Verbeet stelde dat er een monocultuur was ontstaan waarin een groot deel van de Kamerleden dezelfde kranten en boeken lezen, en dezelfde verjaardagen bijwonen. Ten tijde van haar uitspraak in 2012 had 80% van de Kamer een academische achtergrond, terwijl 12% van alle Nederlanders een universitaire opleiding heeft genoten. Hoewel haar opmerking veel media-aandacht trok, is er weinig veranderd. In het huidige kabinet heeft alleen minister Henk Kamp de havo gevolgd, de andere ministers zaten in hun middelbare schooltijd op het vwo of op het Gymnasium. Ook qua vervolgopleiding is het beeld eentonig. De usual suspects economie, recht en bestuurskunde voeren de lijsten aan. Uitzonderingen hierop zijn Jeanine Hennis Passchaert (esa), Ronald Plasterk (biologie) en opnieuw Henk Kamp (belastinginspecteur). Daarnaast wordt het kabinet gedomineerd door Zuid-Hollanders en Brabanders. De noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe leverden geen enkele minister aan Rutte II. Als ik later groot ben... Decennia geleden al stelde men lijsten op met de status van verschillende beroepen. Waar vroeger nog het beroep van burgemeester imponeerde, is het tegenwoordig de langdradige Engelse titel, afgesloten met ‘manager’ die indruk wekt. U weet wel, een ‘Corporate Communication Officer’, waar vroeger nog de makkelijkere en heldere variant ‘woordvoerder’ werd gehanteerd. Uit een peiling van het carrièretijdschrift Intermediair blijkt dat tegenwoordig de positie van topman of –vrouw het meeste aanzien geniet. Meer aanzien zelfs dan de positie van premier. De lijst wordt aangevuld met artsen, hoogleraren en rechters. In het opstellen van de lijsten lieten de respondenten zich met name leiden door de mate van verantwoordelijkheid (77 %) die bij een functie komt kijken. Ook het aanzien (49%) speelt een belangrijke rol.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2014: Follow the leader, leader, en is te vinden bij de onderwerpen feiten en cijfers en leiderschap.