Feiten & cijfers – Tussen vrijheid en controle

Dit artikel bevat figuren en tabellen. Lees het pdf om de tabellen te bekijken. Samenstelling Eline van der Mast

Vertrouwen in de medemens In het dagelijks leven is vertrouwen in onze medemens van groot belang, misschien wel belangrijker dan ons vertrouwen in politiek of rechtsstaat: kun je de mensen met wie je over straat loopt, bij wie je eten koopt of die je bankzaken regelen vertrouwen? Maar liefst 67% van de Nederlanders vindt van wel. En het aantal is zelfs gestegen: in 2002 gaf nog maar 58% van de ondervraagden aan dat ze vertrouwen hadden in hun medemens. Dat we steeds minder op elkaar vertrouwen lijkt dus een misvatting. Hetzelfde geldt voor de vaak gehoorde uitspraak dat Nederlanders zich steeds onveiliger voelen: in 2009 maakte 13% van de Nederlanders zich zorgen over de veiligheid op straat, in 2005 was dit nog 27%. In andere landen voelt gemiddeld 27% van de mensen zich onveilig als ze alleen in het donker in hun buurt lopen; in Nederland is dit slechts 18% - en sinds 1992 is dit percentage alleen maar gedaald. Alleen in Canada, Scandinavië en IJsland voelen mensen zich veiliger. Mensen geven aan het meest bang te zijn voor jongeren (Rob, januari 2011).

Vertrouwen in de economie en bedrijven Voor bedrijven is het van groot belang dat ze vertrouwen wekken bij de consument. Immers, of een consument een product koopt, hangt grotendeels af van het vertrouwen dat de consument heeft in het product, en in het merk. Zo hebben Nederlands voor hun auto vertrouwen in Toyota, voor hun witgoed in Miele, en hun mobiele telefoon in Nokia. Ons geld zetten we het liefst bij de Rabobank, onze benzine pompen we graag bij Shell, Interpolis vinden we inderdaad glashelder, we smeren Nivea in het volste vertrouwen, gaan graag naar de Kruidvat en we wassen graag ons haar met Andrelon (Reader’s Digest Trusted Brands). Keurmerken (zoals ‘Ik kies bewust’) wekken in theorie vertrouwen bij de consument, maar volgens een onderzoek van Marketresponse in 2011 weet driekwart van de Nederlanders niet waar de merken voor staan, en heeft slechts 30% vertrouwen in de merken. Wel gaf 85% aan dat ze het belangrijk vinden dat de merken er zijn. In 2011 liet een maandelijkse meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek zien dat de AEX en consumentenvertrouwen nauw met elkaar verbonden zijn.

Vertrouwen in de overheid en rechtstaat Geert Wilders zei tijdens zijn proces in 2011 dat hij geen vertrouwen had in de rechterlijke macht als deze hem zou veroordelen. Nadat hij was vrijgesproken nam het vertrouwen van de burger in de rechterlijke macht toe: van de mensen die het proces volgden had 57% van de ondervraagden vooraf vertrouwen in de rechterlijke macht; terwijl dit hierna 62% was. Onder pvv-stemmers ging het vertrouwen van 34% naar 43% (UvA en tns nipo). Volgens het cbs lag dit aantal hoger in 2010: 70% van de ondervraagden had vertrouwen in rechters. Maar 51% had vertrouwen in ambtenaren, 45% in de eu, en 66% in de navo. De Tweede Kamer genoot 59% vertrouwen.

Vertrouwen en politici Ondanks de hoge mate van vertrouwen in onze (democratische) rechtsstaat, vinden we onze politici zelf niet altijd even betrouwbaar (zie ook het artikel in dit nummer van Tom van der Meer). Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar het vertrouwen dat de politici bij ons wekken. Allemaal geven deze aan dat Emile Roemer, Mark Rutte en Jan Kees de Jager steevast het meeste vertrouwen bij de Nederlandse burger oproepen. Hoe we naar politici kijken en welke rol vertrouwen in verkiezingen speelt heeft veel te maken met mediaberichtgeving. Met het vele geklaag van politici over ‘stemmingmakerij’ of gekleurde berichtgeving van de media is de burger het blijkbaar eens: slechts 33% gaf aan vertrouwen te hebben in de pers, zo blijkt uit een onderzoek van het cbs in 2010. Tussen de kiezers van verschillende partijen is hier ook weer verschil: 21% van de cu-stemmers vertrouwt de pers; tegenover 46% van de glstemmers. Van de pvv-stemmers vertrouwt 39% in de pers, van de D66-stemmer 32%. Niet alleen politieke kleur, maar ook opleiding maakt verschil in de mate van vertrouwen: hoe hoger opgeleid, hoe meer vertrouwen in anderen en instanties. Vertrouwen in andere landen Een onderzoek gepubliceerd in The Quarterly Journal of Economics toonde aan dat EU-landen die veel handel met elkaar bedrijven, elkaar ook meer vertrouwen. Binnen de EU worden Zweden over het algemeen het meest vertrouwt; Italianen het minst. De Zweden zijn zelf ook het beste van vertrouwen; de Portugezen en Grieken het minst. Maar ook per land hangt het af welk ander land het meest vertrouwen wekt: de Engelsen vertrouwen de Fransen nog minder dan de Italianen, en de Fransen vertrouwen de Engelsen ook amper. De factoren die hier aan mee kunnen spelen? Naast religie (katholieke landen vertrouwen elkaar onderling meer), of etniciteit, speelt ook oorlog een rol. Landen met een lange oorloggeschiedenis hebben sneller een gevoel van onraad bij elkaar (neem Engeland en Frankrijk, of Italië en Oostenrijk, zie Eurobarometer 2011). Naast vertrouwen tussen landen is op internationaal niveau ook het vertrouwen in supranationale instituties interessant. Onderstaande figuur laat zien hoe het vertrouwen van Europese burgers in verschillende Europese instituties is veranderd sinds het begin van de financiële crisis.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2012: Vertrouwen, tussen vrijheid en controle, en is te vinden bij het onderwerp feiten & cijfers.