Feiten & cijfers – Democratie
De opkomst bij verkiezingen wordt gezien als een belangrijke graadmeter voor de betrokkenheid van burgers bij de politiek. Na afschaffing van de opkomstplicht, die Nederland tussen 1917 en 1970 voor alle verkiezingen kende, staat het de bevolking geheel vrij om al dan niet haar stem uit te brengen. Sinds de afschaffing van de stemplicht in 1970 zien we over het geheel genomen een dalende opkomsttrend voor alle verkiezingen. De mate waarin verschilt echter per soort stemming.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1971, de eerste verkiezingen zonder opkomstplicht, bracht 79,12% van de stemgerechtigde bevolking haar stem uit. Bij de laatste verkiezingen in 2012 was dit 74,57%, wat een lichte daling van 4,55% over 31 jaar betekent. Bij de gemeenteraadsverkiezingen is de dalende trend duidelijker zichtbaar. Waar in 1974 nog een opkomst van 69,07% behaald werd, bracht in 2010 nog maar 54,13% van de stemgerechtigden een lokale stem uit. Daarmee daalde het animo voor de gemeenteraadsverkiezingen in 26 jaar met 14,94%. De verkiezing voor het Europees Parlement laten echter de scherpste daling zien. In 1979 vond tijdens deze verkiezingen nog 58,12% van de bevolking haar weg naar de stembus. Bij de laatste verkiezingen in 2009 was dit percentage teruggelopen tot 36,75%, een daling van 21,37%. Daarbij vond deze daling, in vergelijking met de andere verkiezingen, plaats over een veel kortere tijdspanne van 20 jaar.
De mythe van tanend vertrouwen in de democratie Al jaren wordt er in politiek en wetenschap gesproken over de vermeende kloof tussen burger en politiek en het tanende vertrouwen van mensen in democratie en overheid. Opiniemakers zoals Thierry Baudet (‘ernstige vertrouwenscrisis tussen de burger en de politiek’), cultuurhistoricus David Van Reybrouck (‘Europa gelooft steeds minder in democratie’) en wetenschapper Thomas von der Dunk (‘dreigende vervreemding van de kiezers’) plaatsten openlijk hun twijfels bij de legitimiteit van het huidige politieke bestel in Nederland en verder. Zelfs de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) schrijft in het rapport Vertrouwen op democratie (2010) over een ‘legitimiteitscrisis’ waarbij ‘de mensen die namens ons de besluiten nemen, slechts kunnen rekenen op een beperkt draagvlak onder de mensen die zij representeren’. Met name de positie van politieke partijen en de regering moet het daarbij ontgelden. Op het blog Stuk Rood Vlees, waar politicologisch onderzoek gekoppeld wordt aan de actualiteit, nam politicoloog Tom van der Meer deze these eens onder de loep. Is er werkelijk sprake van een structurele daling van het vertrouwen? En bedreigt dit de legitimiteit van onze verkozen vertegenwoordigers? Met de onderstaande grafiek laat Van der Meer zien dat het vertrouwen in de democratie, in tegenstelling tot de eerder gepresenteerde stellingen, juist behoorlijk is toegenomen over de afgelopen decennia. Daarbij is het vertrouwen in de regering ‘niet structureel gedaald, maar structureel volatiel geworden’. We zien pieken aan de start van de regeerperiodes en dalen rond kabinetscrises, maar het structurele vertrouwen verschilt niet veel met het verleden. Myth busted? Lidmaatschap politieke partij Wanneer je als burger invloed wilt uitoefenen op de politiek zijn er in principe twee mogelijkheden: een stem uitbrengen tijdens verkiezingen of lid worden van een politieke partij. De mensen die kiezen voor de tweede optie kunnen zich bij bijna alle partijen inschrijven als lid. Als passieve, donerende sympathisant of als actief lid dat meedoet aan tal van activiteiten. In de verzuilde samenleving van 1960 telden de acht partijen in de Tweede Kamer gezamenlijk 730.000 leden. Sindsdien is er vooral sprake van een flinke dalingen van het totale ledenbestand. In 1970 was het totale aantal leden bijna gehalveerd en telden de elf partijen in de Tweede Kamer gezamenlijk nog maar 393.000 leden. Na een korte opleving begin jaren tachtig, en een daaropvolgende daling tot 2000, is het aantal leden vanaf 2005 stabiel gebleven rond de 300.000. In 2012 kwam het totale ledental uit op 311.311 leden, waarmee 2,5% van de 12.689.810 stemgerechtigden lid van een politieke partij was. Bij D66 groeide het ledenbestand als een van de weinige partijen de afgelopen jaren overigens fors. Na een dieptepunt in 2008, toen D66 nog 10.357 leden telde, is er een stijgende lijn ingezet. Over 2013 noteerde D66 een groei van het ledenbestand van 2,8% en daarmee kwam het totale aantal leden op 23.769. Kroonjuweel in Zwitserland Sinds haar oprichting maakt D66 zich sterk voor democratische hervormingen en meer directe democratie. Eén van de kroonjuwelen van de partij is het streven naar directe volksraadpleging in de vorm van een referendum. Hoewel dit streven niet meer de voornaamste reden is waarom mensen zich aan de partij binden, raakt het toch aan een wezenlijk deel van het sociaal-liberale gedachtegoed. Democratie is onontbeerlijk ter legitimatie en controle van de macht, en het referendum is hierbij een vaak genoemde vorm van directe democratie. In Nederland krijgt het referendum nog niet echt voet aan de grond, maar in Zwitserland hoort het referendum bij de normale politieke gang van zaken. In dit land is het bindend referendum al sinds 1848 onderdeel van de politieke besluitvorming. Voor de Zwitserse burgers zijn er drie mogelijkheden om tussen verkiezingen door hun stem te laten horen. Zo moet de regering bij grondwetswijzigingen of de Zwitserse toetreding tot internationale organisaties een verplicht referendum uitschrijven. Verder moet de regering een niet-verplicht referendum uitschrijven wanneer 50.000 burgers een parlementair wetsvoorstel in stemming willen brengen. De derde mogelijkheid is het volksinitiatief, waarbij burgers zelf grondwetswijzigingen kunnen initiëren wanneer zij 100.000 handtekeningen hebben verzameld. De onderstaande diagrammen geven het aantal goed- en afgekeurde referenda weer en de onderwerpen die daarin behandeld werden. Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2014: Lang leve de democratie!, en is te vinden bij de onderwerpen democratie en feiten en cijfers.