Europe doesn’t do God

Lees hier het pdf van dit artikel. Zo’n 200.000 Nederlanders zijn om religieuze redenen niet ingeënt tegen polio; slechts aarzelend stemt het Vaticaan in met het gebruik van voorbehoedmiddelen; abortus is in veel rooms-katholieke landen vaak slechts onder heel strikte voorwaarden toegestaan. Een strikte religieuze moraal bepaalt nog steeds in grote mate de grenzen van fundamentele rechten in Europa. Onwenselijk, vindt Sophie in ’t Veld.  Door Sophie in ‘t Veld  'We don't do God’. Dat zei spindoctor Alistair Campbell op een vraag van een journalist naar het christelijke geloof van de toenmalig Britse premier Tony Blair. Europeanen staan weliswaar wantrouwig tegenover politieke leiders die al te publiekelijk gelovig zijn (terwijl ironisch genoeg in de VS een atheïstische president vrijwel ondenkbaar is), maar toch hebben kerken een grotere invloed op de politiek dan veel mensen beseffen, met name als het gaat om fundamentele kwesties op het terrein van seksualiteit en voortplanting. In dit artikel beschouw ik de vervlechting van religie en Europese democratie in algemene bewoordingen, en de lobby van kerken om bepaald beleid op dit terrein te veranderen in het bijzonder. Religie en democratie Vrijheid van godsdienst is één van de kernvrijheden van onze democratie. In vroegere eeuwen werden mensen automatisch geacht de religie van de heerser van het moment aan te hangen, en velen werden vervolgd om hun geloof. Dat is gelukkig niet meer het geval. Een strikte scheiding van kerk en staat is een absolute voorwaarde voor daadwerkelijke godsdienstvrijheid. Met het ontstaan van de natiestaten werd de scheiding tussen kerk en staat een feit, en in de jaren zestig hebben we ons definitief bevrijd van de verstikkende bemoeizucht van de kerk. Sindsdien leven we in een moderne, seculiere samenleving, waar religie een strikt particuliere aangelegenheid is. Kwestie gesloten. Of toch niet? Europa wordt meestal beschouwd als het meest geseculariseerde continent ter wereld. Maar in weinig EU-lidstaten is er een volkomen scheiding tussen kerk en staat. De oude verstrengeling van kerkelijk en wereldlijk gezag is in veel landen tot op heden nog voelbaar. In Groot-Brittannië is het staatshoofd tevens hoofd van de kerk en hebben prelaten zitting in het parlement. Finland en Denemarken hebben nog een staatsgodsdienst, in Griekenland voerde tot voor kort de orthodoxe kerk de burgerlijke stand. Kerken hebben overal een ferme grip op het onderwijs, de zorg- en medische sector, en de media. Kerken hebben formele en informele uitzonderingsposities in de wet, die soms worden misbruikt voor het weigeren van publieke diensten zoals abortus of homohuwelijk, of om zich te onttrekken aan het wereldlijk gezag in het geval van kindermisbruik. Ook binnen de EU-instellingen neemt de politieke invloed van religies toe, hoewel de EU als volstrekt seculier project is opgezet. In het Verdrag van Lissabon is Artikel 17 opgenomen over de dialoog van de EU-instellingen met kerken. Dit wordt aangegrepen voor een jaarlijkse 'top' van religieuze leiders met de leiders van de EU-instellingen. Seculiere organisaties worden grotendeels genegeerd. Commissievoorzitter Barroso en Raadsvoorzitter Van Rompuy hebben speciale topambtenaren in dienst voor relaties met kerken. De EU heeft officiële diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan. De Katholieke Conferentie van Bisschoppen is één van de machtigste lobbygroepen in Brussel. Alhoewel vaak minder invloedrijk dan de rooms-katholieke kerk, zijn ook de meeste andere religies vertegenwoordigd in Brussel. Hun gezamenlijke invloed kan echter niet worden onderschat. Daarnaast hebben religies ook via de kansel invloed, zonodig door te dreigen met excommunicatie als politici standpunten innemen die niet stroken met de officiële doctrine. Religie is steeds meer aanwezig in de Europese politiek. Het gaat dan vooral om uiterst conservatieve krachten, want seculiere bewegingen en progressieve religieuze lobby's worden nauwelijks gehoord. Er ontstaat een Europese pendant van de 'Religious Right' in de Verenigde Staten. Kerkelijke lobby De 'clash' tussen godsdienstige voorschriften en seculiere wetten doet zich vrij eenzijdig voor op het terrein van familierecht, seksualiteit en voortplanting. Er zijn zelden fundamentele conflicten over, zeg, transportbeleid of industriebeleid. Het gaat over vrouwenrechten, homorechten, en reproductieve rechten en gezondheidszorg (als anticonceptie, abortus, condooms, IVF). In het Europees Parlement pleiten conservatieve politici, vaak met een Poolse of Italiaanse nationaliteit, sinds jaar en dag voor een Europese versie van de omstreden Amerikaanse Gag-rule. Dit is de muilkorfregel die voor het eerst in de jaren tachtig in de VS werd ingevoerd door de Amerikaanse president Ronald Reagan. NGO’s die informatie gaven over onderwerpen als anti-conceptie en abortus kregen geen geld meer. Tot nu toe heeft een meerderheid van het EP dit onzalige plan steeds weggestemd. En als het gaat om voorstellen om moedersterfte terug te dringen, het Millennium Development Goal 5, stemmen conservatieve krachten in het EP steevast tegen de paragrafen die verwijzen naar het belang van condoomgebruik en ‘sexual and reproductive health and rights’. Dat laatste wordt namelijk geïnterpreteerd als: abortus. Die paragrafen worden wel degelijk vaak weggestemd, of zodanig aangepast dat condooms en abortus onherkenbaar worden gemaakt. Ook in de Raad van Europa is de lobby van het Vaticaan actief. Vorig jaar stelde de Britse politica Christine McCafferty voor om de willekeur bij het beroep op gewetensbezwaar binnen de gezondheidzorg enigszins te reguleren. Met beroep op het recht op gewetensbezwaar kan medisch personeel weigeren medische handelingen uit te voeren. Het ging McCafferty niet om het aantasten van het fundamentele individuele recht op gewetensvrijheid, maar om het beperken van het systematisch, collectief beroep op het recht op gewetensbezwaar, waarmee het de facto officieel beleid wordt om bepaalde medische handelingen te weigeren, ook als de patiënt er wettelijk recht op heeft. Door de grote druk van de religieuze lobby bleef er weinig over van het voorstel van McCafferty. Zelfs de titel van de oorspronkelijke resolutie werd van Women’s Access to Lawful Medical Care: the Problem of Unregulated Conscientious Objection veranderd in The Right to Conscientious Objection in Lawful Medical Care. Uiteindelijk nam de Raad van Europa een compleet andere resolutie aan, waarin impliciet het recht op gewetensbezwaar nu juist werd uitgebreid van individueel naar collectief recht. Christine McCafferty stemde uiteindelijk zelf tegen de definitieve versie van haar eigen rapport. Wat de gevolgen kunnen zijn van het collectieve beroep op gewetensbezwaar hebben vrouwen aan den lijve ondervonden in de Belgische gemeente Mechelen. In het kader van liberalisering van de gezondheidszorg fuseerden de katholieke en gemeentelijke ziekenhuizen een aantal jaar geleden en kwamen alle instellingen onder een katholiek bestuur te staan. Na deze fusie weigerden de artsen plotseling in negen van de tien gevallen om nog een abortus uit te voeren. Het beroep op gewetensbezwaar is strikt individueel, en formeel mag een instelling als geheel geen beleid voeren om abortus te weigeren. Artsen werden echter onder druk gezet, maar dat valt lastig te bewijzen. De ruim driehonderd vrouwen die jaarlijks in Mechelen abortus laten plegen, moesten noodgedwongen uitwijken naar steden als Antwerpen of Brussel. Omdat de drempel voor veel (jonge) vrouwen te hoog blijkt om voor deze ingreep naar een andere stad te gaan, heeft het liberale gemeentebestuur van Mechelen nu plannen om een aparte abortuskliniek in de stad te openen. In Italië is dit probleem nog veel wijder verbreid, en groeiend. In Lazio, een regio met bijna zes miljoen inwoners weigert inmiddels bijna 90% van de artsen abortus uit te voeren. De resterende artsen voeren vrijwel alle abortussen uit, maar krijgen daar na verloop van tijd genoeg van, en gaan hierdoor ook steeds vaker over tot weigering. Eenzelfde zorgwekkende trend zie je ook in de rest van Europa. Met name vrouwen in traditioneel rooms-katholieke landen, zoals Oostenrijk en Polen worden steeds vaker gedwongen om naar andere landen uit te wijken voor een abortus. Zij kunnen in eigen land niet meer geholpen worden, ook daar waar wel een wettelijk recht op abortus is, zoals in Oostenrijk. In Slowakije probeerde de katholieke kerk middels een officieel verdrag met de regering (een Concordaat) het collectieve recht voor artsen te bedingen om medisch handelen te weigeren, inclusief het verstrekken van voorbehoedsmiddelen. Door grip op de onderwijssector slagen kerken er vaak in om seksuele voorlichting op scholen te verbieden. In Italië dreigde het Vaticaan met excommunicatie als de morning after pil 'RU486' goedgekeurd zou worden door de verantwoordelijke overheidsdienst. Afsluiting In Europa is vrijheid van godsdienst bedoeld om het individu te beschermen tegen onderdrukking en dwang van het regime. Religies bepalen niet waar de grenzen van de fundamentele rechten liggen. De EU-grondrechten krijgen momenteel steeds meer hun beslag in wetgeving. Het is onaanvaardbaar als die wetgeving eenzijdig wordt gevormd naar een streng religieuze moraal. Het wordt hoog tijd de seculiere aard van het Europese project te onderstrepen. Europe doesn't do God. Misschien wordt het tijd om 'vrijheid van godsdienst' te vervangen door vrijheid van levensbeschouwing of geweten, een individueel recht waar 500 miljoen Europeanen in al hun diversiteit aanspraak op kunnen maken.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 2: Medische ethiek en is te vinden bij de onderwerpen religie en zorg.