Europa: voorwaarde voor vrijheid
Wij zeggen ‘Ja’ tegen Europa. In een wereld waar uitdagingen als veiligheid, energie, verduurzaming en immigratie grenzen overschrijden, is een slagvaardig Europa cruciaal. Niet als doel op zich, maar als middel om individuele vrijheid te garanderen in een wereld die steeds complexer wordt. Sociaal-liberalen willen vóór alles een Europa dat bijdraagt aan het beschermen en vergroten van de persoonlijke vrijheid van haar inwoners.
Dit essay laat zien hoe dit Europa-ideaal goede uitgangspunten biedt om antwoorden te vinden op de complexe vraagstukken die het Europese integratieproces met zich meebrengt en zo een solide basis vormt om verder te werken aan een gezamenlijk Europese toekomst.
U kunt
hier deze publicatie als PDF downloaden.
U kunt de publicatie in de webshop bestellen.
Voorproefje:
Sinds haar oprichting ijvert D66 voor een Europese krachtenbundeling. Haar ideaal was en ís een federale Europese Unie waarin de lidstaten gezamenlijk kansen benutten en zorgen en problemen oplossen die het nationale niveau ontstijgen. Dit volmondig ‘JA’ vóór verdere Europese integratie is een belangrijke pijler van de identiteit van de partij en onderscheidt haar van pessimisten, populisten en twijfelaars.
Tegelijkertijd raakt in het uitdragen van dit ideaal soms op de achtergrond
waarom de sociaal-liberalen ook alweer zo uitgesproken voorstander zijn van het integratieproces. Zo kan het lijken alsof het Europese ideaal een dogma is, losgezongen van het centrale gedachtegoed van D66, terwijl het juist direct in het verlengde ligt van een sociaal-liberaal kerndoel: het garanderen van zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid en ontplooiingsruimte voor het individu. In dit essay zal de Van Mierlo Stichting dit streven naar persoonlijke vrijheid daarom expliciet formuleren als de kern van het Europa-ideaal van D66 waaruit het streven naar verdere Europese integratie logischerwijze volgt.
Deze benadering van denken over Europa biedt sociaal-liberalen een duidelijk richtsnoer om de vraagstukken waarmee we ons in het huidige publieke debat over Europa geconfronteerd zien tegemoet te treden. Het kenschetsen van het Europese ideaal als een specifiek sociaal-liberaal ideaal, waarbij het streven naar persoonlijke vrijheid steeds de kernwaarde vormt, stelt ons in staat te beoordelen wat binnen het huidige maatschappelijke debat over Europa voor sociaal-liberalen van belang is en wat niet, welke vragen en overwegingen we naast ons neer kunnen leggen en welke we ons juist moeten aantrekken.
In het huidige tijdvak wordt de houdbaarheid van het ideaal van een verenigd Europa immers in toenemende mate betwist. Binnen de politieke mainstream domineerde tot voor kort de opvatting dat Europese integratie, als een generieke vorm van internationale betrekkingen, een vanzelfsprekend middel was om politieke en vooral economische voordelen voor Nederland te behalen onder het motto ‘wat goed is voor Europa, is goed voor Nederland’. Deze overtuiging werd weerspiegeld in een
permissive consensus onder het publiek. Van politisering van vorm en functie van Europese samenwerking was dan ook decennialang nauwelijks sprake. Naarmate de gezamenlijke zeggenschap toeneemt en daarmee het niveau van verbondenheid en onderlinge vervlechting stijgt, wordt dit gemis steeds duidelijker zichtbaar. Als reactie hierop klinkt steeds luider de roep om op fundamenteel niveau de discussie te voeren over nut, noodzaak en invulling van het verdere Europese integratieproces.
De Eurocrisis heeft deze behoefte bovendien versterkt. De schuldenproblematiek in diverse lidstaten, de reddingsoperatie ‘Euro’ en het daarmee gepaard gaande solidariteitsvraagstuk, leiden in het publieke domein tot groeiende zorgen over de haalbaarheid en wenselijkheid van voortschrijdende integratie. Nu het integratieproces meer en meer het hart van de nationale politiek raakt – wie heeft de zeggenschap over nationale inkomsten en uitgaven – rijzen twijfels onder de Nederlanders: waar gaat het heen met Europese eenwording? Hoe houden we grip op de dynamiek van dit proces? Hoe voorkomen we dat problemen van het ene land ten laste komen van de verworvenheden van het andere land? Zijn de Europese lidstaten nog wel in staat om gezamenlijk de weg uit de crisis te vinden? En is een gezamenlijke uitweg überhaupt wenselijk?
De toenemende maatschappelijke zorgen en twijfels over de staat en richting van Europa raken aan het hart van wat D66 met dit proces beoogt. Omdat het ideaal van Europese integratie zo belangrijk is voor sociaal-liberalen, zien wij ons gesteld voor een urgent probleem als mensen in toenemende mate hun vertrouwen in een Europese toekomst verliezen. “Een Europa zonder burgers is niet alleen een mislukking, maar leidt ook tot desintegratie en heeft grote negatieve economische en politieke gevolgen, en schaadt dus uiteindelijk diezelfde burgers in hun recht op vrede, welvaart en stabiliteit”[8]. Een tekort aan draagvlak roept de vraag op of we onze idealen wel op de goede manier uitdragen en proberen te verwezenlijken. Hier rust een zware verantwoordelijkheid op de schouders van sociaal-liberalen.
D66 is als partij het meest uitgesproken in haar voorkeur om voort te gaan met Europese integratie. Tegelijkertijd is D66 van oudsher de partij die politieke besluitvorming zoveel mogelijk wil laten aansluiten bij de wensen en zorgen van mensen. Nu de legitimiteit van Europa in steeds bredere kringen ter discussie wordt gesteld, is het belangrijker dan ooit om vanuit een doorwrocht begrip van de bestaande zorgen een overtuigend antwoord te formuleren op de vraag waarom doorgaan met Europese integratie van belang is en waar het toe dient.
In haar programma voor de verkiezingen van het Europees Parlement van 2014 kiest D66 wederom expliciet vóór Europa vanuit het streven naar persoonlijke vrijheid. Dit essay laat zien dat dit Europa-ideaal van D66, met een stevig fundament in de sociaal-liberale beginselen, goede uitgangspunten biedt om antwoorden te vinden op de complexe vraagstukken die het Europese integratieproces met zich meebrengt en zo verder te werken aan een gezamenlijke Europese toekomst. Door ons bewust te worden van de consequenties, mogelijkheden en begrenzingen van het sociaal-liberale Europa-ideaal zorgen we ervoor dat sociaal-liberalen ook in deze tijd van groeiende euroscepsis een scherpe, gefundeerde en overtuigende blik houden op wat nodig is. Een visie die ons bovendien in staat stelt de (drog)redeneringen van cynici te weerleggen. Ja, wij sociaal-liberalen kunnen ons Europa dichterbij brengen en dat kunnen we bewerkstelligen door:
- 1) ons te richten op de wijze waarop Europese integratie aan persoonlijke vrijheid kan bijdragen;
- 2) de zorgen, twijfels en gevoelens van verlies, voortvloeiend uit Europese integratie, te erkennen en doorgronden;
- 3) van hier uit te werken aan de randvoorwaarden waarbinnen Europese verbondenheid kan groeien en mensen het verlies van oude, nationale verworvenheden en zekerheden overwinnen in ruil voor nieuwe vrijheden en zekerheden in Europees verband.
Lees
hier deze publicatie als .pdf of bestel hem in de
webshop.