Een wereld te winnen…

Lees hier het pdf van dit artikel. Het sociaal-liberale streven naar individuele ontplooiing en vrijheid gaat hand in hand met het streven naar een duurzame samenleving. Simpel gezegd, onduurzaam gedrag tast de vrijheid van mensen nu, en vooral ook later, aan. Deze maand publiceert de Van Mierlo Stichting een essay over ‘de duurzame samenleving’. Marijn Bosman borduurt voort op een kernboodschap uit het essay: er valt letterlijk een wereld te winnen op het lokale niveau. Door Marijn Bosman Dat er iets grondig mis is met de manier waarop we met onze aarde omgaan, daar zijn we het wel met elkaar over eens. Het klimaatprobleem is reëel en urgent; we verbruiken en verbranden natuurlijke grondstoffen in een veel hoger tempo dan dat de natuur ze kan aanmaken. Duurzaam­heid is een mondiaal vraagstuk dat om oplossin­gen op wereldschaal vraagt. Echter, dit betekent niet dat op nationaal en lokaal niveau simpelweg kan worden afgewacht. Juist op het lokale niveau, dichtbij mensen om wie het uiteindelijk gaat, kan de duurzame samenleving vorm krijgen (VMS 2013). Momenteel vindt lokaal milieubeleid vaak plaats op basis van handhaving van de Wet mili­eubeheer. Op basis van die wet kan de gemeente direct of indirect afdwingen dat bedrijven minder broeikasgassen uitstoten, beter afval scheiden of meer duurzame groene stroom gebruiken. Dit beleid is vooral gericht op handhaving van uitstootnormen en milieukwaliteit. Opleggen en verbieden is echter maar één (belangrijke) kant van de medaille; de gemeente kan veel ‘slimme duurzaamheidswinst’ behalen door te investeren en te democratiseren. Groene groei De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in samenwerking met advies- en ingenieurs­bureau dhv1 gemeentelijke coalitieakkoorden uit 2010 geanalyseerd. Daaruit blijkt dat 95% van de akkoorden ingaat op het thema ‘duurzaamheid’. Dat is vaker dan thema’s als ‘veiligheid’ (93%) of ‘bezuinigingen’ (89%). Zelfs in deze turbulente tijden lijkt duurzaamheid dus vaste voet aan de grond te krijgen. Alleen het thema ‘werk’ scoort hoger, namelijk 97%. Kortom, duurzaamheid is zeker niet een thema dat alleen van sociaal-liberalen is… Dat blijkt ook uit de respectievelijke lokale verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. De meeste politieke partijen vragen expliciet aandacht voor duurzaamheid en koppelen dit aan een andere grote zorg van deze tijd: de economie. In Amsterdam wil de PvdA haar ‘ambities voor een duurzaam Amsterdam’ sterk opschroeven en koppelt die nadrukkelijk aan ‘de economie, met innovaties in wonen, bedrijvigheid en energie.’ Ook GroenLinks in Den Haag maakt deze kop­peling tussen duurzaamheid en economie: ‘door te investeren in alternatieve energiebronnen en duurzaamheid ontstaan nieuwe banen in de groe­ne sector.’ Dat de VVD in bijvoorbeeld Winsum duurzaamheid aan economische bedrijvigheid koppelt, zal wellicht niet verbazen. ‘Groene groei’ is met andere woorden een thema dat veel politieke partijen aanspreekt en bezig­houdt. Op het koppelen van groen met groei kunnen sociaal-liberalen zich dus niet (meer) on­derscheiden. Wél op de slimme toekomstgerichtheid die sociaal-liberalen eigen is: het verknopen van langetermijndoelen aan kortetermijnsucces­sen. Hoe? Door te laten zien dat duurzaamheid nastreven op de lange termijn eigenlijk hetzelfde is als het nastreven van efficiency op korte termijn. Het is goed om hierbij te benadrukken dat voor sociaal-liberalen zowel ‘duurzaamheid’ als ‘effici­ency’ niet het einddoel is: het gaat uiteindelijk om de ontplooiingsmogelijkheden voor huidige en toekomstige individuen. Dit is wat ‘intergenerati­onele vrijheid’ wordt genoemd (VMS 2013). Efficiëntie en schaarste Zoals gezegd is duurzaamheid in principe, maar niet alleen, een efficiencyslag2. Ten eerste maakt toenemende schaarste van goedkoop winbare fossiele brandstoffen een duurzame energiehuis­houding op langere termijn goedkoper dan een energievoorziening die grotendeels op fossiele brandstoffen is gebaseerd. Ten tweede is het voorkomen van vervuiling goedkoper dan het opruimen ervan. Ten derde zal het terugwinnen van grondstoffen uiteindelijk makkelijker zijn dan het importeren ervan uit verre landen en van soms onbetrouwbare handelspartners. De winst die een eventuele duurzaamheidsslag oplevert ligt echter vaak verder in de toekomst dan de meeste politici, bedrijven, ambtenaren, accountants, en managers vooruit kijken. Zij worden afgerekend op kortetermijnresultaten behaald binnen afzienbare tijd. Echter, door die kortetermijnresultaten te verknopen met die langetermijn duurzaamheidswinst ontstaat een situatie die ook voor partijen die ‘consuminderen’ (groene partijen) of ‘marktdenken’ (conservatieve en conservatief-liberale partijen) voorstaan ook gewaardeerd kunnen worden. Neem als voorbeeld hierbij hoe de gemeente Rot­terdam met minimale investeringen woningen energiezuiniger probeert te maken. Een uitdaging waar meer gemeenten voor staan. In Rotterdam staat de gemeente garant voor de verbouwing, de bank leent de huurders het geld, de woningcor­poraties isoleren de woningen en de bewoners betalen de lening terug via hun huur (die dus gaandeweg lager wordt). Uiteindelijk verdient iedereen hier aan, terwijl de gemeente geen geld uit geeft. Dit is in mijn ogen een mooi voorbeeld van een sociaal-liberale oplossing voor de zogeheten The tragedy of the commons, naar het artikel van Gareth Hardin in Science in 1962 (VMS 2013). Water, lucht, (en het energieverbruik in een appartementen­complex) zijn van niemand en daarmee van ieder­een. In het najagen van het eigen nut worden deze ‘goederen’ overbenut en uiteindelijk uitgeput. Dit zien we dagelijks in overbeviste visstanden, overbegraasde gemeenschappelijke weides en overbenut grondwater (en verwarmingen in corporatiewoningen die niet uitgezet worden). Kort­om, om uitputting van hulpstoffen te voorkomen omdat het individu overbenutting niet ‘merkt’ is het vanuit het sociaal-liberalisme gedacht soms nodig dat de staat intervenieert om de ontplooi­ingsmogelijkheden van individuen die de hulp­bronnen niet overbenutten te beschermen. Betwistbaarheid Een ander mooi voorbeeld betreft de distributie van goederen in binnensteden. De gemeente Nijmegen bijvoorbeeld werkt samen met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en de provincie Gelderland aan een duurzame oplossing met als doel de hoeveelheid leveringen naar de binnen­stad te beperken door leveringen aan de rand van de stad te bundelen. Via het initiatief Combipakt worden de veelal kleine leveringen (anderhalf miljoen vervoersbewegingen van bestelbusjes per jaar) voortaan afgeleverd bij een beperkt aantal locaties op een bepaald bedrijventerrein. Daar worden ze gebundeld, waardoor het aantal ritjes naar de eindontvanger drastisch daalt. Het doorbreken van vastgeroeste patronen die vaak ten grondslag liggen aan niet-duurzame activiteiten, is bij uitstek een sociaal-liberale gedachte die we ‘betwistbaarheid’ noemen. Be­twistbaarheid betekent dat een domein open is voor nieuwkomers en nieuwe ideeën (VMS 2013; maar ook 2011). Hiervan is nu echter nauwelijks sprake in onze economie en maatschappij. Som­mige mensen, organisaties en bedrijven hebben ‘meer macht’ – door privileges, of door hun be­lang in de economie of politiek – dan anderen. Zij profiteren nog vaak van bestaande onduurzame structuren en kunnen ongestraft freeriden op de investeringen van anderen. Dit zien wij vaak bij belanghebbenden in inherent onduurzame mark­ten, bijvoorbeeld die van fossiele brandstoffen, energie-intensieve industrieën of de bio-indus­trie. Deze belanghebbenden zetten hun sterke lobby’s in om maatregelen gericht op duurzaam­heid tegen te houden of terug te draaien. Het organiseren van tegenmacht, of het creëren van een gelijk maatschappelijk speelveld (zoals door het steunen van Combipakt) is daarom een belangrijk element in ons streven naar een duur­zame samenleving. Door een betere informatie­voorziening, een krachtig hoorbare stem voor allen en het transparant maken en bestrijden van hindermachten wordt een vruchtbare politieke discussie over duurzaamheid mogelijk. Dit ‘de­mocratiseren’ van het duurzaamheidsvraagstuk past uiteraard goed bij de democratische uit­gangspunten van een sociaal-liberale partij, met als doel om mensen zeggenschap en invloed te geven op de inrichting van hun eigen leven. Lokaal maatwerk Bovenstaande voorbeelden laten zien dat gemeen­ten veel invloed kunnen hebben op wat er in hun omgeving gebeurt, zonder dat daarvoor de mili­euregeldruk omhoog hoeft. Gemeenten zijn veel beter in staat om maatwerk te leveren dan welke andere overheidslaag dan ook. Door efficiënter om te gaan met energie en grondstoffen kunnen langetermijnperspectieven en kortetermijnac­ties op één lijn worden gebracht. Daar profiteren inwoners, bedrijven en uiteindelijk de hele sa­menleving van.   Marijn Bosman is adviseur bij adviesbureau CREM, oud-deelnemer aan Route66, lid van de programmacommissie in Amsterdam en is redacteur van Idee.   Noten 1 Sinds 2012 bekend als Royal HaskoningDHV. 2 Bij het sociaal-liberalisme past een brede opvatting over de relatie tussen mens en natuur waarbij de bescherming van het ecologische systeem uit meer dan enkel instrumentele overwegingen voortvloeit (VMS 2013).   Referentie
  • VMS (2013). Streef naar een harmonieuze en duurzame samenleving: Sociaal-liberale grensverkenningen. Den Haag: Mr. Hans van Mierlo Stichting.
  • VMS (2011). Ordening op Orde. Een sociaal-liberale visie op de verhouding mens, markt en overheid. Den Haag: Mr. Hans van Mierlo Stichting.
  Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2013: Sociaal-liberalisme in de lokale politiek, en is te vinden bij de onderwerpen duurzaamheid en lokale en regionale politiek