Een compositie van verwarring

In Metamoderniteit voor beginners gaat Lieven De Cauter op zoek naar het heden. De filosoof schakelt makkelijk tussen actuele politieke en culturele thema’s. Maar de brede insteek heeft ook haar nadelen. Door Andrys Wierstra DAT DE TITEL van het meest recente boek van Lieven De Cauter tot de verbeelding spreekt, mag geen verrassing heten. De cultuurfilosoof, dichter en kunsthistoricus verbonden aan de ku Leuven waarschuwt regelmatig voor de veranderingen die zich in onze beschaving voltrekken, in publicaties met poëtische titels als De Capsulaire beschaving: Over de stad in het tijdperk van de angst en De Oorsprongen, Of het Boek Der Verbazing. Metamoderniteit is een bundeling recente en minder recente essays waarin de lezer wordt meegetrokken van kritische noten over de tv-cultuur tot de stad Beiroet als verwording van Hobbes’ natuurtoestand. De overkoepelende thematiek is tweeledig: De Cauter zoekt naar een manier om het heden te benoemen en te typeren, terwijl hij tegelijkertijd de noodklok luidt over de politieke stand van zaken in de westerse wereld. DE WESTERSE BESCHAVING is volgens De Cauter in een nieuw tijdperk geraakt. Voorbij het post-modernisme, zijn we aanbeland in het post-post-modernisme. Een tijdperk dat hij omdoopt tot metamoderniteit, het hiernamaals van moderniteit. De Cauter voegt zijn typering toe aan een lange lijst met onder meer informatietijdperk, tijdperk van globalisering en Zygmunt Baumans liquid modernity. Dat metamoderniteit problematisch is, blijkt alleen al uit het feit dat De Cauter geen beginpunt aanwijst. De scheiding tussen moderniteit en zijn eigen metamoderniteit blijft onbesproken. Ook inhoudelijk is er op het eerste gezicht weinig nieuws onder de zon. Een toename van complexiteit en verwarring in combinatie met een grote mate van versnelling typeert het heden. Wat De Cauter hieraan toevoegt, is de stelling dat de westerse samenleving het contact met de geschiedenis is kwijtgeraakt. Hier moeten we De Cauter begrijpen als Francis Fukuyama in diens Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Het verschil is dat waar Fukuyama de westerse liberale democratie tot kampioen uitriep, De Cauter slechts verliezers ziet. In een tijd van extremen is het evenwicht totaal verdwenen en is er geen ruimte voor balans. Te beginnen met de klimaatcrisis, waarbij volgens de Belg de balans zoek is, en waarvan we nog steeds de volle omvang niet onder ogen zien. Om de urgentie kracht bij te zetten neemt De Cauter niet zoals zo vaak het geval is het verleden als uitgangspunt, maar de toekomst om het heden te belichten. Dit stelt hem in staat om op het vlak van politiek, cultuur, globalisering en klimaat een aantal verontrustende scenario’s uiteen te zetten. POLITIEK GEZIEN kenmerkt de metamoderniteit zich door een normalisering van de uitzonderingstoestand. In misschien wel de meest aansprekende essays van de bundel reflecteert De Cauter op het tijdperk na 9/11 tijdens het presidentschap van George W. Bush jr. Zijn kritiek op Bush jr., Dick Cheney en de inner circle – die veelal wordt geassocieerd met Project for the New American Century (pnac) – spitst zich naast kritiek op de inval in Irak met name toe op de politiek- filosofische ideeën. Hierbij wordt geleund op filosofen als Jacques Derrida, Noam Chomsky en Giorgio Agamben. De buitenwettigheid van Guantamo Bay en Abu Ghraib is in de ogen van De Cauter dan ook geen uitzondering, maar een precedent in de normalisering van de uitzonderingstoestand. De felheid van het betoog is aansprekend, maar boet aan kracht in als blijkt dat enkele van de essays al tien jaar oud zijn. De acht jaar van Obama blijft dan ook in zijn geheel buiten beschouwing. In een viertal essays die volgen, beschrijft De Cauter hoe de natuurtoestand, zoals beschreven door Hobbes, op de loer ligt. Aan de hand van interviews met diverse academici uit Beiroet en over de blackout in New York in 1977 wil hij duidelijk maken dat de natuurtoestand niet een fenomeen uit filosofische traktaten of dystopische films is, maar op momenten akelig dicht bij de werkelijkheid komt. Het is op dit punt dat in het klein zichtbaar is waar het boek als geheel schuurt. De Cauters analyse botst namelijk nogal eens met zijn verlangen om de urgentie van de crisis te benadrukken. Zo brengt hij de blackout van 1977 in New York als voorbeeld naar voren vanwege de anarchie die er ontstond. De les is duidelijk, Hobbes’ gelijk is maar één blackout van ons verwijderd. Enkele bladzijden later volgt de nuance wanneer De Cauter afdrijft van de urgentie en in zijn analyse Rousseau behandelt. Een blackout kan zowel tot anarchie als verbroedering leiden, is de voorlopige einduitslag. De uiteenlopende essays van De Cauter zijn indrukwekkend. De afwisseling van filosofische beschouwingen, frustraties van de schrijver en beschrijvingen van directe ervaringen – bijvoorbeeld in Beiroet – maken het boek tot een rijk geheel. Hij schuwt geen middel om de urgentie te onderstrepen, want zo stelt hij zelf: “Hen roep ik toe met Zarathoestra: ‘Gegen den Hinterwelten!’ ‘Nee tegen de achterwerelden en hiernamaalsen!’ Er is geen buiten! De mens transcenderen of overstijgen is geen optie. Politiek moet vasthouden aan wat we hebben. Aan een (deleuziaanse) immanentie. Het is met deze wereld, met deze menselijke soort en binnen deze geschiedenis dat we zullen moeten leven. Er is geen anderen. Omdat er nooit een paradijs was en er nooit verlossing zal zijn. Amen en uit.” HET BOEK IS beschouwend en activistisch. Enerzijds wil De Cauter de huidige tijd typeren, anderzijds is het boek een waarschuwing voor wat de toekomst voor ons in het verschiet heeft. Juist door de toekomst als uitgangspunt te nemen, wint dit aan kracht. Het is jammer dat de Cauter met zijn aanpak voorbij gaat aan de oorzaken en daarmee de mogelijkheid aan zich voorbij laat gaan een koers voor te stellen, om oplossingsgericht te eindigen. Dat hij niet eindigt met een groot pleidooi waarin hij nogmaals de urgentie onderstreept, maar zich verontschuldigt voor zijn pessimisme, maakt zijn wanhoop wellicht nog meer tastbaar. Het valt niet te ontkennen dat Metamoderniteit op momenten vervalt in de symptomen die het boek de huidige tijdsgeest verwijt; complexiteit, verwarring en hyperbolen. Het is de vraag of dit het boek beter of slechter maakt.   Andrys Wierstra is redacteur van idee.

Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.