De D66-richtingwijzers lokaal

Lees hier het pdf van dit artikel. De welbekende ‘D66-richtingwijzers’ hebben de laatste jaren een vaste plek gekregen in de gedachtevorming van sociaal-liberalen. Juist op lokaal niveau bieden ze houvast om afgewogen keuzes te maken. Door Nadia Arsieni en Paul de Rook Aankomende raadsleden kunnen hun borst natmaken. Het zijn politiek interessante tijden voor gemeenten, met meer taken en minder geld. Dit brengt een fundamentele discussie met zich mee over de rol van de lokale overheid en de ver­antwoordelijkheid van mensen voor zichzelf en voor elkaar. We staan voor een forse opgave. Hoe zorgen we ervoor dat de noodzakelijke bezuini­gingen, hervormingen en ombuigingen niet met de botte bijl worden doorgevoerd? Gemeenten in heel Nederland worstelen momenteel met hun sociale gezicht. Kunnen de richtingwijzers van D66 helpen bij het maken van de keuzes over wat de overheid moet doen en wat mensen alleen of gezamenlijk kunnen regelen? Wij denken van wel. De vijf richtingwijzers De vijf richtingwijzers zijn natuurlijk (het woord zegt het al) vooral richtinggevend. Ze vormen gezamenlijk geen blauwdruk van het sociaal-liberalisme, maar ze zijn wel een kompas voor sociaal-liberalen in het denken over mens en maatschappij. Langs die meetlat kunnen we de discussie met elkaar voeren. Vertrouw op de eigen kracht van mensen is het centrale uitgangspunt in het sociaal-liberale gedachtegoed. De andere richtingwijzers bakenen dit vertrouwen af: in plaats (Denk en handel internationaal), in tijd (Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving), en ten opzichte van anderen (Beloon prestatie en deel de welvaart en Koester de grondrechten en ge­deelde waarden). Ze zeggen allemaal iets over de verhouding tussen het individu en zijn of haar omgeving: het gaat bij het sociaal-liberalisme niet om ieder mens op zijn eigen eilandje, maar juist ook om de samenhang met anderen. Net als voor landelijke thema’s zijn deze richtingwijzers natuurlijk ook voor lokale discussies relevant. Juist in de gemeentepolitiek wordt heel duidelijk zichtbaar wat mensen voor zichzelf en voor hun omgeving kunnen betekenen en waar de overheid wel of geen rol heeft. Vertrouw op de eigen kracht van mensen Vertrouw op de eigen kracht van mensen is een veel­gebruikte parafrase in tijden van bezuinigingen. In gemeentelijk beleid steekt de term burgerkracht steeds vaker de kop op. De gedachte dat burgers op eigen kracht zaken voor elkaar krijgen is na­tuurlijk al zo oud als de weg naar Rome. Dit is nu ook in de beleidswerkelijkheid doorgedrongen. Een beetje makkelijk, zullen velen denken. Nu de overheid het niet meer kan betalen, mogen bur­gers het lekker zelf gaan doen. En het is natuurlijk geen gegeven dat er een leger aan ‘eigen-krachti­ge’ burgers klaar staat om de zaak over te nemen. Maar dat mensen veel zaken zelf kunnen doen en daar de overheid niet bij nodig hebben, staat als een paal boven water. Op lokaal niveau wordt dit duidelijk zichtbaar, bijvoorbeeld als het gaat om zorg, welzijn en vrijwilligerswerk. Juist de actieve omgeving van buren, vrienden, familie, enzovoort kan voorkomen dat de welvaartsstaat uit zijn voegen barst. Een behulpzame buurman die af en toe helpt om de financiën van het gezin op de hoek op orde te brengen, heeft vaak meer effect dan de gang naar de gemeentelijke schuld­hulpverlening. Lokale initiatieven als het Brood­fonds en Grunneger Power laten zien dat mensen samen tot veel in staat zijn. Vaak hebben dit soort initiatieven een hogere kwaliteit en lagere prijs dan de overheid voor elkaar zou kunnen krij­gen. En dit gaat vrijwel altijd gepaard, zeker in het geval van de mantelzorg, met een zeer hoge gebruikerstevredenheid. Vertrouw op de eigen kracht van mensen sluit verder aan bij onze opvatting van subsidiariteit: het idee dat ‘hogere’ vormen van ordening niet iets moeten regelen wat ‘lagere’ vormen van orde­ning ook voor hun rekening kunnen nemen. D66 onderscheidt zich door de lokale overheid niet als ‘laagste’ vorm van ordening te beschouwen. Ook verbanden van mensen onderling in wijken, buurten en straten zijn ordeningsmechanismen die kunnen en zouden moeten worden benut. Het gaat hierbij om het faciliteren van een belan­genafweging op de schaal waar de belangen ook relevant zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de herinrichting van de Witte de Withstraat in het centrum van Rotterdam, waarbij bewoners, on­dernemers en bezoekers van de straat gezamenlijk een pakket maatregelen hebben bedacht om de straat te verbeteren. Dit heeft tot veel draagvlak voor de maatregelen geleid, wat omstreden ingre­pen mogelijk heeft gemaakt, zoals het opofferen van parkeerplaatsen om terrassen te kunnen uitbreiden. Beloon prestatie en deel de welvaart Er is nu al heel wat gezegd over de eerste rich­tingwijzer als grondhouding van het sociaal-liberalisme. De andere richtingwijzers bakenen dit vertrouwen op de eigen kracht van mensen zoals gezegd af. Beloon prestatie en deel de welvaart is de richtingwijzer die gaat over wat wij sociaal rechtvaardig vinden. Sociaal-liberalen realiseren zich dat mensen niet allemaal met dezelfde kan­sen in het leven zijn geboren. Individuele inzet en doorzettingsvermogen zijn nog geen garantie voor bepaalde prestaties. Het maakt enorm uit in welke buurt je opgroeit, wie je ouders zijn en hoeveel geld er is. Radicale kansengelijkheid is een belangrijk uitgangspunt. Het is in dit opzicht niet gek dat sociaal-liberalen vaak als eerste over onderwijs beginnen. Iedereen heeft het recht en ook de plicht om het beste van zijn leven te maken. Het ‘beste ervan maken’ is echter meer een inspannings- dan een resultaatverplichting. Ook als het even niet lukt, verdient iemand een tweede kans of in ieder geval de gelegenheid om in zijn onderhoud te voorzien. Mensen die hun nek uitsteken zijn lovenswaardig en verdienen het daar de vruchten van te plukken. Dit geldt voor een hard werkende ondernemer, maar ook voor de werkloze die vrijwilligerswerk doet of de buurt­vereniging die in zijn eigen speeltuinonderhoud voorziet. We delen onze welvaart, landelijk, maar ook lokaal waar het gaat om bijvoorbeeld het steunen van mantelzorgers of het ondersteunen van de thuiszorg, maar ook door musea, biblio­theken en theaters betaalbaar te houden voor iedereen. Koester de grondrechten en gedeelde waarden Koester de grondrechten en gedeelde waarden is de richtingwijzer die de verscheidenheid aan drijf­veren en zienswijzen van mensen in goede banen leidt. Hoe gaan we met elkaar om binnen een diverse samenleving? Diversiteit betekent dat er conflicterende waarden naast elkaar kunnen bestaan. Maar wij respecteren elkaars vrijheid en discrimineren niet. Wanneer botsingen tussen waarden tot geweld leiden, moet daartegen wor­den optreden, zoals tegen pesterijen van homo’s. Maar dit kan ook een beteugeling betekenen van de instituten die hun mandaat ontlenen aan de samenleving. D66-ers komen vaak in het verweer tegen de machtsposities die overheden zichzelf proberen te verschaffen. Zo zul je vaak D66-ers vragen horen stellen over de hoeveelheid camera­toezicht, DNA-registratie bij paspoortafgiftes en het waarborgen van vertrouwelijke gegevens bij de sociale dienst. Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving Ons streven naar een duurzame en harmonieuze samenleving lijkt bij uitstek een landelijk of zelfs internationaal thema, maar geeft ook in de lokale politiek richting. In het beschermen van indivi­duen tegen elkaar geldt dit voor het beschermen van de individuen van nu, tegen de individuen van nu maar ook tegen de individuen van ‘straks’. In hoeverre zorgt de gemeente ervoor dat zij in haar behoeften voorziet, zonder toekomstige generaties ervan te weerhouden te voorzien in hun behoeften? Het gemeentelijke duurzaam­heidsbeleid kan hierbij een rol spelen, maar ook het faciliteren van klein lokaal initiatief op het gebied van voeding, energiebesparing of stads- of dorpsgroen. Hier komen het over grenzen heen kijken en het vertrouwen op de eigen kracht van mensen mooi samen. Denk en handel internationaal Denk en handel internationaal geeft in de lokale politiek richting in de zin van ‘denk en handel over grenzen heen’. Subsidiariteit betekent niet per definitie een decentralisatie van besluitvor­ming. Het belangrijkste is dat besluitvorming zo effectief mogelijk plaatsvindt. Dat kan in het geval van de inrichting van een straat heel dichtbij zijn, maar ook wat verder weg. Sommige besluiten raken een schaal die veel groter is dan de schaal van de overheid die ze neemt. Waar het gaat over de besluitvorming is de lokale over­heid niet normstellend, dit geldt ook de andere kant op. De overheid moet ook over grenzen heen durven kijken en handelen als de effectiviteit van de besluitvorming daarmee gediend is. In wiens belang is het dat drie aangrenzende gemeenten alle drie een verlieslijdend zwembad hebben? Zou het niet veel effectiever en efficiënter zijn om met zijn drieën één goed en exploitabel zwembad te realiseren? Ondanks dat het bovenstaande misschien an­ders doet vermoeden, is de balans tussen de richtingwijzers soms lastig te bepalen. Met een andere richtingwijzer in gedachten zijn bij de voorbeelden wellicht allerlei kanttekeningen te plaatsen. Waar is bijvoorbeeld de eigen kracht van bedlegerige ouderen of van junks? En wat als het koesteren van de grondrechten de individuele vrijheid inperkt? Het is juist goed dat zulke kant­tekeningen gemaakt worden. De richtingwijzers zijn geen blauwdruk, maar zijn aanleiding tot constante discussie. Wij hebben de waarheid niet in pacht. Alleen al dat besef onderscheidt D66 van andere partijen. De grootste lokale waarde die de richtingwijzers hebben, is dan ook niet dat ze antwoorden geven op problemen, maar dat zij kunnen helpen de juiste vragen te stellen. Het vertalen van de richtingwijzers naar specifieke situaties draagt bij aan de kwaliteit en consisten­tie van het sociaal-liberale verhaal. De kunst is elkaar daarbij te blijven uitdagen, landelijk maar zeker ook lokaal.   Nadia Arsieni is politicologe en werkt als directie-secretaris en beleidsmedewerker bij de afdeling Uitvoeringsbeleid en Naleving op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij is campagneleider van D66 Rotterdam en fractie-voorzitter deelgemeente Rotterdam Centrum. Paul de Rook is werkzaam bij Gasunie en is gemeente-raadslid voor D66 in Groningen. Beiden zijn als spreker verbonden aan de Mr. Hans van Mierlo Stichting.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2013: Sociaal-liberalisme in de lokale politiek, en is te vinden bij het onderwerp lokale en regionale politiek.