D66 en het sociaal-liberalisme: een briefwisseling (1/2)
In een artikel in Het Financieele Dagblad van 12 december jl. openden Patrick van Schie en Fleur de Beaufort van de Teldersstichting, wetenschappelijk bureau van de VVD, de aanval op het sociaal-liberalisme van D66. Volgens hen begrijpen D66-politici niet wat het betekent om echt sociaal-liberaal te zijn. In deze Idee een briefwisseling in twee delen tussen Patrick van Schie en Frank van Mil, directeur van de Van Mierlo Stichting over wat sociaal-liberalisme wel of niet is.
[1/2]
Beste Patrick,
Hartelijk dank voor je schrijven, en voor je kundige en oprechte betrokkenheid bij een sterk liberalisme in Nederland. Je maakt behartenswaardige opmerkingen over sociaal-liberalisme en D66. Toch kan ik met de beste wil van de wereld een aantal zaken niet begrijpen, noch accepteren. Maar voordat ik daarop in ga: Je wees er de lezer van Idee al in 2004 in een artikel op dat het sociaal-liberalisme van D66 op dat moment nog maar mondjesmaat invulling kreeg. Toen ik een jaar later begon te werken bij het wetenschappelijk bureau van D66 nam ik me voor dat een dergelijke toekomstige kritiek beantwoord moest worden – en dan wel eigentijds en vanuit eigen kracht, met oog op de politieke werkelijkheid van vandaag, en niet op de termen van denkers van meer dan honderd jaar geleden.
Want het is tijd voor een historische correctie! Je beroept je in je brief (en in het recente boek van de Teldersstichting) op denkers als Thomas Hill Green. Eind 19e eeuwse filosofen, die zich ‘new liberal’ of ‘social liberal’ noemden. Mensen die, zoals je schrijft, het individu een consequente inbedding gaven in de gemeenschap. Maar je schrijft ook, naar Frits Bolkestein, dat woorden hun betekenis hebben. En dat is precies waarom ik een beroep doe op je liberale zuiverheid.
Dat mensen zich ooit sociaal-liberaal noemden terwijl ze het individu onderschikt verklaren aan een collectief moet jou toch een doorn in het oog zijn - als hoeder van het liberalisme in Nederland. Het is een wezenlijke en pijnlijke verwerping van het meest primaire uitgangspunt van (iedere substroming van) het liberalisme: de vrijheid van ieder individu om zelf het goede leven in te vullen en na te jagen. Vanuit deze gedachte kan ik moeilijk begrijpen hoe je een hedendaagse invulling van sociaal-liberalisme kunt schoeien op de leest van Hill Green, cs.
Ik ben met je eens dat het sociaal-liberalisme van alle invullingen van liberalisme het meest risico loopt om in gemeenschapsdenken te vervallen. Wij richten ons immers op vrijheid in verbondenheid en van alle liberalen ook het meest op de mens als sociaal wezen; een individualistisch perspectief op samen, dat wij onlangs in het boek Van opgelegde naar oprechte participatie nader hebben geduid. Daarom is het juist voor sociaal-liberalen van belang er zeer scherp op te zijn dat de gemeenschap een individu niet gaat overheersen. En aangezien de Van Mierlo Stichting sinds 2007 wel degelijk werkt aan een werkelijk liberale, hedendaagse en (geheel in de geest van D66 ook pragmatische, lees:) bruikbare invulling van het sociaal-liberalisme is nu het uitgelezen moment om deze historische aberratie voor eens en voor altijd te corrigeren. Het lijkt er op dat Hill Green en de zijnen zelfs jou in een retrospectieve communitaristische val hebben gelokt! Werp hun misleidende juk van je af en richt je op de betekenis van de woorden die er werkelijk toe doen – je eigen woorden… Want hoe legitiem het ook kan zijn om te vinden dat individuen ingebed zijn, en ipso facto ondergeschikt, aan een collectief – als jij iets altijd duidelijk maakt is dat dit met de beste wil van de wereld niet liberaal genoemd kan worden. In mijn ogen loopt de ‘zelfbenoemde’ 19e eeuwse sociaal-liberale traditie (onder die noemer) dus dood.
Maar wat is sociaal-liberalisme dan wel? Je stelt terecht, en gelukkig, dat het een volwaardige substroming is van het liberalisme. Precies dit vertrekpunt was de laatste jaren een belangrijke impuls voor enkele van de meest ingrijpende projecten van de Van Mierlo Stichting. Jouw stelling dat er bij D66 al zestien jaar niet nagedacht is over de thematiek wordt alleen al gelogenstraft door de bibliografie van onze stichting sinds 2008. En dan is natuurlijk de vraag: waar leidt dit allemaal toe? Ik deel je streven naar politiek-theoretische helderheid, maar het moet geen filosofische haarkloverij worden. Daarin heb ik mij erg laten inspireren door de liberale geschiedschrijver Frank Ankersmit die er altijd op wijst dat politieke theorieën niet ontstaan, noch functioneren in een maatschappelijk en temporeel vacuüm; ze dienen een doel. En daar speelt het pragmatische temperament van D66 op dat mij zo dierbaar is: wat kun je er mee? Werkt het eigenlijk wel?
Mijn oproep aan jou is daarom nu: geef het verleden de plaats die het verdient - relevant maar niet alles bepalend, en sluit je aan in de emancipatie/ volwassenwording van een volwaardig hedendaags sociaal-liberalisme! Graag vertel ik je in een volgende brief meer over de alledaagse, bruikbare en onmiskenbaar liberale manier waarop we recentelijk met de Van Mierlo Stichting invulling hebben gegeven aan ‘vrijheid in verbondenheid’.
Een werkelijk (sociaal-) liberale groet van Frank van Mil,
Directeur Van Mierlo Stichting, wetenschappelijk bureau D66
Lees hier deel 2 van deze briefwisseling in de Idee.