D66 debat – Wenselijkheid/haalbaarheid

Lees hier het pdf van dit artikel. Politiek zonder idealen is dood, maar met alleen idealen komt een politicus ook nergens. Onder invloed van de huidige mediacratie, technocratie en roep om daadkracht dreigt het gevaar dat politici hun ideeen al afzwakken omdat ze weten dat ze de handjes er niet voor op elkaar krijgen. Hoe zouden politici met dit spanningsveld tussen dromen en daden om moeten gaan? Moeten politici zich bezig houden met wenselijkheid, of met haalbaarheid?

Politici moeten zich bezighouden met wenselijkheid

De voorstanders pleiten ervoor dat politici ‘de stip op de horizon’ horen te kunnen plaatsen voor wat betreft wenselijk is voor Nederland. En haalbaarheidsdenken is een beperking bij het formuleren van die doelen en het realiseren daarvan. Vervolgens dient er gekeken te worden hoe dicht die stip genaderd kan worden, gegeven de beperkingen die voortkomen uit haalbaarheid: ‘Het is aan politici om wenselijke vergezichten te geven in combinatie met haalbare eerste stappen die op korte termijn in die richting gezet kunnen worden’. Het is primair de verantwoordelijkheid van de politiek om keuzes te maken en beslissingen te nemen die richting geven. De daarbij geaccepteerde consequenties moet de politicus ook duidelijk maken. Het risico van het vak van politicus zit hier: zodra je iets concreets voor elkaar wilt krijgen op korte termijn is er steeds de verleiding om het haalbare gelijk te stellen aan het wenselijke. Daar zit dus een moeilijkheid: haalbaarheden worden vaak gevoeld als wenselijkheden. Een duidelijke lijn maakt politici betrouwbaar, want voorspelbaar in hun keuzes wanneer er zich onverwachte incidenten voordoen. Bewuste reflectie op grondbeginselen en principes is daarom belangrijk binnen een politieke partij. ‘Als we de wenselijke idealen uit het oog verliezen, is er geen fundament meer waarop we bouwen. Dus doen we bij wijze van spreken maar wat. Zonder een duidelijke integrale visie op de wereld van de toekomst zijn politieke standpunten los zand, wat we met nog meer los zand proberen inhoud te geven’, schrijft een deelnemer aan het debat. Maar de voorstanders erkennen dat prachtige vergezichten vrijwel nooit realistisch genoeg zijn om direct uitvoerbaar te zijn. Het is volgens hen de taak van de politicus om het pad naar zijn vergezicht wel zodanig uit te zetten dat de ambtenaren daarmee een uitvoerbare opdracht krijgen. Een ambtenaar zal die uitvoerbare (haalbare) opdracht vervolgens wel moeten omzetten in een succesvolle uitvoering: vertrouw op de eigen kracht van de ambtenaar.

Politici moeten zich bezighouden met haalbaarheid

Wenselijkheid is ondergeschikt aan haalbaarheid, menen de tegenstanders. Zij vrezen dat wie te veel aandacht heeft voor wenselijkheid en te weinig voor haalbaarheid, zijn doelstellingen niet zal kunnen realiseren. Iemand noemt zelfs dat te weinig aandacht voor haalbaarheid zelfs schade kan aanrichten. Als voorbeeld beschrijft hij Noord-Korea met haar zelfvoorzienende economie: ‘Niet afhankelijk willen zijn van buitenlandse leveranciers en afnemers is een ideaal met allerlei voordelen, maar niet haalbaar. Toch doorzetten heeft Noord-Korea alleen honger en armoede gebracht’. Wanneer politici enkel praten en prediken over hun idealen en dromen, maakt dat onterecht ambtenaren verantwoordelijk voor de haalbaarheid. Ambtenaren zijn, in tegenstelling tot politici, geen rekenschap verschuldigd aan burgers voor de inhoud van beleid. Zij zijn namelijk nergens eindverantwoordelijk voor; dat is altijd de politiek. Als ambtenaren dan verantwoordelijk zijn voor de haalbaarheid van plannen en politici niet, dan heeft dat consequenties voor de kiezers en hun relatie tot overheidsbeleid. Het kamp ‘tegen’ verwacht dat dit het wantrouwen in depolitiek juist versterkt. Het probleem is niet dat er te weinig over ideale vergezichten wordt gesproken in de politiek, eerder te veel. We hebben momenteel juist te maken met veel polarisatie rond politieke wensbeelden, waarvan verwacht wordt dat de ambtenaren of de technici ze zullen realiseren. Politici beloven te veel, schrijft iemand: ‘We gaan de zorg betaalbaar houden’, terwijl iedereen op zijn vingers kan natellen dat de kosten alleen maar zullen stijgen; ‘we gaan het onderwijs verbeteren’, terwijl elk kabinet de afgelopen 50 jaar dat heeft gezegd en niets heeft bereikt. Minder buitenlanders in Nederland, minder Europa, minder overheidsbemoeienis – allemaal utopieën die niet waargemaakt zullen worden. Relativeringsvermogen op basis van haalbaarheid zou politici betrouwbaarder maken.   D66 is een sociaal-liberale partij, met als uitgangspunt de vrijheid van het individu in samenhang met zijn sociale omgeving (societas; bondgenootschap en libertas: vrijheid). De invulling van dit sociaalliberale gedachtegoed leidt echter niet per definitie tot eenduidige standpunten. In Debat tast Idee de verschillende afwegingen en invalshoeken onder de leden af. Iedere editie lanceert de redactie een debatstelling op Plein66 en LinkedIn die aansluit bij het themanummer. Dit artikel vormt de neerslag van de discussie die dit tot gevolg had.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2012: Utopia: wat is wenselijk? Wat is haalbaar?, en is te vinden bij het onderwerp debat.