D66-Debat – Vertrouwen is goed/controle is beter

Lees hier het pdf van dit artikel. D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen, zo luidt een van onze richtingwijzers. Het begrip vertrouwen is hierbij cruciaal: mensen kunnen zelf of onderling vaak zaken beter regelen dan de overheid. Maar hoe ver strekt dit vertrouwen? En zijn controle en regelgeving niet noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het allemaal niet uit de hand loopt? Vertrouwen is goed, maar controle is beter? Vertrouwen is goed Veel deelnemers aan dit Idee-debat wijzen vooral op de creatieve kracht van vertrouwen: verantwoordelijkheid haalt het beste in mensen naar boven en kost bovendien het minst . Wantrouwen werpt een geldverslindende dijk op die constructief samenwerken moeilijk maakt. Vertrouwen in anderen en hen verantwoordelijkheid voor hun daden geven, dat is het recept om het beste in mensen naar boven halen. ‘Het Nieuwe Werken’ is het archetype van hoe het wel hoort: het legt verantwoordelijkheid bij werknemers om zelf hun tijd in te delen en targets na te komen. Volgens veel van de deelnemers aan het debat kost beleid gebaseerd op wantrouwen onnodig veel geld. Zou men zich een controlesysteem wensen waarin volstrekte afwezigheid van overtredingen worden nagestreefd, dan zal de handhavingsinspanning van de overheid onevenredig veel groter moet zijn dan thans het geval is. Iemand stelt: ‘Enkele tientallen jaren gelden is het idee van de “maakbare samenleving” verlaten. Nu vervangen we dat door het begrip “regelbare maatschappij” doordat we voor ieder probleem, hoe incidenteel ook, meteen proberen via regel- en wetgeving een oplossing te bieden’. Iemand werkzaam in de gezondheidszorg herkent deze low trust tendens: ‘Zelfs bij terminale patiënten moet de huisarts ellenlange formulieren invullen. Vervolgens wordt er voor 3,68 uur gehonoreerd, enzovoorts. De patiënt is allang overleden als de toestemming eindelijk komt. Waarom zoveel controle vooraf, die enkel tijd, geld, moeite en frustratie oplevert voor alle partijen? Waarom niet gewoon een steeksproefgewijze controle achteraf en grote boetes bij overtredingen?’ Dezelfde schrijfster stelt de vraag wat voor een maatschappij we willen en wat voor marge we voor regelovertreders accepteren. Nu zitten we in de worst of both worlds: een enorm controleapparaat dat het werkplezier vermindert maar fouten niet voorkomt. Ze stelt: ‘De pech moet weg maatschappij maakt ons allen minder tevreden, leidt tot grotere bureaucratie, meer frustratie en kost enorm veel geld’. Een projectmedewerker van het roc vult aan: ‘Processen die door derden worden opgelegd worden gezien als een aanval op de eigen professionaliteit, en maar al te vaak terecht!’ Dit geldt ook voor de wetenschap, zo stelt een professor. Wetenschappers worden steeds meer onderworpen aan ‘targets’: ‘Des te groter deze druk wordt, des te groter de verleiding om de boel op te lichten om aan deze ambities en opgelegde targets te voldoen’. Enige terughoudendheid in dit soort controlesystemen is volgens hem dus op zijn plaats. ‘Waterdichte controle is onhaalbaar en kwaadwillenden vinden toch wel een manier om controle te omzeilen. Bovendien: controle voegt niets toe aan de kwaliteit van het wetenschappelijke werk. Het kan wanprestaties hoogstens wegfilteren’. In plaats van in te zetten op meer controle, zouden we er beter aan doen meer ruimte te geven aan professionele autonomie. Controle is beter Het andere kamp van het debat geeft aan dat regulering juist kansen schept en niet per se haaks staat op vertrouwen. De proponenten van deze gedachten menen dat regels er niet zijn om mensen te beperken, maar juist om mogelijkheden te geven. Om de maatschappij te ordenen worden afspraken gemaakt en regels opgesteld. Zoals iemand schreef: ‘Goede regels leveren een klein beetje vrijheid in voor waardevolle mogelijkheden’. Een gepensioneerde ambtenaar onderstreept dit: ‘Regels beperken vrijheid, maar maken ook meer mogelijk. Regels zijn er vaak om conflicten bij voorbaat te voorkomen, of snel te kunnen oplossen, zoals verkeers- en fatsoensnormen’. Controle en regels zijn niet altijd een probleem, zo stellen verschillende deelnemers. Allereerst hebben mensen die te vertrouwen zijn helemaal geen moeite met het afleggen van verantwoording (controle op hun resultaat). In een geïndividualiseerde samenleving is het juist goed om op basis van vooraf afgesproken regels aan elkaar rekenschap af te leggen. Sterker nog: dit soort regels zouden juist vertrouwen creëren. Zoals een lid uit Hellevoetsluis schrijft: ‘Vertrouwen is gebaseerd op (de mogelijkheid van) controle. Wie zich aan die controle onderwerpt, toont en wekt vertrouwen’. Soms is controle ook een kwestie van noodzaak. Denk aan de waakhonden en autoriteiten die moesten worden opgericht voor kwaliteitsborging na allerhande privatiseringen. Daarnaast denkt een copywriter dat controlemechanismen ontstaan ‘simpelweg omdat het kan’. Het koppelen van databases, monitoren van gedrag, – het was nog nooit zo eenvoudig – leidt tot een dynamiek van toenemende controle. Een it-consultant benadrukt dat ‘controle op een systeem niet hetzelfde is als het beheersen van een systeem’. Dit laatste betekent dat de overheid ‘alles probeert te bepalen en regelen’, wat in extremis zou leiden tot ‘een totalitair regime’. Controle daarentegen draait om ‘het toezien of een systeem naar behoren functioneert en ingrijpen indien nodig. Vertrouwen op de eigen kracht van mensen moet gepaard gaan met betere controle’. De consultant verwijst naar de financiële crisis en meent dat ‘we nog steeds van vertrouwen in de markt moeten uitgaan, maar wel beter de vinger aan de pols moeten houden en op tijd moeten ingrijpen wanneer dat nodig is. Vertrouwen en controle zorgen samen voor een kleinere, maar krachtigere overheid – iets wat volgens mij precies is wat we bij D66 willen bereiken’. Samenstelling Marijn Bosman   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2012: Vertrouwen, tussen vrijheid en controle, en is te vinden bij het onderwerp debat.