Boekrecensie – Weten is meer dan meten

Lees hier het pdf van dit artikel. Weten is meer dan meten is een bundeling van interviews die freelance journalist en publicist Tobias Reijngoud afnam bij veertien opinieleiders. Het gaat over de vraag wat er verloren gaat wanneer geld, financieel rendement en marktwerking dominant zijn in onze samenleving. Tevens is het boek een begin van een zoektocht naar alternatieven voor het neoliberale denken dat de huidige maatschappij zo sterk beïnvloedt. De economisering van de maatschappij is als uitgangspunt gekozen en de ontwikkeling van het neoliberale gedachtegoed wordt daarin meegenomen. De veertien geïnterviewden laten hun licht schijnen op de ontwikkelingen in de hedendaagse neoliberale maatschappij en proberen deze – met wisselend succes – in de tijdsgeest te plaatsen. Door Tim Rosendahl Het boek begint met een korte duiding van de samenhang tussen de interviews, waarna er een beknopte doch verhelderende beschrijving volgt van de economisering van de samenleving en bijbehorende marktwerking. Reijngoud schetst een duidelijk beeld van de alomtegenwoordige en zeer krachtige ontwikkeling van het neoliberalisme en het demasqué ervan door de kredietcrisis in 2007. Interessant om te lezen, aangezien alles en iedereen ter (conservatief) linkerzijde vandaag de dag over het neoliberalisme valt zonder precies te duiden wat het nou precies ís. Vervolgens is de vloer volledig voor de bijdragen van de veertien geïnterviewden. De interviews zijn door de auteur geordend naar overkoepelende thema’s. Daarbij valt op dat veel van de geïnterviewden een bijdrage leveren aan het Sustainable Finance Lab (www.sustainablefinancelab.nl), dat kennelijk een bindende factor binnen de thematiek van de economisering van de samenleving is. Filosoof Grahame Lock en publicist Jan Blokker trekken in hun bijdragen fel en geloofwaardig van leer tegen de economisering van het onderwijs, dat zowel qua afrekenbaarheid als doelstellingen gegijzeld wordt door economische motieven. In de interviews met cultuurfilosoof Rob Riemen, milieukundige Klaas van Egmond en oud-bankier en tegenwoordig duurzaamheidsprediker Herman Wijffels, is sprake van een filosofische benadering: wat gaat er verloren in de samenleving en het individuele leven van mensen als economische motieven domineren? Daarbij valt vooral de analyse van Klaas van Egmond op. Van alle bijdragen lijkt hij in zijn denken nog het meest vergevorderd in het aanreiken van duurzame alternatieven voor het neoliberalisme, dat hij kenschetst als ‘gefundamentaliseerd liberalisme’ (doorgeschoten gerichtheid op materiële welvaart). Zijn pleidooi voor evenwicht tussen de vier door hem beschreven polen ‘geest’, ‘materie’, ‘wij’, en ‘ik’ bergt veel in zich en verdient zeker nadere dialoog. Filosoof Hans Achterhuis, socioloog Abram de Swaan en econoom Arjo Klamer gaan in op de brede maatschappelijke context van economisering en de verschraling die het met zich meebrengt in de samenleving. Hans Achterhuis presenteert een interessante analyse van de ontwikkeling van het neoliberalisme, mede door een historische schets van de opkomst ervan. Zijn conclusie dat de markt van onschatbare waarde is voor de organisatie van veel zaken in onze samenleving, maar dan wel binnen bepaalde grenzen, sluit mooi aan bij de gedachte van het essay ‘Ordening op orde’ van de Mr. Hans van Mierlo Stichting.¹ De bijdrage van Abram de Swaan is de meest politieke van het boek. Met Hans Achterhuis deelt hij de conclusie dat er momenteel geen enkel aansprekend politiek-maatschappelijk alternatief is voor het – in zijn woorden – neoliberale ‘marktisme’. Dat rekent De Swaan vooral de PvdA aan, die verworden is tot een bonzenpartij met lieden in de bestuurlijke elite en daarmee andere belangen dan de klassenstrijd. Een klassenstrijd die volgens hem wel op rechts wordt gevoerd ter bescherming van verworven posities, rijkdom en vrijheid om te consumeren. Zijn pleidooi voor een evenwichtige mengvorm tussen een tamelijk vrije markt, een nogal sterke staat en redelijk krachtige sociale verbanden biedt aanknopingspunten voor nadere sociaal-liberale bestudering. In de bijdragen van historicus en filosoof Frank Ankersmit, hoogleraar financiële markten Arnoud Boot en groene bankier Peter Blom staan de politieke en economische gevolgen centraal van een sterke gerichtheid op financieel rendement. In deze bijdragen wordt gezocht naar remedies tegen de doorgeslagen transactiecultuur en ondernemingen die extreem gericht zijn geraakt op het kortetermijn-winstdenken. De laatste drie hoofdstukken, van hoogleraar actief burgerschap Evelien Tonkens, cultuurpsycholoog Jos van der Lans en zorgethica Marian Verkerk, gaan dieper in op marktwerking in de zorg. Waarmee het boek eigenlijk een beetje met een sisser afloopt aangezien deze bijdragen ofwel een paginalange fact free en oplossingsloze tirade tegen marktwerking zijn (Eveline Tonkens), ofwel diepgang binnen de economische thematiek missen (Marian Verkerk). Geconcludeerd moet worden dat de individuele bijdragen – na een scherpe introductie – uiteindelijk een beetje als los zand aan elkaar te hangen. De kwaliteit van de stukken is wisselend en de invalshoeken vaak totaal verschillend. Nu hoeft dat geen probleem te zijn, maar de rode draad raakt zo toch verwaterd. Desalniettemin geven het boek en de geïnterviewden een goede aanzet voor een intensieve dialoog over de samenleving in de 21e eeuw. De verkiezingen hebben immers laten zien dat de oude links-rechtstegenstellingen in ere hersteld zijn, door de media en de kiezers. Terwijl het juist de uitdaging van dit decennium is om nieuwe progressieve ideeën over ordeningsprincipes te ontwikkelen. Het platte consumentisme van de VVD (‘simpel rechts’) lijkt een doodlopende weg. En wie de nieuwe ideologie van de PvdA kent mag het zeggen. Met ‘Ordening op orde’ is D66 al een paar jaar aan het broeden op ordeningsvraagstukken. In die lijn past dit boek naadloos. De inzichten van deze gerespecteerde denkers kunnen daarbij goed van pas komen, want de puzzel is ingewikkeld. En bij het leggen van die puzzel is Weten is meer dan meten een interessante, hapklare en soms prikkelende tussenstop. Het levert in ieder geval food for thought op voor iedereen die zich afvraagt wat er gaat gebeuren na het huidige neoliberale tijdperk. Dus lezen? Ja! En nodig dan meteen enkele geïnterviewden uit voor een discussieavond.   Tim Rosendahl is voorzitter van de D66 thema afdeling economie en is als communicatie-adviseur werkzaam bij de OPTA.   Noot 1 De Mr. Hans van Mierlo Stichting publiceerde in 2011 het essay ‘Ordening op Orde’, waarin een nieuwe, sociaal-liberale visie wordt geschetst op de verhouding markt, bureaucratie en mensen onderling.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2012: Meten is weten, en is te vinden bij het onderwerp literatuur.