Boekrecensie – Hoe de Nederlandse politiek echt werkt
Lees hier het pdf van dit artikel.
Met Haagse invloeden legt Tom-Jan Meeus ‘the story behind the story’ van de Nederlandse politiek bloot. Enkele hoofdstukken doen hunkeren naar meer, maar Meeus’ aversie van populisme zit een neutraal beeld weleens in de weg.
Door Han van Nieuwaal
DRIE JAAR LANG onderzocht politiek columnist Tom-Jan Meeus op wie men moet letten om ‘Den Haag’ te begrijpen. In Haagse invloeden presenteert hij de bevindingen. Nadat Meeus in het voorwoord stelt dat hij de onbekende mensen kan aanwijzen die Haagse invloed hebben, is het even schrikken als het eerste hoofdstuk volledig gewijd wordt aan de PVV en haar (ex-)medewerkers: bijna dertig pagina’s over wat er allemaal rammelt aan de partij. Met als belangrijkste conclusie dat Wilders een zwakke leider is, maar als politieke eenling ook een trendsetter. Politiek solisme is niet de enige trend die Meeus ontwaart in Den Haag. Ook minipolitiek is er een. Partijen willen niet meer op hun ‘eigen verhaal’ inleveren en zetten zo het polderen onder druk. Het gevolg is, volgens Meeus, dat politiek een doelgroepenproject wordt. Doelgroepen die op hun beurt bespeeld worden volgens een andere trend, namelijk die van het reclamevoeren. Dit heeft tot gevolg dat het debat zoals men dat traditioneel kent, verdwijnt en wordt vervangen door zelfexpressie. Kamerleden die niet in staat zijn om eigen reclame te voeren, zijn hierdoor niet meer in staat om zich te onderscheiden. Voormalig hoofd voorlichting van de VVD, Henri Kruithof, beaamt dat politiek steeds meer draait om beeldvorming. Hoe de beeldvorming ook feitelijk regeert, toont Meeus later in het boek. Daar beschrijft hij hoe Twitter, ‘kereltjes van de radio', actualiteitenrubrieken, Ferry Mingelen, talkshows, woordvoerders (als wolven in schaapskleren) en reporters invloed hebben op de Haagse realiteit. Sommige politici struikelen erover, anderen weten ze handig te gebruiken. Toch schuift Meeus pas echt de Haagse gordijnen opzij als hij de lezer de wereld van lobbyisten en topambtenaren toont. Voor André Rouvoet en Wouter Bos blijkt een leven als lobbyist buiten de directe politieke schijnwerpers niet per se minder invloed te betekenen. Terwijl Niek Jan van Kesteren, meester in het vak, altijd krijgt wat hij wil en daarvoor door vriend en vijand wordt geroemd. Meeus ondervindt ook hoe de lobbybeunhazerij hoogtij viert en hoe dit intern onderwerp van kritiek is. DE MEEST PROMINENTE topambtenaren die door Meeus een gezicht krijgen, zijn Paul Huijts (secretaris- generaal bij Algemene Zaken) en Peter van Lieshout (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid). Meeus voert Boris Dittrich, Ab Klink en Jantine Kriens op om Huijts te ontsluieren: hij blijkt zijn succes te danken aan modern bestuur, openheid en warsheid van politieke machtsspelletjes. Peter van Lieshout, enige tijd nauw samenwerkend met Els Borst, blijkt eveneens een vakman. Hij begrijpt als geen ander dat werkelijke Haagse invloed vertrouwen op de lange termijn betekent, daarbij de lokroep van de media negerend, terwijl politici intern stukje bij beetje aan je ideeën wennen. De elegante wijze waarop Meeus de codes van Huijts en Van Lieshout kraakt, verdient daarbij zeker lof. Haagse invloeden biedt in sommige hoofdstukken ook een kijkje in meer bekende milieus. Bijvoorbeeld dat van personen die zich handig door verschillende partijen heen bewegen. Kay van de Linde kwam via de VVD en LPF bij Trots op Nederland terecht, terwijl Wouter Beekers via de SP en het CDA bij de ChristenUnie eindigde. In hetzelfde hoofdstuk concludeert Meeus dat het Nederlandse systeem van twee volledig herkiesbare Kamers de politiek in ademnood brengt. En dat de democratie in het algemeen onder druk staat. Niet in de laatste plaats door de invloed van kapitaalkrachtigen op kandidatenlijsten. Maar daar blijft het niet bij wat Meeus’ zorgen betreft. Hij vraagt zich ook af of de liberale politieke praktijk niet op het spel staat, of zou moeten staan. Hierbij schetst hij de Haagse politieke realiteit als een op drift geraakte ijsschots die is doorgeschoten in liberaal denken. Een realiteit waarmee we zijn opgezadeld door Fortuyn en die steeds vaker gekaapt wordt door, meestal rechtse, politieke ‘gelukszoekers’ die het vooral moeten hebben van hun hoge entertainmentgehalte. In de tussentijd doen de traditionele partijen verwoede pogingen om aansluiting te houden. Met ‘De AIVD van binnenuit’ blijkt Meeus het beste voor het laatst te hebben bewaard. Door oud-AIVD’er Kees Jan Dellebeke en Cees Wiebes, analist bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, wordt dit hoofdstuk een ware pageturner. Dellebeke blijkt de AIVD als een angstige, in zichzelf gekeerde club te beschouwen. Waar de parafencultuur heerst, loyaliteit altijd van één kant komt en managers de deskundigen, en daarmee expertise, verdringen. Wiebes doet op zijn beurt een boekje open over het belang dat de Amerikanen hebben bij Nederlandse inlichtingendiensten. En ook hij blijkt niet onverdeeld enthousiast over de autistische trekjes van de AIVD. Wat Meeus zelf betreft komt Ronald Plasterk er niet goed vanaf. Hij wordt afgebeeld als de verpersoonlijking van alles dat er mis is tussen inlichtingendiensten die zaken liever geheim willen houden en commissies of kamers die juist inzicht willen. Met de recente aanslagen in Parijs nog vers in het geheugen wint vooral dit laatste hoofdstuk behoorlijk aan lading en vraagthet erom Meeus’ volgende project te worden. IN HAAGSE INVLOEDEN komt Meeus zijn belofte goeddeels na. Er wordt regelmatig een boekje open gedaan over onzichtbare structuren en personen en hij geeft deze schimmen een gezicht. Echter, als er meer plaats zou zijn ingeruimd voor het blootleggen van deze Haagse structuren en personen, in plaats van aan Meeus’ persoonlijke politieke duiding, dan zou dit boek nog aan kracht hebben kunnen winnen. Han van Nieuwaal studeerde filosofie in Leiden en Istanbul. Hij werkt voor Het Portaal in Rotterdam. Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 4 2015: Algemeen belang en democratie, en is te vinden bij de onderwerpen literatuur en Nederlandse politiek.