Boekrecensie – Een renaissancepsycholoog

Lees hier het pdf van dit artikel. Machiavelli blijft, bijna 500 jaar na zijn dood, nog steeds boeien. En niet alleen in positieve zin. Machiavelli, een biografie van Miles Unger (2012) vertelt opnieuw over het leven van deze politiek denker uit Florence. Een informatief boek voor Machiavelli-beginners. Door Coen Brummer Als het nachleben van Niccolo Machiavelli (1469-1527) iets bewijst, dan is het wel dat er uitzonderingen bestaan op het gezegde ‘over de doden niets dan goeds’. Nog geen tien jaar na het overlijden van de Florentijnse politiek denker beschreef de Engelse kardinaal Reginald Pole het werk van Machiavelli als ‘sinister van aard’ en gevaarlijk voor de hoven waar dit ‘vergif’ zich verspreidt. Pole noemde Machiavelli een vijand van de mensheid en verweet hem te schrijven met de ‘vinger van de duivel’. Niet alleen tijdgenoot Pole verketterde Machiavelli, ook in de eeuwen na zijn dood konden Machiavelli’s ideeën – in ieder geval publiekelijk – op weinig bijval rekenen. Zijn belangrijkste werk, Il Principe, werd in 1559 opgenomen in de Index Librorum Prohibitorum, de lijst van verboden boeken van de Katholieke Kerk. De Franse geestelijke Innocent Gentillet schreef in 1576 een anti-machiavellistisch pamflet en verweet Machiavelli dat zijn boeken ‘korans voor hovelingen’ waren. Nog steeds omschrijft het woordenboek ‘machiavellisme’ als een ‘sluwe, gewetenloze staatkunde of onderneming (waarbij het doel de middelen heiligt)’. Toegegeven, veel van Machiavelli’s werk leent zich goed voor dergelijke verwijten. De mens komt er bij hem als ‘ondankbaar, wispelturig en huichelachtig’ wezen niet best vanaf. Maar, zoals Isaiah Berlin terecht opmerkte in een essay in the New York Review of Books (The question of Machiavelli, November 4, 1971): aan filosofen met aanstootgevende ideeën is in de geschiedenis geen gebrek. Thomas Hobbes’ Leviathan is een naargeestig werk, maar heeft Hobbes nooit een reputatie als die van Machiavelli opgeleverd. Plato’s flirts met totalitaire ideeën zijn hem niet in dank afgenomen door Karl Popper, maar toch is Plato nooit de personificatie van het politieke kwaad geworden. Daarnaast zijn er meer dan genoeg historici die een meer humanistische of republikeinse lezing van Machiavelli’s werk voorstaan en zijn talloze politiek denkers uit de Verlichting door hem beïnvloedt. Wat maakte een weinig opzienbarende ambtenaar uit Florence dan zo bijzonder dat Shakespeare de ultieme schurk, Richard III, naar zijn evenbeeld schiep? Machiavelli, een biografie van Miles Unger laat zich lezen als een poging het antwoord te vinden op die vraag. Unger schetst Machiavelli als een opgroeiende jongeman uit een middenklassefamilie, die op zijn negentwintigste – klaarblijkelijk uit het niets – een positie verwerft als Tweede Kanselier van de republiek. Machiavelli’s honger naar diplomatie wordt opgemerkt en niet lang na zijn eerste aanstelling krijgt hij als tweede betrekking het secretariaat van de Tien van Oorlog en Vrede. De jonge ambtenaar onderneemt diplomatieke reizen naar nabijgelegen stadstaten en het Franse hof, waar hij ervaart hoe het is om pleitbezorger te zijn van de belangen van een republiek die wanhopig boven zijn gewicht bokst. Het krachtenveld waarbinnen Florence politiek moet bedrijven is immers druk bezet met het Vaticaan, de Franse en Spaanse rijken en de Italiaanse vorstendommen. Als in 1512 na een machtswisseling de beruchte familie De’ Medici weer controle krijgt over Florence, is het gedaan met de invloed van Machiavelli. Hij wordt op staande voet ontslagen en trekt zich terug op een bescheiden boerderij buiten de stad. In een poging op goede voet te komen met het zittende regime zet Machiavelli zich aan het schrijven van een handleiding voor een eigentijdse heerser, op basis van zijn ervaringen in de republiek. Het werk – Il Principe – wordt hoopvol opgedragen aan Lorenzo di Piero de’ Medici, maar een nieuwe betrekking blijft uit. Als biograaf is Unger wellicht het best te vergelijken met een auteur als Walter Isaacson, die biografieën publiceerde over Benjamin Franklin, Albert Einstein, Henry Kissinger en Steve Jobs. Beide zijn meer journalist dan academicus, meer verteller dan onderzoeker. Machiavelli is dan ook meer een beschrijving van het leven van Machiavelli dan een vernieuwende studie. De fases uit Machiavelli’s leven worden beschreven met veel aandacht voor het politieke, militaire en culturele klimaat van het Italië van de vijftiende en zestiende eeuw. Van meerwaarde voor de lezer zonder kennis van de Italiaanse geschiedenis, maar de hoofdpersoon van de biografie is soms pagina’s lang zoek. Ook bij de delen die Machiavelli’s ideeën behandelen, met name in het hoofdstuk over Il Principe, beschrijft Unger voornamelijk wat Machiavelli met het boek voor ogen had, en in mindere mate wat er daadwerkelijk in staat. Het meest omvangrijke werk van Machiavelli, Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio, valt geen eigen hoofdstuk ten deel, terwijl dit juist een werk is waarin de meer ideologische kant van de denker aan bod komt. De keuzes die Unger maakt houden de biografie lichtvoetig, maar een verdieping op de ontwikkeling van het denken van Machiavelli blijft zo achterwege. En dat is zonde, want juist de samenhang tussen Machiavelli’s ervaringen uit zijn werkzame leven en zijn politieke theorie – bij uitstek een thema om in een biografie nader uit te diepen – is vijfhonderd jaar na Il Principe nog steeds van meerwaarde. Met Machiavelli zien we namelijk een filosoof die zich niet laat leiden door een in afzondering uitgedachte ethiek, maar door het streven zo goed mogelijk om te gaan met onvoorziene gebeurtenissen. Een voorbeeld hiervan is het belang dat hij hecht aan het aanvoelen van maatschappelijke ontwikkelingen. ‘Ik geloof’, schreef Machiavelli, ‘dat het iemand goed gaat als zijn aanpak harmoniseert met de geest van de tijd, en dat het hem slecht gaat als deze daarmee contrasteert.’ Dit leidt er toe dat Machiavelli geen Platoonse zoektocht naar universele regels onderneemt. Want wat voor zin heeft het ideologische beginselen te formuleren als zij in de ene situatie tot succes leiden, maar in een ander geval tot ellende? Een politieke theorie moet in de eerste plaats aansluiting vinden met de daadwerkelijke politiek. Unger: ‘Uitgaande van deze werkelijkheid lijkt het [Machiavelli] nogal zinloos om te mediteren over situaties die zich nooit zullen voordoen en om gedragsmodellen te bieden voor mensen die zo rechtschapen zijn als op deze aarde nog nooit is vertoond.’ Het gevolg is dat Machiavelli meer een politiek psycholoog is, dan een politiek filosoof zoals we die tegenwoordig kennen: druk in de weer met ingewikkelde denksystemen die de aansluiting met de feitelijke politiek missen. Misschien is dat ook wel (een deel van) het antwoord op de vraag waarom Machiavelli een overwegend duistere culturele erfenis heeft nagelaten. Hij doorzag de psyche van de mens in een historische setting, die zich uitstekend leende voor een grimmig mensbeeld. In het Florence van de Renaissance, zo schrijft Unger, ‘toonde de mens zich een intens politiek wezen, dat voortdurend naar macht dorstte en zijn buren met afgunst bezag – een wezen van onbegrensde lusten en oneindige mogelijkheden.’ In Il Principe beschreef Machiavelli – als psycholoog van de Renaissance – slechts wat hij zag. Niet wat hij wilde zien.   Coen Brummer studeerde geschiedenis en filosofie. Hij werkt als persvoorlichter bij de Tweede Kamerfractie van D66.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2013: Nieuwe welvaart, en is te vinden bij de onderwerpen geschiedenis en literatuur.