Boekrecensie – De vermoeide samenleving

Lees hier het pdf van dit artikel. Byung-Chul Han toont zich in De Vermoeide Samenleving vaak een scherp observator, maar zijn polemische en compromisloze stijl vraagt om een antwoord op zijn eigen aanklacht. En die geeft hij jammer genoeg zelf niet. Door Abele Kamminga De Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han (1959) klaagt in De vermoeide samenleving (Müdigkeitsgesellschaft) de prestatiedruk van de kapitalistische samenleving aan. We dwingen onszelf steeds meer te produceren en daardoor staan we voortdurend op het punt van doorbranden. Adhd, depressie en burn-outs zijn de symptomen van onze 21e eeuw. Door dit gebrek aan rust, zo voorspelde Nietszche eerder, dreigt onze beschaving te vervallen in een nieuwe barbarij. Han gebruikt dit ziektebeeld van neurale aandoeningen om onze eeuw te contrasteren met de vorige. Het tijdperk van de Koude Oorlog was niet neuraal, maar viraal: centraal stond de verdediging tegen het vreemde (negatieve), als een organisme dat een afweerreactie vertoont als een virus binnendringt. Er bestond een scherpe grens tussen binnen en buiten, tussen vriend en vijand. Met het einde van de Koude Oorlog bewoog onze samenleving een andere kant op. Door de globalisering en het vervagen van de grenzen, verdween het vreemde steeds meer uit onze samenleving en maakte het langzamaan plaats voor het gelijke (positieve). Niet het vreemde dat binnendringt bedreigt ons nu, maar een teveel aan positiviteit. We willen te veel en werken onszelf over de kop. Dit leidt niet tot infecties zoals in het virale tijdperk, maar tot infarcten. Een burn-out “is het doorbranden van het ik door oververhitting, door een teveel van het gelijke” schrijft Han. We leven niet meer in een samenleving van moeten en niet-mogen, zoals Foucault vaststelde, maar van kunnen. Mensen zijn niet langer ondergeschikten, maar high potentials. Yes, we can is volgens Han de ultieme leuze van onze prestatiesamenleving. Waar verbod, gebod en regulering de gedisciplineerde samenleving van Foucault beheersten, ontkom je in de prestatiesamenleving niet aan project, initiatief en motivatie. We zijn de ondernemers van ons eigen ik. Maar in werkelijkheid kan niemand alles bereiken en sommige mensen krijgen zelfs niets voor elkaar. Foucaults samenleving bracht dan misschien krankzinnigen en misdadigers voort, de prestatiesamenleving baart depressieven en kneuzen. Het bijzondere van deze can do-samenleving is dat druk om te presteren van binnenuit komt. Er komt geen externe dwang bij kijken. Mensen zijn hun eigen ondergeschikte en we leveren ons vrijwillig over aan de dwang om onze prestaties te maximaliseren. Excessief werken en presteren is dan niets anders dan zelfuitbuiting. Het risico dat daar volgens Han in schuilt, is dat in tegenstelling tot uitbuiting door een ander, zelfuitbuiting gepaard gaat met een gevoel van vrijheid. De vloedgolf aan prikkels die ons overspoelt, verandert bovendien onze waarneming en onze aandacht radicaal: ze raken gefragmenteerd en versnipperd. Volgens Han zijn wij niet langer in staat om ons aandachtig beschouwend te verdiepen in een ander. Net als onze primitieve voorouders die voortdurend alert waren op allerlei prikkels, dreigen wij weer af te zakken naar een wereld die lijkt op een savanne. Onze primitieve voorouders waren zich noodgedwongen oppervlakkig bewust van de wereld om hun heen om tegelijkertijd te kunnen eten en tijdig gevaar te kunnen herkennen. Nu wij steeds meer gaan multitasken, passen we volgens Han een techniek toe die onmisbaar is voor het overleven in de wildernis. Daarmee wijkt de zorg voor het goede leven, en vooral ook het geslaagde samenleven, steeds meer voor de zorg om te overleven. Han ziet bijvoorbeeld in het toenemend pestgedrag door groepen zijn analyse bevestigd. De vraag hoe we dan wel onze aandacht dienen te richten, of hoe we geslaagd kunnen samenleven, werkt Han maar zeer beperkt uit. Via een ingewikkeld betoog aan de hand van een essay van Peter Händke stelt Han dat de depressieve vermoeidheid die onze samenleving kenmerkt, ook onze redding kan zijn, als zij omslaat naar een meer verzoenende en gelaten moeheid. Hoe deze omslag plaats moet vinden, wordt echter niet duidelijk. En dat is jammer. Han toont zich vaak een scherp observator, maar zijn polemische en compromisloze stijl vraagt om een antwoord op zijn eigen aanklacht. Ook in twee latere essays, De transparante samenleving en De terugkeer van Eros die inmiddels met De vermoeide samenleving als bundel uitgegeven worden, blijft Han het antwoord schuldig. De lijst van aanklachten tegen onze samenleving wordt langer en langer en Han schuwt daarbij grote woorden en typeringen niet, maar er mist een diepere laag. Want hoe treffend Hans analyse van onze tijd soms ook is, ze mist historische inbedding. De dialectische benadering van Han plaatst uitersten tegenover elkaar en zorgt voor prikkelende beelden, maar de vraag is of zijn analyse daarmee niet wat losgezongen raakt van de werkelijkheid. Is onze 40-urige werkweek echt zo veeleisender dan het werk van een fabrieksarbeider pakweg 100 jaar geleden? En stonden de jaren ’50 door de enorme hausse van angstverhalen niet bekend als de Age of Anxiety, waardoor naar hartelust kalmeringsmiddelen werden aangeprezen voor angstige huisvrouwen en gespannen zakenmannen? Door het ontbreken van dit perspectief lijkt de aanklacht van Han soms op een nodeloos ingewikkeld equivalent van alle populaire werken over mindfulness en slow-living die ons de afgelopen jaren hebben overstroomd. Maar daarmee zouden we hem tekort doen. Han laat in zijn werken zien de tijdgeest goed aan te voelen en deze in rake bewoordingen te kunnen schetsen. Het zou hem sieren wanneer hij zijn analyses weet te plaatsen in een groter en vooral langduriger perspectief. Dan kan hij wellicht een plaats voor zichzelf verwerven in de traditie van de grote Duitse cultuurfilosofen. Als eerste Aziaat ooit die een Habilitationschrift voltooide, heeft hij er in ieder geval de juiste papieren voor.   Abele Kamminga studeerde Geschiedenis en Filosofie. Afgelopen jaar werkte hij als beleidsmedewerker bij D66 Groningen. Momenteel is hij bestuursadviseur bij de Hanzehogeschool Groningen.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. - - Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2014: Lokaal aan de macht, en is te vinden bij de onderwerpen literatuur en werk.