Bestendig welzijn

Lees hier het pdf van dit artikel. Alle alternatieve opvattingen van economische groei (zie het lexicon) dekken volgens econoom Ton Tushuizen onvoldoende wat met ‘welzijn’ wordt bedoeld. Hij komt met de term ‘welstendige ontwikkeling’. Door Ton Tushuizen Het is de westerse landen nog nooit zo goed gegaan. De welvaart is groot onder brede lagen van de bevolking. We leven in relatief grote veiligheid, goede gezondheid en gemiddeld langer dan ooit tevoren. Dat schept ongekende mogelijkheden om ons te richten op onze eigen invulling van ‘het goede leven’. Deze situatie is niet alleen historisch, maar ook mondiaal gezien een prestatie zonder precedent. Maar het blijft niet zonder meer zo. Het is de taak van ons allemaal om deze situatie te verbeteren, te verbreden en op lange termijn te bestendigen. Daarvoor is een nieuwe welzijnsopvatting nodig, die ik ‘welstendigheid’ noem en hieronder verder uitwerk. Welzijn > BNP Wat is vooruitgang? Die vraag wordt dikwijls beantwoord door te verwijzen naar groei van onze welvaart. Maar economische groei is een imperfecte graadmeter voor vooruitgang. In minder dan 100 jaar hebben de westerse landen relatieve armoede omgezet in rijkdom. Hoewel die rijkdom aan de basis ligt van ons ‘goede leven’, draagt deze daar niet zonder meer aan bij. De belangrijkste graadmeter om economische vooruitgang aan af te meten, het Bruto Nationaal Product (bnp), wordt vaak gezien als synoniem met vooruitgang. Maar het bnp reflecteert niet noodzakelijk ons welzijn, ons algemeen gevoel van materiële en immateriële tevredenheid. Terwijl in de afgelopen vijftig jaar ons bnp met 300% is gestegen, bleef ons collectieve welzijn vrijwel constant. Welzijn is met andere woorden niet in bnp uit te drukken. Een tweede probleem van het gebruik van het bnp is dat een stijging van het bnp een groot beslag legt op het milieu – en die impact is bepaald niet eerlijk verdeeld. Zou die belasting voor iedere wereldburger hetzelfde zijn als voor de gemiddelde westerling, dan zouden we zelfs aan drie aardes niet voldoende hebben. Maar dat scenario komt wel dichterbij. Zogenaamde ‘nieuwe economieën’ zoals China, India, en Brazilië hebben ook de weg naar welvaartsgroei gevonden en daarmee stijgt ook hun milieubeslag. Daar komt nog bij dat dit toenemende schaarste veroorzaakt, meteen groeiende groep grote economieën die hun aandeel op de wereldwijde grondstoffenmarkten opeisen. Dat betekent niet enkel toenemende concurrentie voor het Westen, maar ook druk om grondstoffendelving op te schroeven. Tel daar een groeiende wereldbevolking bij op, en de sombere scenario’s van het ipcc komen steeds dichterbij. Wat kunnen we doen om deze catastrofe af te wenden? Al meer dan dertig jaar wordt er gerept over de noodzaak van ‘duurzame ontwikkeling’, maar het is veelzeggend dat de trend nog steeds niet is gekeerd. Dat komt omdat duurzame ontwikkeling een vaag concept is dat de kern van de zaak mist. Het is moeilijk te operationaliseren en beperkt effectief. In plaats daarvan hebben we nieuwe ideeën nodig over hoe we de maatschappij moeten inrichten, die gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis en tegelijkertijd overtuigend voor brede lagen van de bevolking. Ik introduceer daarom de term ‘welstendige ontwikkeling’. Welstendige ontwikkeling Voor een nieuwe visie op vooruitgang is geen groot utopisch verhaal nodig. We moeten klein beginnen, bij het individu zelf. Het individu is immers de enige die welzijn kan ervaren. We willen vrijwel allemaal dat het goed met ons gaat: met onszelf, onze naasten en, in meer of mindere mate, anderen verder van huis. Niet alleen vandaag, maar ook morgen en op de lange termijn. Daarmee streven velen van ons bewust of onbewust naar duurzaam collectief welzijn, oftewel welzijn dat bestendig is: ‘welstendigheid’. De mogelijkheden om het welzijn te vergroten, te verbreden en te bestendigen zijn er te over. Wanneer we die mogelijkheden voor welstendigheid weten te benutten dan is er sprake van groei, of ‘welstendige ontwikkeling’. Zo kan bijvoorbeeld de stadsbewoner die zijn auto opgeeft voor een abonnement bij Greenwheels goedkoper uit zijn, terwijl hij het milieu en de leefbaarheid in zijn stad een dienst bewijst. Een tweede reden waarom het individu gebaat is bij welstendige ontwikkeling is dat een vitaal natuurlijk systeem een keiharde randvoorwaarde is voor welzijn. De aarde verschaft de vitale functies die nodig zijn om tot het ‘goede leven’ te komen. Een rijk ecosysteem is een wezenlijk onderdeel van duurzaam collectief welzijn. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat velen niet bereid zijn om welvaart in te leveren omwille van het milieu. Dat blijkt wel uit de weerstand die naar voren komt in veel politieke discussies, bijvoorbeeld om te komen tot een effectief regime om CO2-uitstoot te verminderen. Een belangrijke reden waarom dergelijke discussies mank lopen is het gebrek aan kennis bij beleidsmakers, die welzijn niet breed genoeg opvatten. Daarom is het zaak om misverstanden uit de weg te ruimen en kennis te vergroten. Economie als dienstknecht We hebben nu een idee hoe vanuit microperspectief is te werken aan welstendigheid en wat de plek is van duurzame ontwikkeling, maar hoe zit dat met het macroperspectief ? Daarvoor is het eerst van belang om te beseffen dat vooruitgang afhankelijk is van persoonlijke, culturele, maatschappelijke en technologische ontwikkeling. De economie is, naast de overheid en de civil society, een maatschappelijke institutie die deze ontwikkeling kan bespoedigen. Welstendigheid aanmerken als hoogste doel van maatschappelijke ontwikkeling impliceert dat deze maatschappelijke instituties in dienst van dit streven behoren te staan. Dat betekent dus ook dat economische groei een middel tot een doel is, en niet een doel op zich. Een vitale economie is essentieel, maar moet dus wel bijdragen aan welstendigheid. Om dergelijke vooruitgang te meten en om beleidsmakers te informeren zijn nieuwe macro-economische modellen nodig. Dergelijke modellen worden nog niet veel gebruikt, maar er wordt wel veel onderzoek naar gedaan. Zo meet de Happy Planet Index (HPI) het gemiddelde geluk maal de levensverwachting, gedeeld door de ecologische voetafdruk. Om het pad richting welstendige groei in te slaan is een omslag naar een ander wereldbeeld nodig. Er is een verandering in ons waardestelsel nodig, met nieuwe culturele en maatschappelijke structuren. Dat betekent ook dat technologische ontwikkeling in dienst moet staan van welstendige ontwikkeling. We moeten integraal en proactief werken aan de grote uitdagingen van deze tijd. Ons zo een nieuw waardestelsel eigen maken en verder ontwikkelen is een langetermijndoelstelling. Ondanks de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd hebben we de mogelijkheid om hier iets aan te doen. We zijn nog nooit zo rijk geweest, en het is aan de politiek om ideeën op te pakken en gezamenlijk verder te ontwikkelen. Dat kan in westerse landen vanuit alle gangbare politieke ideologieën. Zo krijgt bijvoorbeeld bij het werken aan welzijn de ontplooiing van het individu en zijn autonomie nadrukkelijk een plaats. En daarbij staan ook solidariteit en rechtvaardigheid, zowel nu als in de toekomst, centraal. Dat is koren op de molen van sociaal-liberalen.   Ton Tushuizen is econoom en schrijver van het boek Welstendige ontwikkeling, een betere kijk op groei. Wageningen Academic Publishers 2013.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2013: Nieuwe welvaart, en is te vinden bij het onderwerp welvaart