1962: Het Liberaal Democratisch Centrum van Hein Roethof

Daniël Boomsma

Het discussieplatform Liberaal Democratisch Centrum van Hein Roethof probeerde de vvd progressiever te maken. Volgens Roethof dreigde de partij ‘een bolwerk van antisocialistische ressentimenten’ te worden en daarmee te conservatief. Uitein­delijk verklaarde hij zijn poging mislukt en stapte hij over naar de Partij van de Arbeid. Het verwijt eigenlijk conservatief te zijn is een constante in de geschiedenis van de VVD. In die geschiedenis neemt het in 1962 opgerichte discussie- en pressieplatform Liberaal Democratisch Centrum van Hein Roethof (1921-1996) een unieke plek in. Roethof was enige tijd lid van de VVD maar voelde zich er eigenlijk niet op zijn gemak. Als rechtenstudent was hij voor de oorlog lid geweest van de jongerenorganisatie van de Vrijzinnig-Democratische Bond. Na een tijd in Indië te hebben gewerkt als ambtenaar, keerde hij in de jaren vijftig terug naar Nederland. In zijn politieke memoires schreef Roethof in deze tijd eigenlijk op zoek te zijn geweest naar ‘een partij die niet bestond’. Bij de VVD en de jongerenorganisatie JOVD hoopte hij tóch de sfeer en vooruitstrevende ideeën van de inmiddels opgeheven VDB en VDJO te hervinden. In 1952 werd Roethof landelijk voorzitter van de JOVD, nadat zijn voorganger Edgard Nordlohne hem daartoe had overgehaald. Als voorzitter hield hij een toespraak op het VVD-lustrumcongres van november 1954 waarin hij een progressieve koers bepleitte. Voor de dominante groep conservatieve VVD’ers had hij weinig goede woorden over. Wat hen bond was slechts hun afkeer van de socialisten: ‘Zij kankeren tegen de hoge belastingdruk en nemen bij voorbaat stelling tegen letterlijk alles, wat er van deze kant aan ideeën komt zonder zelf ook maar de minste poging te ondernemen daar eigen constructieve ideeën tegenover te stellen.’ Hij voorzag dat de VVD ‘een bolwerk [...] van antisocialistische ressentimenten’ zou worden, met weinig oog voor humanitaire en sociale waarden. Roethofs toespraak bleek de opmaat naar een definitieve breuk. Op 23 juni 1962 kwam het tot een kookpunt. Roethof, inmiddels dertiger en journalist voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, besloot het Liberaal Democratisch Centrum (LDC) op te richten. Dat gebeurde op suggestie van toenmalig vicepremier en minister van Verkeer en Waterstaat Henk Korthals. Roethof en Korthals hadden elkaar even daarvoor in hotel Des Indes gesproken over een eventueel lijsttrekkerschap van Korthals. Die laatste wilde dat alleen als de VVD een progressieve koers ging varen en hij raadde Roethof aan de linkervleugel van de partij te organiseren. Zo werd het LDC geboren. Tijdens een bijeenkomst in Utrecht werd een bestuur geïnstalleerd. Roethof nam het voorzitterschap op zich, gesecondeerd door Nordlohne. Ook Hans Gruijters, de latere D66-oprichter, zat in het bestuur. Andere initiatiefnemers, zo’n vijftig in totaal, waren onder anderen oud-VVD Kamerlid Huub Jacobse en Erwin Nypels en Pieter Fetter, die later eveneens betrokken zouden zijn bij de oprichting van D66. Het ldc sprak zich uit voor Korthals als opvolger van lijsttrekker Pieter Oud. Bovenal moest de VVD worden verleid tot een progressieve koers. Onder aanvoering van de fractievoorzitter in de Eerste Kamer Harm van Riel had de VVD het liberalisme in de koelkast gezet, vond Roethof. Dat verwijt was zeker in de jaren zestig niet ongegrond. In die tijd had de VVD gestaag het imago gekregen van ‘rijke mensen uit Wassenaar’. Bovendien was er weinig interne partijdemocratie, vonden er weinig inhoudelijke discussies plaats en was er ook geen sprake van programmatische vernieuwing. Het was de hoogste tijd terug te keren naar het ‘authentieke liberalisme’. De liberalen, zo klonk het, moesten weer terug naar de ‘sterk progressief gezinde partij’ van oud-minister van Buitenlandse Zaken Dirk Stikker. Anders dan Nieuw Links, dat de koers van de PvdA eind jaren zestig sterk wist te beïnvloeden, bleek het LDC niet in staat verandering teweeg te brengen. Er volgde weliswaar wat debat, en het Centrum mocht aanschuiven bij interne discussies, maar het kreeg weinig gehoor bij de top van de VVD. Het bleef vooral bij praten in rokerige achterkamers. Bovenal zat de VVD niet te wachten op vernieuwing of een richtingenstrijd. Oprichter Oud sprak zich tijdens een vergadering van het hoofdbestuur van de VVD bovendien stevig uit: ‘Wat in het program van actie van het LDC goed is, is niet nieuw, en wat nieuw is, is niet goed.’ In plaats van Henk Korthals zou de gematigde Edzo Toxopeus uiteindelijk lijsttrekker worden. Het LDC overwoog toen een eigen liberale partij op te richten, maar een meerderheid gaf de voorkeur aan het blijven uitoefenen van druk op de VVD. Roethof zag daar geen heil in. Het ldc zou uiteindelijk nog tot 1970 voortbestaan, maar Roethof besloot al in maart 1963 zowel zijn voorzitterschap neer te leggen als zijn lidmaatschap van de partij op te zeggen. Een jaar later werd hij lid van de PvdA. Een grote uitstroom bij het Centrum – zeker de helft van de leden – volgde pas in de herfst van 1966, toen D66 werd opgericht. Roethofs botsing met zijn partij legde een contradictie binnen de VVD bloot: het zijn van een conservatieve partij met liberale pretenties. Zijn pogingen de partij een andere kant op te doen bewegen, waren achteraf gezien moedig maar ook gedoemd te mislukken. In een interview ter gelegenheid van het afsluiten van zijn politieke carrière zei Roethof: ‘De VVD heeft zich na de Tweede Wereldoorlog in de rechterbanken laten drukken. Dat is de reden dat ik eruit gelopen ben, nadat ik in de jaren vijftig [...] verschillende pogingen heb ondernomen de koers van de VVD om te buigen in een meer progressieve richting. Dat is niet gelukt...’ Verder lezen Hein Roethof, Dwars over het Binnenhof. Herinneringen van een liberale socialist, Uitgeverij Veen BV, Utrecht 1990 Ewoud Klei, De weg naar de macht. Een kroniek van de jovd, 1949-2015, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2015 André Vermeulen, De liberale opmars. 65 jaar vvd in de Tweede Kamer, Boom, Amsterdam 2016 Eddy Habben Jansen, De jonge liberalen. Een geschiedenis van de jovd 1949-1994, jovd, Amsterdam 1994