Democratisch verval, rechts-extremistische retoriek, uitsluiting van groepen mensen: velen voelen zich er somber en machteloos door. Maar we moeten ons vooral niet laten verlammen, stelt filosoof en schrijver Alicja Gescinska. Onder onze eigen ‘democratische paraplu’ heeft ieder van ons namelijk een rol te vervullen, elke dag weer. ‘Je hoeft geen politicus te zijn om politiek te bedrijven.’
Door Suzanne van den Eynden
In 2019 was je kandidaat voor het Europees Parlement namens de Vlaamse liberalen. Vind je het in deze tijd extra jammer dat je geen politicus bent? Of ben je er juist blij om?
‘Ik ben zeer gelukkig als schrijfster achter mijn werktafel. Maar ik voel nog steeds een grote verantwoordelijkheid richting de maatschappij, voor mijn medemens. Om een metafoor te gebruiken: het is moeilijk om aan je schrijftafel te blijven werken als het dak non-stop drupt. We leven met z’n allen onder een politieke paraplu. Ieder van ons heeft daaronder een verantwoordelijkheid, ongeacht wie je bent. Alleenstaande ouder, directeur, leerkracht, het maakt niet uit. Je hoeft geen politicus te zijn om politiek te bedrijven. Democratie is niet alleen iets van de politieke instellingen, van de politici: democratie zit ook in onze hoofden en harten.
De huidige bedreigingen van de democratie zijn weliswaar zeer intens, maar ze sluimeren al heel lang. Europa was zich er al een tijd van bewust dat het huidige narratief van ‘nooit meer oorlog’ was uitgewerkt als bindmiddel voor de EU, het voelde zelf dat het op de grenzen was gestuit. Mensen waren ontevreden. Verworvenheden als vrede werden steeds meer een vanzelfsprekend gegeven. Ik heb veel gesproken op Europese conferenties en was altijd de persoon die zei: voelt u daar zélf dan betrokken bij, politiek is belangrijk! Toen vroeg Guy Verhofstadt [voormalig fractievoorzitter in het Europees Parlement voor de Open VLD, red.] of ik op de lijst voor de Europese verkiezingen wilde. Eigenlijk wilde ik dat niet, ik was en ben niet op zoek naar politieke macht. Maar ik wilde wel dat er een filosoof op de lijst kwam.’
Politiek bedrijven zonder politicus te zijn: hoe doe je dat?
‘Bijvoorbeeld door je kritisch te verhouden tot de informatie die binnenkomt: waarom krijg ik dit te zien? Wat gebeurt hier? De dingen die je liket op sociale media, die je schermtijd geeft: dat beïnvloedt de wereld, de statistieken, wat aandacht krijgt. Hetzelfde geldt voor wat je koopt. De Elon Musks van deze wereld denken in termen van geld. En hoe klein je budget ook is: je kiest zelf waar je je euro aan uitgeeft. Mensen die hun abonnement op de Washington Post hebben opgezegd nadat eigenaar Jeff Bezos verordonneerde dat er geen kritische stukken meer in komen: dat is een signaal.’
Is zo’n actieve democratische houding niet een stuk makkelijker voor mensen die het economisch, sociaal en fysiek goed hebben?
‘Dat hoor ik vaak. En het klopt: als je net negen uur hebt gewerkt in een fabriek, dan wil je een gemakkelijke maaltijd, op de bank neerploffen en Netflixen. Maar dat is maar een deel van het verhaal. Want zo lijkt het net alsof iemand die hard werkt, niet meer in staat zou zijn om bij te dragen onder de democratische paraplu. Populistische partijen zijn ook groot gemaakt door mensen die zich nooit een dag zorgen hebben hoeven maken of ze hun rekeningen wel konden betalen. We moeten niet voortdurend de mensen die het moeilijk hebben, verantwoordelijk houden voor de problemen met de democratie. Ook mensen die wel de tijd en ruimte hebben om zich te informeren, worden soms onwetend meegezogen in rechtse retoriek omdat hun kritisch kompas niet scherp genoeg staat afgesteld. In Vlaanderen is de liberale partij ontzettend aan het verrechtsen. En ook in Nederland zeggen politici dat Victor Orbán een voorbeeld is. Op dergelijke momenten vind ik het wel jammer dat ik niet in het Europees Parlement zit en kan vragen: ‘Kunt u toelichten hoe iemand als Orbán een voorbeeld kan zijn?’’
In een interview met Trouw een aantal jaar geleden zei je: ‘Ik vind dat het lijden in de wereld geen rustdag verdient.’ Geldt dit wat jou betreft ook voor het ‘leed’ dat de democratie wordt aangedaan?
‘Ja, ik sta nog volledig achter die woorden. Het is niet toevallig dat het boek dat ik in 2019 heb geschreven Intussen komen mensen om heet. We kunnen ons afkeren van de politiek en erover zeuren, maar wees u ervan bewust: intussen komen mensen om. Daarom verdraagt het lijden in de wereld geen uitstel. Het is van levensbelang om ons verantwoordelijk te voelen voor het democratisch weefsel, voor onze medemens. Als ik mensen spreek die zeggen zich niet te interesseren voor de politiek, vraag ik altijd: waarom niet? ‘Al dat gedoe in het parlement, ik kan het niet volgen’, klinkt het dan vaak. Dan zeg ik: vindt u het belangrijk of er schoon water uit uw kraan komt? Dat u snel geholpen wordt als u een ongeluk krijgt? Of dat u later nog een pensioen heeft, en dat bruggen niet instorten? Als het antwoord ‘ja’ is, dan vind je politiek dus belangrijk.
Politiek is niet het theater van Trump, Musk en Thierry Baudet: een relletje hier en een relletje daar. Politiek gaat over ons leven. Wie zegt zich niet te interesseren voor politiek, kan net zo goed zeggen: ‘Ik interesseer me niet voor mijn medemens.’’
Maar dat ‘theater’ en de strijd van politieke partijen om de kiezer is toch wat mensen dagelijks te zien krijgen.
‘Ik herken de problemen die politieke partijen in zich dragen. Dat ze desnoods hun moreel kompas verwaarlozen om maar verkozen te worden. Tegelijkertijd is het afschaffen ervan geen goed idee. Want ik wil geen dictator aan het roer: ik wil de liberale democratie. Maar dan moeten wij nadenken over hoe we die partijen meer zuurstof kunnen geven. Hoe zorgen we ervoor dat een politicus niet bezig is met de volgende verkiezingen, maar met het goede doen voor de maatschappij? Bijvoorbeeld: invoeren dat iemand niet langer dan twintig jaar, of misschien zelfs tien jaar, deel mag uitmaken van de politieke macht. We moetennadenken hoe het politieke systeem weer door waarden gedreven kan worden, in plaats van door politiek gewin. Dan komt er meer ruimte voor dialogen, ook met de oppositie. De oppositie is niet de vijand, maar de partner met wie de regering het land moet besturen.’
In je nieuwe boek De gezichtslozen stel je het belang aan de orde om ons het lijden van mensen in oorlogen en andere ellendige omstandigheden aan te trekken. Maar is dat niet te veel gevraagd? Is dat niet juist wat mensen moedeloos maakt?
‘Het is zeker zo dat we niet alles op onze schouders kunnen nemen. Wat we kunnen bijdragen, verschilt bovendien per persoon. Maar het valt me op dat die vraag ook vaak wordt gebruikt als reden om maar niets te hoeven doen. Ik ben er volledig van overtuigd dat wegkijken omdat we niet iedereen kunnen helpen, niet het antwoord is. Je kunt al beginnen met je de vraag te stellen: wat heb ik de afgelopen maand onbaatzuchtig voor een ander gedaan? Dat kan al zijn: een blikje oprapen van de straat en in de prullenbak gooien. Je kunt het conflict in het Midden-Oosten niet oplossen maar je kunt je wel verantwoordelijk voelen voor onze parken, het milieu, je medemens. Je hoffelijk gedragen in het verkeer. Nadenken over wat je liket, waar je op klikt, waar je naar kijkt. Dat draagt allemaal bij.’
Je benadrukt het belang van de manier waarop we onze medemens behandelen. Begrijp je dat mensen het soms lastig vinden om vast te houden aan die medemenselijkheid, in een tijd waarin politiek leiders wereldwijd daarin een heel slecht voorbeeld geven?
‘Ook ik kijk naar de wereld met een bloedend hart. En ook ik begrijp niet hoe een politicus na bepaaldeuitspraken zoveel voorkeursstemmen kan krijgen. Dit geldt niet alleen voor de VS. Mocht er morgen een Europese leider gekozen moeten worden, dan werd het ook een populist. Laten we niet denken dat we hier beter zijn.
Het is een verantwoordelijkheid van ons allemaal om hiertegen te blijven strijden. Bijvoorbeeld door veel sneller weerwoord te bieden tegen harde, onmenselijke taal. We laten nog veel te veel passeren, zoals in ons taalgebruik over nieuwkomers. We praten over migranten alsof ze altijd een probleem zijn en nooit deel van de oplossing. Dat geldt zelfs voor linkse partijen. We kunnen ons veel meer bewust worden van hoe we over mensen praten. We moeten ons blijven afvragen: spreek ik praten. We moeten ons blijven afvragen: spreek ik nog over de mens als mens, in plaats van over een containerbegrip?
Voor alle duidelijkheid: ik beschuldig niemand. We hebben allemaal onze blinde vlekken. Er is heel veel dat wij niet zien, dat geldt voor ieder van ons. Van mensen die geen kans hebben gehad om bepaalde diploma’s te halen tot mensen die geen huis kunnen huren of kopen. Maar ook de vele volwassenen en kinderen die rondzwerven zonder deel uit te maken van ons democratisch weefsel. Dat wij hier onze ogen voor sluiten, is dramatisch voor die mensen én voor onze samenleving. Want als we niet naar elkaar omkijken, kan het ons ook gebeuren dat we zelf op een dag over het hoofd gezien worden. Als wij een andere persoon ontmenselijken, ontmenselijken we ook onszelf.’
Is het vanuit die medemenselijkheid dat je vindt dat we ons meer moeten omringen met andersdenkenden, zoals je vaak hebt geschreven?
‘Ja. Het besef dat jij niet de maat der dingen bent, is onderdeel van je burgerschap. Er zullen altijd mensen zijn die anders leven, die andere voorkeuren en idealen hebben. We zijn weinig bescheiden over onze ideeën en nemen onszelf vaak als uitgangspunt: ‘Ik wil 130 rijden op de snelweg dus onze snelwegen moeten daarop worden ingericht.’ Maar we leven nu eenmaal met andere mensen samen, dus er zullen soms afspraken gemaakt worden die ons persoonlijk niet uitkomen. We denken ook vaak dat wij het meest hebben nagedacht over alles in de maatschappij, en dat de ‘tegenstander’ er niets van begrijpt. Maar het kan goed zijn dat je tegenstander evenveel heeft nagedacht, maar gewoon een andere oplossing ziet. We zijn vaak bang voor een weerwoord, een tegenargument. Maar een moeilijk gesprek is inderdaad soms gewoon moeilijk, maar wel noodzakelijk. En iemand die precies hetzelfde denkt als jij, is waarschijnlijk de saaiste persoon om mee om te gaan.’
Alicja Gescinska is een Pools-Belgische filosoof en schrijfster. Ze schrijft fictie, non-fictie, poëzie, theater en opiniestukken. Ook maakte ze de televisieserie Wanderlust op de Vlaamse zender VRT Canvas. In februari 2025 publiceerde ze de novelle De gezichtslozen, die zich afspeelt in de Palestijnse vluchtelingenkampen in Beiroet. Centrale thema’s in de novelle zijn ontmenselijking en de blinde vlekken in onze blik op het onrecht in de wereld en de geschiedenis.
Suzanne van den Eynden is hoofdredacteur van Idee.
‘Je hoeft geen politicus te zijn om politiek te bedrijven’

Beeld: Jeroen Mooijman