De tegenstelling tussen natuur en landbouw in de strijd om water is een doodlopende weg. We moeten én kunnen werk maken van een landschap waarin natuur en water samen functioneren, met het watersysteem als uitgangspunt.
door Corine Geujen & Tom Kunzler
Het lijkt vaak alsof natuur en landbouw lijnrecht tegenover elkaar staan in de strijd om water. Een hoog waterpeil voor de natuur, óf een laag waterpeil voor de landbouw zodat de trekkers het land op kunnen in het voorjaar. Natuurgraslanden met weinig begrazing óf hoogproductief grasland voor de maximale melkproductie per hectare. Een meanderende beek en natuur op de oevers waar planten en dieren kunnen gedijen, óf een diepe sloot met steile oevers voor de ontwatering.
Deze tegenstelling tussen landbouw en natuur, en de strakke scheiding van die twee in het landschap, zijn doodlopende wegen. We moeten werk maken van een landschap waarin natuur en landbouw samen functioneren, met het watersysteem als uitgangspunt. Een landschap met overgangsgebieden, waarin natuur en landbouw samen sterk staan. Waar een gezonde bodem zorgt voor gezonde planten en dieren. Waar allerlei soorten bestuivers de natuur en landbouw versterken. Geen eenvoudige opgave, maar wel een noodzakelijke. En bovendien een uitvoerbare, mits we bereid zijn te denken in gezamenlijke belangen.
Te vies en te droog
In grote delen van Nederland staat de waterkwaliteit onder druk en dreigt verdroging. Het watersysteem is niet ingericht om klimaatverandering op te vangen. Veel water wordt nog afgevoerd, bijvoorbeeld via gekanaliseerde beken, drainagebuizen en landbouwsloten, waardoor er in drogere omstandigheden een tekort dreigt te ontstaan. Het beschikbare water is bovendien zó vervuild dat Nederland zelfs een tik op de vingers kreeg van Europese Unie. Terwijl de vraag naar water stijgt, is er steeds minder schoon water beschikbaar.
In elf van onze waterrijke natuurgebieden onderzochten wij het oppervlaktewater, grondwater en de ecologie. Verspreid over het land ontstaat een zorgwekkend beeld: het waterpeil daalt, waterkwaliteit verslechtert en ecosystemen raken uit balans. In de directe omgeving van natuurgebieden wordt de grondwaterstand kunstmatig laag gehouden ten behoeve van landbouw, waardoor natte natuuroases zoals moerassen, venen en natte heidegebieden uitdrogen. Bijzondere planten verdwijnen, zoals zonnedauw en klokjesgentiaan. Daarmee verdwijnen ook de insecten en vogels die van deze planten afhankelijk zijn.
De kwaliteit van het water staat bovendien onder druk. Door uitspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen zijn het oppervlaktewater en grondwater in veel gebieden vervuild. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) – die Nederland verplicht om uiterlijk in 2027 te voldoen aan normen voor schoon water – raakt daarmee steeds verder uit zicht. Niet alleen flora en fauna lijden hieronder; ook drinkwaterbedrijven luiden de noodklok.
Tegelijkertijd is de landbouw kwetsbaar. Langdurige droogte leidt tot lagere opbrengsten, verzilting van de bodem en grotere afhankelijkheid van irrigatie. Het systeem is niet in balans. En dat treft iedereen. Maar dit kan anders: de balans kan hersteld worden tussen natuur en landbouw.
Water is niet alleen van levensbelang voor onze natuur maar ook voor onze welvaart en ons welzijn: om voedsel te verbouwen, om te wonen, te recreëren, een gezond leven te leiden. Al in 2030 dreigen watertekorten. Zuiveringskosten voor drinkwater stijgen. PFAS en bestrijdingsmiddelen in het water bedreigen de gezondheid van mens en dier. Recreatie wordt moelijker door toenemende aanwezigheid van blauwalg. En het niet behalen van KRW-doelen kan juridische en economische problemen veroorzaken, zoals vergunningenstops en beperkingen voor de bouw van nieuwe woningen en infrastructuur.
Maatschappelijke watercoalitie
De hele samenleving ziet de urgentie; van ondernemers tot de drinkwatersector, van techniekbedrijven tot gezondheidsfondsen, van projectontwikkelaars, biologische boeren en bouwbedrijven tot natuurorganisaties. Zij hebben zich verenigd in de Maatschappelijke Watercoalitie, die pleit voor maatregelen en budget om ons water veilig te stellen. In het Maatschappelijk Watermanifest staan tien maatregelen om waterproblemen en de gevolgen ervan te voorkomen.
Zo moeten meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen veel minder in het water terechtkomen. Dat geldt ook voor lozingen vanuit de industrie. Betere rioolwaterzuivering is nodig om schadelijke stoffen zoals PFAS en medicijnresten uit het afvalwater te filteren. En we moeten meer grip krijgen op grondwateronttrekkingen, om verdroging van de natuur en funderingsschade te voorkomen. Alle sectoren moeten bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit.
De Maatschappelijke Watercoalitie vertegenwoordigt een achterban van 8 miljoen Nederlanders en ruim 35.000 bedrijven. De opstellers van het manifest zijn bereid om hun bijdrage te leveren, maar de Rijksoverheid speelt nog altijd een essentiële rol. Zij moet zorgen voor een ander toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen en voor de benodigde aanpassing van het mestbeleid, met prioriteit voor de percelen die grenzen aan natuurgebieden en wateren.
Niet minder, maar ándere landbouw
De oplossing is niet minder landbouw, maar ándere landbouw. Boeren die natuurinclusief werken, met de natuur mee. Dit betekent minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, nattere omstandigheden en meer ruimte voor biodiversiteit. In ruil daarvoor moet er eerlijk worden betaald voor maatschappelijke diensten die boeren leveren, zoals vernatting, waterberging, biodiversiteit en bodemverbetering.
Er bestaan al inspirerende voorbeelden. Zo is in het Nationaal Park Dwingelderveld samen met boeren gewerkt aan het verhogen van het grondwaterpeil, waardoor de natuur zich herstelt zonder dat boeren hun bedrijf op moeten geven. Aan de rand van de Empese en Tondense Heide zijn afspraken gemaakt met agrariërs over grond, mestgebruik en boeren in natte omstandigheden. Zo komen overgangsgebieden tot stand rondom beschermde Natura 2000-gebieden. Dat is rond veel meer gebieden noodzakelijk. Deze projecten laten zien dat het kan. Als boeren zekerheid krijgen en meedenken, ontstaat er ruimte voor wederzijds vertrouwen. Uiteindelijk is iedereen gebaat bij voldoende schoon water en een robuuste leefomgeving voor mens, dier en plant. Boeren enkel vragen te stoppen of te minderen heeft geen zin. Er moet perspectief worden geboden.
De sleutel is een integrale, gebiedsgerichte aanpak: kijk naar bodem, water, natuur, landbouw en klimaat als één systeem. Als in een gebied bijvoorbeeld het grondwaterpeil omhoog moet om een natuurgebied te redden, betekent dat niet automatisch dat boeren moeten verdwijnen. Het betekent wel dat het type landbouw moet veranderen – bijvoorbeeld naar natte teelten, of naar extensieve begrazing. Natuurgebieden worden bovendien robuuster door natuurgebieden te verbinden; daartoe moet het Natuur Netwerk Nederland worden voltooid.
Overgangsgebieden inrichten
Om in het kleine Nederland een gezonde natuur, landbouw en economie te creëren, is een zachte overgang tussen natuur en landbouw noodzakelijk. Een gebied waar ruimte is om te ondernemen, maar waar natuurbeheer net zo belangrijk is als de agrarische productie. Het kabinet-Rutte IV had 24 miljard om boeren in deze overgangsgebieden te helpen naar een ander verdienmodel te bewegen. Maar het kabinet-Schoof schrapte het fonds en er bleef jaarlijks maar 500 miljoen over voor agrarisch natuurbeheer. Dat terwijl Johan Remkes nog had geadviseerd om rondom natuurgebieden 150.000 tot 200.000 hectare natuurinclusieve landbouw te realiseren. Goed voor de natuur én de landbouw.
De natuur moet dringend hersteld worden en de doelen van de KRW moeten daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Maar zolang we doen alsof er alleen landbouw óf natuur mogelijk is, komen we geen steek verder. Boeren hebben behoefte aan duidelijkheid. Want veel boeren willen best natuurinclusief werken, maar dan moet je daar wel een boterham mee kunnen verdienen. Dat betekent dat de overheid duidelijke keuzes moet maken over wat waar mag, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn.
Boeren zijn onmisbare partners in het herstel van het landschap. Hier ligt een taak voor de overheid: ontwikkel goede plannen, met financiële ondersteuning én toekomstperspectief voor boeren en natuur.
Politiek leiderschap nodig
Te lang is gestuurd op kortetermijnbelangen, met een verdeling van functies die leidt tot versnippering en wederzijdse frustratie. Terwijl juist integratie nodig is: van beleid, van belangen, en van de ruimte zelf.
Water moet dan ook het leidende principe worden in ruimtelijke ordening en natuur- en landbouwbeleid. Niet langer uitgaan van wat economisch het meeste oplevert op de korte termijn, maar beginnen bij wat het watersysteem op de lange termijn aankan. Dat betekent: ruimte maken voor natuur, maar ook ruimte houden voor boeren – op een manier die het systeem versterkt in plaats van uitput.
Een aantal provincies heeft al belangrijke stappen gezet. De provincie Gelderland heeft rondom natuurgebieden zones benoemd waar minder stikstof mag worden uitstoten. De provincie Brabant koopt percelen aan die noodzakelijk zijn om watermaatregelen te treffen zoals het dempen van sloten en opzetten van waterpeilen. Onze hoop en wens is dat deze voorbeelden navolging krijgen. Maar dan wel op een manier die de natuurgebieden echt herstelt. Dus: minder uitstoot van stikstof, een hoger waterpeil en minder vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. Daarmee komen de KRW-doelen binnen bereik en kunnen we onze kwetsbare natuur weer in ere herstellen. Het vraagt om moeilijke, maar duidelijke keuzes van overheden. Die duidelijkheid kan pijnlijk zijn voor ondernemers, maar zwalkend overheidsbeleid en valse beloftes, die steeds maar niet waargemaakt kunnen worden doen nog meer pijn. Meer steun voor ondernemers is nodig om te kunnen stoppen, verplaatsen of verduurzamen.
Een goed functionerend watersysteem is geen luxe, maar een basisvoorwaarde voor een leefbaar Nederland. Alleen door de grens tussen landbouw en natuur te vervagen en boeren weer natuurbeheerders te maken in deze overgangsgebieden kunnen we de impasse doorbreken. Landbouw en natuur niet tegenover elkaar, maar met elkaar. Dit vraag om een aangepaste inrichting van het landschap en landgebruik met nattere zones rondom natuurgebieden en minder gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen.
Corine Geujen en Tom Kunzler zijn respectievelijk hydroloog en teamleider internationale lobby bij Natuurmonumenten.
De strijd om water: Doorbreek de patstelling tussen landbouw en natuur

Beeld: Arienne Faber