Wie de term ‘democratische rechtsstaat’ vertaalt naar het Engels, komt vaak uit op ‘liberal democracy’. Dat woord ‘liberal’ introduceert een smaakverschil tussen de Engelse en Nederlandse term: de Nederlandse term suggereert dat de democratische rechtsstaat politiek-ideologisch neutraal is. De Engelse term benadrukt juist de politiek-ideologische herkomst van het begrip: een democratie waarin mensen zich door het recht, door burgerrechten en door rechtsbeginselen beschermd weten tegen machtswillekeur, is een product van het liberalisme.
De scheiding der machten, een onafhankelijke rechtspraak, een uitvoerende macht die zich laat controleren en inperken door een controlerende macht en het recht, een onafhankelijke journalistiek, een betrokken maatschappij en een democratische burgerschapscultuur van overleg en respect: we zijn zó diep verweven met die verworvenheden, dat we ze voor lief nemen, zoals een vis het water waarin ze zwemt, of een vogel de lucht die haar vleugels geeft.
En precies dat maakt de verkiezingsuitslag van 22 november 2023 zó gevaarlijk. Want die uitslag was weliswaar democratisch, maar niet liberaal – een stem voor wat experts al langer ‘illiberal democracy’ noemen. Het enthousiasme waarmee kiezers voor een partij hebben gekozen die onrechtsstatelijke politiek voorstaan, is symptomatisch voor een tanend draagvlak voor de democratische rechtsstaat. In dit nummer verkennen Roy Kemmers, en Matthijs Rooduijn, Honorata Mazepus en Bert Bakker die symptomatiek verder.
Die toenemende kiezersontevredenheid met en over de liberale democratie vormt de voedingsbodem voor de veronderstelde ‘ruk naar rechts’. Zowel populisme-expert Cas Mudde als politicoloog Catherine de Vries vertellen dat de radicaal rechtse populisten gewoon als ondernemers in een gat in de politieke markt gesprongen zijn: ze bieden aan waar de markt om vraagt.
Maar wat is dan het antwoord van de voorstanders van liberale democratie? Wat we in ieder geval niet moeten doen, is teleurgesteld raken in de democratie. We moeten ook niet bij de pakken neerzitten of er maar het beste van hopen, zo betogen onder andere John Morijn en Rob van Gestel.
Jane Addams, winnares van de Nobelprijs van de Vrede in 1931, schreef: ‘The cure for the ills of democracy is more democracy’. Wat we nodig hebben, is een nieuw verhaal vóór onze democratie – dat is ook waar Martijn Visser toe oproept in zijn essay. Wat we nodig hebben, is een democratie die meer is dan slechts ‘weerbaar’: wat we nodig hebben, is een wendbare democratie. Een democratische rechtsstaat waarin en waarvoor we verantwoordelijkheid nemen, waakzaam zijn, en ons voortdurend aanpassen aan telkens nieuwe omstandigheden.
We moeten het verhaal van die eeuwenlange traditie van liberale democratie, de zuurstof van ons politieke lichaam, nieuw leven inblazen. En daarom ben ik ook bijzonder trots dat Rob Jetten, fractievoorzitter van D66, en Afke Groen, directeur van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, hun aftrap voor dit nieuwe verhaal in dit nummer wilden geven.
Het woord vooraf: op weg naar een wendbare democratie
Door Daniël Schut
Hoofdredacteur Idee