Politiek filosoof Philip Pettit vertelt in een interview met Idee meer over hoe het denken over de macht en het nut van ‘de staat’ zich ontwikkeld heeft, en probeert een nieuw antwoord te vinden op de vraag: waar ís de staat, in ieder geval, eigenlijk voor? Pettits antwoord reikt verder dan het antwoord dat een kleine, vocale en daardoor invloedrijke substroming van het liberalisme gaf op die vraag, vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw. Deze neoliberalen vonden dat de overheid vooral een probleem was, en verder aan de ketting moest. Dit nauwe neoliberale denken heeft kwalijke gevolgen gehad, laat deze editie van Idee zien. Ons redactioneel commentaar bespreekt hoe de overheid er zelf machteloos door is geworden: burgers raken in de knel in de beleidsuitvoering doordat de overheid zichzelf heeft uitgehold, mede door uitvoering ‘op afstand’ te zetten en adviseurs in te huren. Abush Derks bevraagt de oncontroleerbaarheid van het poldermodel.
Een ander instrument van het minimalistisch liberalisme was het ‘denken als een manager’, dat wil zeggen: het gebruik maken van de nieuwste inzichten uit achtereenvolgens de statistiek, daarna data science en tot slot artificiële intelligentie (AI) om oplossingen voor maatschappelijke ‘opgaves’ te ‘optimaliseren’. Carinne Elion-Valter traceert die ontwikkeling tot in de negentiende eeuw aan de hand van twee boeken. Tegenwoordig zijn onze data volledig leesbaar voor de overheid, maar de overheid is niet leesbaar voor ons – zoals blijkt uit het interview met Serv Wiemers, directeur van de Open State Foundation. En de ontransparante, onleesbare digitale overheid leidt tot oncontroleerbare, oncorrigeerbare en onontkoombare machtsuitoefening, vertelt Arjan Widlak, directeur van de Stichting Kafkabrigade.
Maar net nu de wereld dreigt overgenomen te worden door het technocratisch denken met AI, dienen zich ook oplossingsrichtingen aan. José van Dijck pleit voor bestuurlijke intelligentie om kunstmatige intelligentie te begeleiden. Onderzoekers van het Rathenau Instituut en TNO hebben concrete suggesties hoe een beleidsmaker dat precies kan doen. In veel artikelen komen de Kafkaëske absurditeiten terug die onder andere hebben geleid tot de kinderopvangtoeslagenaffaire. Als er ergens sprake is geweest van oncontroleerbare, oncorrigeerbare en onontkoombare machtsuitoefening, dan is het daar wel. Deze editie laat zien dat de oorzaken hiervan systemisch zijn: het is een technocratische sturingsfilosofie geweest, samen met een wantrouwen jegens de burger, gefaciliteerd door het gemak waarmee moderne data science en AI suggereren problemen op te kunnen lossen. Willen we dat dit soort ongekend onrecht nooit meer voorkomt, dan moeten de oplossingen óók systemisch zijn.
Woord vooraf
Kafka 2.0 tussen bestuur en techniek
Wat álle liberalen verenigt, is een
wantrouwen jegens machtswillekeur. Machtsuitoefening is willekeurig wanneer ze oncontroleerbaar, oncorrigeerbaar en onontkoombaar is. Verschillende stromingen binnenin het liberalisme richtten zich op verschillende vormen van machtswillekeur: van het radicaal-revolutionaire verzet tegen de absolute monarchie tot het verzet tegen socio-economische ongelijkheid van sociaal-liberalen, progressives en welvaartsstaatsliberalen als Keynes.
Door Daniël Schut