Schuyer – Recht van de hond
Lees hier het pdf van dit artikel.
‘Ik zou je willen vragen om, toch ook een beetje als opvolger van Jan Vis, de vaste columnist van idee te worden’. Deze uitnodiging van de hoofdredacteur van dit tijdschrift vind ik een eer en ‘een beetje opvolger van Jan Vis’ maakt dat ik bij deze eerste column ook Jan betrek. ‘Een mens is geen hond en heeft dus niet het recht op een zachte dood’, aldus Jan in een gesprek met mij over het politieke probleem van de euthanasie. Nooit heb ik het vraagstuk rondom euthanasie pregnanter onder woorden horen brengen.
‘U bent dus voor abortus en euthanasie?’ vraagt het journaille aan politici begerig; om vervolgens snel de grenzen van de ethiek op te zoeken in de hoop op die manier een aantrekkelijke uitzending te kunnen presenteren. ‘Nee, ik ben tegen abortus en euthanasie maar ik wil het wettelijk mogelijk maken en uit het strafrecht halen voor die situaties waar van nood sprake is’, zou steeds het antwoord moeten zijn van hen die er over hebben nagedacht. D66 heeft een traditie hoog te houden in de debatten rondom medische ethiek. In het eerste paarse kabinet heeft Els Borst belangrijke stappen kunnen zetten en in een ver verleden heeft Anneke Goudsmit in de Tweede Kamer het vraagstuk rondom de abortus op de agenda gezet en Elida Wessel dat van de euthanasie. Meer actueel is het debat rondom de stamcellen en de discussie inzake het afstaan van organen. Gaat men uit van het beslissingsrecht van mensen dan is het niet meer dan normaal de mensen zelf te vragen wat men wil in plaats van voor hen regels te stellen. Minder betutteling heet dat dan in politiek jargon.
De discussie rondom medische ethiek is nimmer een afgesloten discussie. Niet alleen omdat er steeds nieuwe ontwikkelingen in de medische wetenschap zullen zijn maar ook omdat geen verstandig mens er voor zal pleiten om er geen grenzen aan te stellen. Medisch-ethische vraagstukken zijn geen exclusief terrein van welke beroepsgroep ook. Het betreft in eerste instantie de persoonlijke levenssfeer van mensen. Dat betekent dat beslissingen ook aan mensen toebehoren. Wat is dan de taak van de overheid? Allereerst, de regulering die nodig is om aan de wensen van mensen op dit terrein tegemoet te komen. Daarna is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat mensen die hulp willen verlenen (daar kan niemand toe worden verplicht, wel om aan te geven waar die hulp te vinden is) niet met het strafrecht in aanraking komen. Ten derde moet de overheid natuurlijk ook aangeven waar de grenzen liggen. De controle daarop kan overigens het beste worden gedaan door een daarvoor benoemde groep en niet door de overheid zelf. Dit op die manier regelen, is minder moeilijk dan het lijkt als de politiek maar een beperkt aantal uitgangspunten als richtlijn neemt: de beslissing van de mondige mens; de medische onmogelijkheid om bepaalde aandoeningen te genezen (dit zal steeds in beweging zijn); de bescherming van hen die niet tot eigen beslissingen in staat zijn.
Alles wat leeft, heeft een intrinsieke behoefte te blijven leven. Is dat niet meer het geval, dan is er iets bijzonders aan de hand. Als die gedachte leidend wordt, is het wellicht mogelijk het recht van de hond ook de mens te gunnen.
Eddy Schuyer
Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.
--
Dit artikel verscheen in idee nr. 2: Medische ethiek en is te vinden bij het onderwerp ethiek.