Feiten & cijfers – Nieuwe welvaart
Lees hier het pdf van dit artikel.
Dit artikel bevat figuren en tabellen. Lees het pdf om de tabellen te bekijken.
Samenstelling Harmke Kruithof
BBP: meten van economische groei
De bekendste manier van welvaartsmeting is het Bruto Binnenlands Product (bbp), de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Deze indicator wordt op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ook wel omschreven als ‘de belangrijkste graadmeter voor de economische ontwikkeling in ons land’ (CBS 2013). Er bestaat nogal wat onduidelijkheid rondom het ontstaan van deze term. De meeste bronnen wijzen naar de Amerikaanse econoom Simon Kuznets. Kuznets gaf les aan Harvard en won in 1971 een Nobelprijs voor zijn empirische onderzoek naar economische groei. Meer zekerheid bestaat er over waarom het bbp in het leven werd geroepen. In de jaren 30 van de vorige eeuw waren Figuur 1 Bruto Binnenlands Product: volume Bron CBS Amerikaanse economen geïnteresseerd in het meten van de effecten van Roosevelt’s New Deal op de Amerikaanse economie. In 2012 was het land met het hoogste bbp nog steeds de Verenigde Staten met 15,68 biljoen dollar. Tweede is China met 8,22 biljoen en op de derde plek Japan met 5,96 biljoen dollar. Nederland staat in de wereldranglijst op de 18de plek met 0,77 biljoen dollar. Helemaal onderaan de lijst op de 190e plek staat Tuvalu (11,200 inwoners op 26 km2) met een bbp van 37 miljoen dollar. Van 24 landen in de wereld is het bbp niet bekend. In deze categorie vallen onder andere Cuba, Noord Korea, Libië, Somalië, Myanmar en Lichtenstein (Bron: Wereldbank 2013). In augustus 2013 rapporteerde het CBS voor Nederland een BBP-ontwikkeling van -0,2% (CBS 2013).
Human development index: meten van ontwikkeling
Volgens critici reflecteert het bbp niet de ‘echte’ welvaart van een economie. Milieu- of gezondheidseffecten worden bijvoorbeeld niet in de indicator opgenomen, en ook niet hoe de productie onder de bevolking is verdeeld. Alternatieve indicatoren zijn volop in ontwikkeling en worden gebruikt door instanties als de Verenigde Naties. De meest bekende hieronder is de Human Development Index (HDI). Met het idee dat ‘mensen de echte rijkdom van een natie zijn’ publiceert het Verenigde Naties Ontwikkelingsprogramma (UNDP) sinds 1990 jaarlijks het Human Development Report, waarin de index is opgenomen (UNDP 2013). De index is gecreëerd door de Pakistaanse econoom Mahbub ul Haq en de Indische econoom Amartya Sen in 1990. Zoals aangegeven in de tabel combineert het HDI levensverwachting bij de geboorte (gezondheid), gemiddeld aantal schoolgaande jaren en te verwachten schoolgaande jaren (onderwijs) en het bruto nationale inkomen per hoofd van de bevolking (levensstandaard). De vernieuwende eigenschap van het HDI is de combinatie van sociale en economische ontwikkeling in één indicator. De index wordt berekend door een minimum en maximum waarde voor elk onderdeel vast te stellen en hierbij landen een score te geven tussen 0 en 1. Interessant feit: het Human Development Report is een onafhankelijke publicatie die in opdracht van de UNDP elk jaar wordt samengesteld door de Human Development Report Office, onder leiding van Amartya Sen. De redactionele onafhankelijkheid is vastgelegd in een speciale resolutie (a/res/57/264) aangenomen door de Algemene Vergadering.
Happy planet index: meten van geluk
Een redelijk nieuwe welvaartsindicator is de Happy Planet Index (HPI), gecreëerd door de New Economics Foundation (NEF) in Londen. Zoals beschreven door de initiator, econoom Nic Marks, meet de indicator ‘wat belangrijk is: in hoeverre landen een lang, gelukkig en duurzaam leven mogelijk maken voor hun inwoners’ (NEF 2013). NEF wil met de HPI aantonen dat het westerse ontwikkelingsmodel niet duurzaam is, en dat andere manieren van ontwikkeling naar duurzaam welzijn moeten worden ontwikkeld. Voor het berekenen van de HPI gebruikt NEF data over levensverwachting (UNDP), ervaren welzijn (Gallup World Poll) en de ecologische voetafdruk (WNF) van een land. Hiermee wordt de efficiëntie van een land gemeten; de index geeft een score van hoeveel lange en gelukkige levens een land produceert per eenheid milieugebruik. In 2012 scoorde Costa Rica het hoogst met een HPI van 64.0 bestaande uit: een score van 7.3 op ervaren welzijn, 79.3 als gemiddelde levensverwachting en 2.5 op de ecologische voetprint score. Helemaal onderaan de lijst in 2012 stond Botswana, met een HPI van 22.6. Deze score bestaat uit een 3.6 score op ervaren welzijn, 53.2 als gemiddelde levensverwachting en 2.8 op de ecologische voetprint score.
Gaat het goed/slecht met Nederland?
Als we de verschillende indicatoren vergelijken zien we een divers verhaal voor Nederland. De traditionele indicator bbp gaf in Nederland in 2012 een krimp in de welvaart aan van -1,2%. De Human Development Index (2012) bleef voor datzelfde jaar gelijk aan 2011; 0.921. Hiermee stond Nederland op 4e plek van de 186 landen die werden beoordeeld, en boven het OESO gemiddelde van 0.888 (zie figuur 4). De Happy Planet Index vertelt weer een ander verhaal: Nederland scoorde 43.1 en stond hiermee op de 67ste plek uit de 151 landen die werden gemeten. De lage score in deze index is te verklaren door de grote ecologische voetafdruk (6.3, #139 uit 151) die Nederland heeft ten opzichte van ervaren welvaart (7.5, #5 uit 151) en levensverwachting (80.07 jaar, #15 uit 151).
Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.
– –
Dit artikel verscheen in idee nr. 5 2013: Nieuwe welvaart, en is te vinden bij de onderwerpen feiten en cijfers en welvaart.