Wees niet bang voor het algemeen belang
Het algemeen belang is meer dan een strijd tussen individuele private belangen, of een technocratische uitwerking van onze publieke goederen. Voor sociaal-liberalen vormt een continu gesprek tussen burgers over het algemeen belang de kern van onze democratie. En daarom hangt het functioneren van de democratie evengoed af van een maatschappelijke, burgerlijke revitalisatie van het denken en spreken over het algemeen belang, als van institutionele vernieuwing.
Door Jieskje Hollander en Frank van Mil
“MET MIJ GAAT HET GOED, met ons gaat het slecht.” Zo karakteriseerde Paul Schnabel, oud-directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, al eens treffend het gevoel van steeds meer Nederlanders dat er iets fundamenteel mis is in onze samenleving. We zijn over het algemeen tevreden met ons eigen leven, met onze familie en vrienden, ons werk en onze directe leefomgeving. Maar als aan ons gevraagd wordt hoe het met ‘Nederland’ gaat, is de meerderheid somber gestemd. [1] Het is niet gemakkelijk deze gevoelens van onbehagen en ontevredenheid te duiden, al is het alleen maar omdat ze zich richten op een breed spectrum van maatschappelijke ontwikkelingen; van de toegankelijkheid van de gezondheidszorg en de gevolgen van migratie tot de verruwing van omgangsnormen en de salarissen van bankiers. Toch lijkt er in al deze uitingen van onbehagen een gemeenschappelijke onderstroom te ontwaren: burgers hebben steeds meer het gevoel de grip kwijt te zijn op de richting waarin de samenleving zich ontwikkelt. Ze ervaren niet alleen gevoelens van onvrede, onzekerheid en onrechtvaardigheid, maar voelen zich ook machteloos om hier iets aan te doen. Niet voor niets richt de frustratie zich vooral op ‘de politiek’ of ‘de overheid’; deze wordt geacht collectieve problemen op te lossen, maar lijkt daartoe vaak niet in staat. Politici worden veelal gezien als ‘zakkenvullers’ die vooral hun eigen belangen nastreven en niet luisteren naar de zorgen en wensen van de ‘gewone burger’. [2]
In reactie op dit vermeende falen van overheid en politiek gaan steeds meer mensen zelf op zoek naar oplossingen voor de problemen die zij collectief waarnemen. De golf van particuliere initiatieven rond bijvoorbeeld stroomopwekking, kinderopvang en verzekeringen, waarbij mensen samenwerking zoeken, illustreert dat mensen hun onvrede over het gebrek aan overheidsorganisatie van zaken die zij van waarde vinden omzetten in creativiteit om dingen zelf te regelen. De overheid springt hier maar al te graag op in: onder de noemer ‘participatiesamenleving’ of ‘doe-democratie’ worden burgers aangespoord om vooral hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en niet voor alles bij de overheid aan te kloppen. EIND GOED, AL GOED? Immers, door het heft in eigen hand te nemen, kunnen burgers zeggenschap en eigenaarschap over het publieke domein heroveren, met de overheid in een faciliterende en ondersteunende rol. Of toch niet? Vanuit sociaalliberaal perspectief is (ruimte voor) particulier initiatief essentieel voor het vervullen van de behoeftes van mensen; behoeftes die maar zeer ten dele door een overheid kunnen worden vervuld. Echter, er blijven zaken die niet via particulier initiatief kunnen worden opgelost, omdat ze simpelweg te groot en te complex zijn, of waarvan het niet wenselijk is dat ze via particulier initiatief worden geregeld. Een van de centrale kenmerken van initiatieven die mensen zelf ontplooien is hun vrijwillige en exclusieve karakter. Ze worden in het leven geroepen door specifieke groepen burgers die een doel, visie of belang delen en daaraan uiting willen geven. Er is binnen deze initiatieven geen mechanisme om af te dwingen dat burgers met een ander of zelfs tegengesteld belang of visie mogen meepraten en meebeslissen. En dus bestaat het risico dat individuele vrijheden van de een (ongezien) ten koste van die van de ander gaan. [3] Anders gezegd, op particulier niveau kunnen geen afwegingen voor het geheel worden gemaakt. Hierin ligt de unieke waarde van het politieke domein: alleen hier is de gelijke stem van iedere burger gewaarborgd en bestaan de instrumenten om legitieme beslissingen te nemen over zaken waarover binnen de samenleving fundamentele onenigheid bestaat. Een democratie bestaat immers om politieke verschillen te kanaliseren en levert dus per definitie ‘gedoe’ op; gedoe dat goed is. Zonder dit gedoe en de bindende beslissingen die erop volgen kunnen we eenvoudigweg niet: sommige publieke waarden en individuele vrijheden kunnen alleen worden gegarandeerd als burgers zo nu en dan zijn gebonden om zich op bepaalde manieren (wel of niet) te gedragen. Er blijft vanuit sociaalliberaal perspectief, zowel praktisch als theoretisch, dus noodzaak om collectief en democratisch te besluiten over zaken die ons allen raken. DAT JUIST DIT VERMOGEN om gezamenlijk zeggenschap uit te oefenen de afgelopen decennia onder druk is komen te staan, wordt de laatste jaren steeds meer erkend. In reactie hierop zien we in het publieke debat over het functioneren van de Nederlandse politiek een herwaardering van het begrip ‘algemeen belang’ of ‘publiek belang’. Verscheidene politiek-theoretici en filosofen (zoals Roel Kuiper en Frank Ankersmit), juristen (Willem Witteveen), publicisten (Marc Chavannes en Martin Sommer), denktanks (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid)en actiegroepen (Instituut voor Publieke Waarden) besteden of besteedden recent aandacht aan de waarde van het publieke belang en de noodzaak om dit begrip weer centraal te stellen in het politieke debat. Dit vanuit de overtuiging dat democratische besluitvorming geworteld moet zijn in een continu gesprek tussen burgers over wat ‘publieke zaken’ zijn en hoe we deze moeten organiseren en vormgeven. Deze oproep tot een ‘gesprek’ over publieke zaken past het sociaal-liberalisme en resoneert in het denken achter de D66-richtingwijzer ‘Koester de grondrechten en gedeelde waarden’, waarover de Van Mierlo Stichting in december 2015 een essay publiceerde. Ook vormt het de kern van ons denken over het belang van de (representatieve) democratie als staatsvorm. In het private domein stelt een individu zijn eigen waarden en belangen vast. In het maatschappelijke domein toetst hij of zij deze in botsing met de waarden en belangen van anderen. In het politieke domein worden gedeelde waarden en gedeelde belangen vertaald in wetten. ‘Politiek’ is een handeling van mensen die zich uitspreken over hun kijk op het algemeen belang, en over hoe staatsinstanties – de overheid dus – hiernaar moeten handelen. EEN VISIE OP het ‘algemeen belang’, tot stand gekomen binnen een levendig maatschappelijk en politiek debat daarover, is zowel voorwaarde voor als uitvloeisel van een goed functionerende democratie; een democratie waarin overheidsbesluitvorming gebaseerd is op a say in the matter van de mensen die het ‘lijdend voorwerp’ zijn van deze besluitvorming. Met deze insteek onderscheiden wij ons van twee gangbare denkstromingen over de notie van het publiek belang: de gedachte van politiek als strijd tussen verschillende private belangen, en de notie van een objectief vast te stellen algemeen belang. Enerzijds is er de neiging om politiek te beschouwen als louter een strijd tussen verschillende private belangen. Deze visie gaat uit van een beperkt beeld van de mens als louter een homo economicus, die beslissingen neemt op basis van wat hem objectief de meeste voordelen biedt. Een visie die in het debat over het verbeteren van de Nederlandse democratie maar al te vaak resulteert in een eendimensionaal pleidooi voor méér directe democratie, zonder bij de consequenties enbeperkingen daarvan stil te staan. [4] De werkelijkheid is een stuk genuanceerder: mensen worden in hun politieke voorkeuren evenzeer geleid door normatieve ideeën over de maatschappij als geheel en de verhouding tussen hun eigen belang en dat van anderen. Natuurlijk kan het ‘publiek belang’ niet worden gereduceerd tot wat in het belang van allen is, of gezien als resultaat van enkel altruïstische overwegingen; politiek gaat over belangenweging en verdelingsvraagstukken en raakt dus ieder altijd in zijn of haar belang. Mensen hebben persoonlijk belang bij zaken die evengoed een publieke component hebben, en zullen alleen daarom al van mening verschillen. Vanuit sociaal-liberaal perspectief onderscheidt een discussie over het algemeen belang zich echter van een strijd tussen in steen gehouwen private belangen in de zin dat onze zoektocht start bij de vraag naar hoe we alle mensen in de samenleving een zo groot mogelijke vrijheid kunnen bieden, en we dus het effect van voorstellen op alle burgers meewegen. Anderzijds keren we ons ook af van de notie van een objectief, apolitiek algemeen belang, dat onafhankelijk van het publieke debat door ‘experts’ kan worden vastgesteld. Deze invulling van het begrip zien we bijvoorbeeld bij ChristenUniesenator Roel Kuiper: “Publieke belangen zijn belangen die iedereen aangaan […], die van nut, waarde of voordeel zijn voor de hele samenleving. […] Welke zijn dat? Welnu, de samenleving heeft belang bij collectieve goederen, zoals dijken, een militair apparaat ter verdediging van het land, politiek, scholen, ziekenhuizen, gezond voedsel, schoon drinkwater, kanalen, wegen, publieke transport- en communicatiemiddelen, vitale infrastructuur. Zonder deze kan een samenleving niet functioneren.” [5] DEZE INVULLING VAN het algemeen of publiek belang schiet te ver door naar de andere kant, door de samenleving te presenteren als een homogene entiteit met belangen die geen discussie behoeven. Ze negeert het feit dat het politieke domein in de kern draait om ideeënstrijd, om “het organiseren van diversiteit” , [6] en dat de vaststelling van het algemeen belang dus per definitie nooit waardenvrij kan zijn. De meeste mensen zullen het erover eens zijn dat we niet kunnen zonder goed functionerende scholen, ziekenhuizen of infrastructuur. Maar daarmee begint het politiek gezien pas: wat verstaan we onder ‘goede’ ziekenhuizen? In hoeverre moet de overheid hiervoor zorgen? Hoeveel collectieve middelen willen we hieraan besteden? Als er bezuinigd moet worden, doen we dat dan op onderwijs, of op de aanleg van nieuwe wegen? Het is juist in het debat over deze vragen dat het publieke belang ‘gevonden’ wordt. Zoals treffend verwoord door Frank Ankersmit: “Geen publiek belang zonder een publiek debat naar aanleiding van algemeen gevoelde wensen inzake de inrichting van onze collectieve omgeving.” [7] Het is deze voortdurende collectieve zoektocht die de kern vormt van een democratisch politiek bestel. Een zoektocht naar het algemeen belang wordt uiteindelijk ingevuld door mensen zelf. Het is voor iedereen die zich roert in het maatschappelijke debat van groot belang om de eigen notie van het algemeen belang goed te kennen. Hoe kijk je aan tegen de spanning tussen private belangen en publiek belang, of tussen individu en gemeenschap? Hoe vul je de verhouding in tussen rechten en plichten? Wat mag je verwachten van de medemens (en van jezelf )? Hoe sterk moet of mag een overheid ingrijpen in de persoonlijke levens van mensen? En met welke argumenten overtuig je een ander van je gelijk? Het stellen van dit soort vragen ligt ten grondslag aan iedere democratische zoektocht naar het algemeen belang. Jieskje Hollander is wetenschappelijk medewerker bij de Van Mierlo Stichting en werkt onder de titel ‘De Toekomst van de Democratie’ aan een project over de staat en werking van de Nederlandse democratie. Frank van Mil is wetenschappelijk directeur van de Van Mierlo Stichting en schreef het essay Koester de grondrechten en gedeelde waarden. Dit artikel kwam mede tot stand door Tonko van Leeuwen, stagiair bij de Van Mierlo Stichting. De auteurs bedanken ook Inge van der Leeuw voor haar bijdrage aan een eerdere versie van dit artikel. Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. Noten:[1] Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Het onbehagen voorbij. Een wenkend perspectief op onvrede en onmacht (2013).
[2] Zie Sociaal en Cultureel Planbureau, Meer democratie, minder politiek (2015).
[3] Zie ook de analyse van Corina Hendriks, ‘De staat van de menselijke maat: ruimte voor verschil’ in Van opgelegde naar oprechte participatie: De mens en zijn verbindingen in samenleving, economie en staat.
[4] Zoals Geert Wilders deed in De Volkskrant van 5 nov. jl.: ‘Laat middels referenda de volkswil spreken’.
[5] Roel Kuiper, De terugkeer van het algemeen belang Amsterdam (2014) 17.
[6] Formulering ontleend aan interview met Herman Tjeenk Willink.
[7] Formulering ontleend aan interview met Frank Ankersmit.
– – Dit artikel verscheen in idee nr. 4 2015: Algemeen belang en democratie, en is te vinden bij de onderwerpen participatie en mensen onderling.