Feiten & cijfers – De meerderheid bestaat niet

Lees hier het pdf van dit artikel. Dit artikel bevat figuren en tabellen. Lees het pdf om de tabellen te bekijken. Een meerderheid, zo wordt vaak gesteld, is de helft +1. Dit lijkt een simpel principe, maar bij het bepalen van een meerderheid komt vaak meer kijken. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hanteren bij de verkiezingen bijvoorbeeld een districtenstelsel, terwijl Nederland haar zetels verdeelt op basis van absolute stemmen. Ook de vraagstelling speelt vaak een belangrijke rol. De vraag of u zichzelf tot een kerk of gezindte rekent, verschilt bijvoorbeeld van de vraag of u wel of niet gelooft. Hoe stellen we de meerderheid eigenlijk vast? En is de realiteit niet, zoals zo vaak, een stuk genuanceerder? Samenstelling: Andrys Wierstra The majority rules? Het verdelen van zetels door middel van een districtenstelsel of op basis van absolute stemmen kan een doorslaggevend verschil aanbrengen in de verkiezingsresultaten. Het bekendste voorbeeld is de aanstelling van George W. Bush als President van de Verenigde Staten in 2000. Absoluut gezien had zijn democratische tegenstander Al Gore een half miljoen meer stemmen; maar Bush had meer kiesmannen verworven. In Nederland worden de bij de Tweede Kamerverkiezingen de zetels tegenwoordig verdeelt op basis van absolute stemmen, maar tot 1917 kende ook Nederland een districtenstelsel. NRC Handelsblad vertaalde de uitslag van de voorlaatste Tweede Kamerverkiezingen (2010) naar een zetelverdeling op basis van kiesdistricten. Het gevolg was een wezenlijk verschil in verdeling van de zetels (zie Figuur 1). Een aantal kleine maar gevestigde politieke partijen (ChristenUnie, GroenLinks, maar ook D66) zou per direct uit de Tweede Kamer verdwijnen. In plaats van tien verschillende partijen zouden er nog slecht vijf kunnen rekenen op zetels. De VVD zou haar toenmalige winst zien verdubbelen tot een, voor huidige begrippen onhaalbaar aantal van 66 zetels, en ook de PvdA zou er nog eens de helft aan zetels bij krijgen. Meetlat voor de meerderheid Het bepalen van de meerderheid is dus vaak meer dan een simpel ‘de meeste stemmen gelden’. Ook op het gebied van religie liggen de grenzen tussen meerderheden en minderheden niet vast. Zo kent Nederland op dit moment 16.850.000 inwoners, waarvan ongeveer de helft (8.439.000) een geloof aanhangt. Binnen de groep gelovige Nederlanders vormt de Rooms-katholieke kerk de meerderheid (4.400.000), gevolgd door de protestanten (1.950.000), die tezamen driekwart van de gelovigen in Nederland vormen. Daarna volgt op afstand de islam met 600.000 leden. Op het totaal van gelovigen in Nederland vormt de islam 9.4% van de gelovigen in Nederland. Op de totale Nederlandse bevolking is dit 5% van de Nederlanders, tot zover de ‘tsunami van islamisering’. Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw is Nederland sterk ontkerkelijkt. Over de mate waarin deze ontwikkeling zich voordoet bestaat echter geen consensus. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voorzag een stabilisering van de secularisatie vanaf 2000. Daarentegen voorzag het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een verdere stijging. De verschillen in metingen zijn in sommige gevallen meer dan 10%, een aanzienlijke afwijking. Het verschil in resultaten, zo beweert het SCP in Goddienstige veranderingen in Nederland (2006), kan worden verklaard op basis van de vragenlijst die de respondenten is voorgelegd. Het CBS maakte gebruik van een eentrapsvraag, terwijl het SCP een tweetrapsvraag hanteerde. Het gevolg van beide onderzoeken is dat men op basis van het onderzoek van het SCP kan spreken van een ontkerkelijkte meerderheid, terwijl op basis van CBS de groep gelovige Nederlanders een meerderheid vormt. Jullie zijn groot, en wij zijn klein Het vaststellen van meerderheden en minderheden is dus in ieder geval afhankelijk van de manier van meten en de vraagstelling. Daarnaast speelt ook onze perceptie van meerderheden en minderheden een belangrijke rol. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat in 1967 75% van de Amerikanen aangaf het geen probleem te vinden wanneer hun kind met een Afro-Amerikaanse speelde, terwijl slechts 33% inschatte dat dit de mening van de meerderheid zou zijn. Dit voorbeeld is geen uitzondering. Ook recent nog bleek uit een onderzoek uitgevoerd door csiro (Commonwealth Scientific and Industrial Research Organisation) dat er een groot verschil bestaat tussen verwachte en werkelijke meningen. In het onderzoek werden Australische respondenten gevraagd naar het wel of niet bestaan van klimaatverandering, en hun verwachting over hoe de Australische bevolking als geheel hierover dacht. Gevraagd naar de verhoudingen tussen de verschillende meningen over klimaatverandering gaven de respondenten aan te verwachten dat meer dan 20% de problematiek ontkent. Terwijl in werkelijkheid slechts 7% van de Australiërs ontkent dat er sprake is van klimaatverandering. Het gevolg is dat de minderheid onterecht denkt te spreken voor een grote groep, en de meerderheid zich veel kleiner acht dan in werkelijkheid het geval is. Het oplossen van de meerderheid Minister Asscher gaf onlangs aan dat immigranten zich moeten aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden. Maar zijn dit de normen en waarden van de meerderheid? Kijken we naar Amsterdam, de stad waar Asscher tot voorkort wethouder was, dan vormt het deel van de bevolking van Nederlandse afkomst een ‘lichte’ minderheid (49,7%), en dus geen meerderheid. Hoogleraar diversiteit en onderwijs Maurice Crul gaf in zijn oratie aan dat steden als Amsterdam, maar ook New York, Sao Paolo, Toronto en Sydney geen meerderheid meer kennen; er zijn slechts minderheden. Met het verdwijnen van een meerderheid verdwijnt ook een set van normen, waarden en conventies waaraan een minderheid zich kan conformeren. Diversiteit wordt de norm. Langetermijnprognoses laten zien dat de etnische diversiteit zich niet blijvend concentreert in de grote steden. Op dit moment (zie figuur 4) concentreren de niet-Westerse allochtonen zich in Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Almere. Het percentage zal in de komende dertig jaar ongeveer gelijk blijven, terwijl in de rest van Nederland de diversiteit toeneemt.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. - - Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2014: Meerderheid, minderheid, en is te vinden bij het onderwerp feiten en cijfers.