3 activismes

Lees hier het pdf van dit artikel. Activisme is van alle tijden. Simon de Wilde, redacteur van Idee, doet een greep in de geschiedenis en beschrijft drie voorbeelden van activistische stromingen: anarchisme, consumentenactivisme en vredesactivisme. Door Simon de Wilde 1. Anarchisme Op het eerste gezicht lijkt het anarchisme morsdood, maar wie volgens een artikel van De Correspondent (Van Raalte, 2014) goed om zich heen kijkt, ziet wel degelijk nieuwe initiatieven opkomen. Denk bijvoorbeeld aan Occupy en aan hackersgroeperingen. In Idee 3 van 2012 beschreven we al eens lokaal anarchisme in Brummen. Maar wat houdt anarchisme precies in? En waar liggen de wortels? Het woord anarchie komt van Oudgriekse ‘anarchos’ en is samengesteld uit de woorden ‘an’ en ‘archos’ wat respectievelijk ‘niet’ en ‘leider’ betekent. Anarchisme betekent dus feitelijk het afwezig zijn van een leider of overheid. Het is een interessante gedachte dat het anarchisme de noodzaak van de centrale autoriteit van de eenheidsstaat niet erkent. De Fransman Pierre-Joseph Proudhon (1809–1864) en de Rus Michael Bakoenin (1814–1876) worden gezien als de grondleggers van het anarchisme. Zij gingen ervan uit dat de staat allerlei natuurlijke vormen van organisatie vermorzelt. Van bovenaf opgelegd gezag leidt tot onderdrukking en ongelijkheid. Pas als staatsverband afwezig is, kan het autonome individu vrijwillig contacten aangaan. Het anarchisme was in de negentiende eeuw nauw verwant aan het socialisme en het communisme. Ook Karl Marx en Ferdinand Domela Nieuwenhuis zagen zichzelf als anarchist. Sterker nog: als ideologische stroming wedijverde het anarchisme binnen de arbeidersbeweging met de socialistische opvattingen. Uiteindelijk zegevierde het socialisme en verdween het anarchisme in de marge. Hoewel het in de loop der tijd een verzamelnaam geworden, is het anarchisme in de kern eenduidig: het is allergisch voor macht omdat dit onrechtvaardig is. Daarom zijn anarchisten ook anno 2014 tegen de hiërarchische structuur van de staat. Relaties moeten niet gedwongen zijn, zoals Proudhon en Bakoenin al uiteenzetten. Dit betekent echter niet dat anarchisten willen terugkeren naar de door Thomas Hobbes omschreven natuurtoestand, waarin feitelijk het recht van de sterkste geldt en waar iedereen het tegen iedereen opneemt. Het anarchisme in al zijn verschijningsvormen wil dus af van de staat. Maar een blauwdruk voor wat daarvoor in de plaats moet komen is er niet. Anarchisten streven naar het vestigen van gemeenschappen waarin hiërarchie ontbreekt, maar waar wel degelijk orde en rust heerst. Er zijn verschillende gemeenschappen ontsproten sinds de economische crisis in 2007 uitbrak, maar de staat is nog geheel intact. Het zijn hoogstens een soort vrijplaatsen of vormen van ‘anarchisme light’. Want van een intentie om de staat omver te werpen, is geen sprake. 2. Consumentenactivisme De opbouw van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog bracht ons land welvaart en voorspoed. Mensen werden welvarender en koopkrachtiger zodat een consumptiemaatschappij naar Amerikaans voorbeeld is ontstaan. Dat alle consumenten slechts kritiekloze types zijn, is ontkracht door de opkomst van het consumentenactivisme, dat in het kielzog van de consumptiemaatschappij is ontstaan. De opkomst van massamedia en in het bijzonder het internet heeft de moderne consumentenactivist een krachtig wapen in handen gegeven. Dat iedere consument tegenwoordig een activist kan zijn, blijkt bijvoorbeeld uit de aflevering van Tegenlicht over de impact van de documentaire ‘BANANAS!* At Any Cost?’. Daarin werd de Zweedse documentairemaker Fredrik Gertten het leven zuur gemaakt door de Amerikaanse fruitgigant Dole. Gertten ontdekte bij het schieten van zijn documentaire over bananenplanters dat zij verplicht moeten werken met verboden pesticiden, wat hun gezondheid schaadt. Dole had in eerste instantie ingestemd met de documentaire, maar na de kritische invalshoek probeert de multinational Gertten kapot te procederen in de hoop dat hij de film terugtrekt. Dole lijkt daar in te slagen, totdat de Zweede media hier lucht van krijgen. Er ontstaat een sneeuwbaleffect onder consumenten, die massaal de producten van Dole links laten. Uiteindelijk begraaft Dole de strijdbijl. Het laat zien wat ‘consumentenactivisme’ teweeg kan brengen. Een variant op consumentenactivisme, die lijnrecht op een boycot staat, is ‘carrotmobbing’. Deze vorm van consumentenactivisme is ontstaan in Californië. Het idee is dat consumenten zich verenigen en massaal op hetzelfde tijdstip inkopen doen bij dezelfde winkel. Vooraf is met deze winkel de afspraak gemaakt dat een deel van de enorme extra omzet geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen. Bedrijven krijgen zo een wortel gepresenteerd in plaats van een stok. Het idee is dat consumenten bedrijven rechtstreeks kunnen beïnvloeden zonder dat zij afhankelijk zijn van politieke instanties. De consument als activist. 3. Vredesactivisme Een derde voorbeeld van een activistische stroming is het vredesactivisme van IKV PaxChristi, nu bekend van de campagne tegen bloedkolen die gebruikt worden door Nederlandse energiecentrales. De voorloper van deze organisatie, het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad), ontstond in de jaren zestig toen verschillende kerken de handen ineen sloegen. Wat hen bond was het streven naar pacifisme en de sterke afkeer van kernwapens. In het verzet tegen het bestaan en gebruik van kernwapens werd Mient Jan Faber, secretaris van het IKV van 1974 tot 2003, het boegbeeld. In de vroege ochtend ergens in 2003 staat Faber voor een volle collegezaal in Utrecht om te vertellen over het standpunt van het IKV inzake Irak. De studenten zien een wat oudere, rijzige man in een grijs pak, met grijze haren. Op het eerste gezicht niet het voorkomen dat je van een activist hebt. Toch is Faber een echte activist en misschien wel de bekendste van Nederland. In zijn eigen woorden werd Faber eind jaren zestig een politiek activist. De oorlog in Vietnam maakte dat hij in de zomer van 1966 de straat op ging om te demonstreren. Met de studenten praat Faber vooral over een andere kwestie: de plaatsing van atoomraketten op Nederlands grondgebied. Duizenden activisten waren eind jaren zeventig en begin jaren tachtig actief om dit te voorkomen. Zelfs honderdduizenden Nederlanders gingen de straat op. Dat het uiteindelijk niet mocht baten, leek Faber in 2003 niet meer te deren. Hij had zich inmiddels vol op de inval in Irak gestort. En zijn opvolgers storten zich weer op nieuwe actuele zaken die het waard zijn om actie voor te voeren.   Simon de Wilde is redacteur van Idee.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.   Literatuur
  • Sheehan, S. M. (2003). Anarchisme, een reisgids. Utrecht Kelderuitgeverij.
  • Faber, M.J. (2007). Vooruitgeschoven spionnen: bevrijd uit de boeien van de Koude Oorlog. Utrecht Spectrum.
  • Van Raalte, J. (2014). ‘De eeuwige wederkeer van anarchisme’, De Correspondent 26-06-2014.
 - - Dit artikel verscheen in idee nr. 4 2014: Hedendaags activisme, en is te vinden bij het onderwerp activisme.