Wereld zonder grenzen?

Stocksy_txpbe80badeC53000_Small_43649‘Denk en handel internationaal’, één van de richtingwijzers van D66, betekent dat sociaal-liberalen zich niet laten belemmeren door grenzen tussen natiestaten. Tegelijkertijd kent de wereld meer grenzen dan ooit, met evenzoveel paspoortcontroles, visumprocedures en migratiebeperkingen. Het denken en handelen over grenzen heen wordt zo niet gemakkelijker. Zou de wereld niet beter af zijn met minder grenzen, of met open grenzen? We zetten drie typen argumenten op een rij.

Door Mark Snijder Moreel-ethisch Morele gelijkwaardigheid is een van de bouwstenen van het sociaal-liberalisme: ieder individu, waar ook ter wereld, heeft het recht om een eigen invulling te geven aan het goede leven. ‘Gelukszoekers’ die de oversteek naar Europa wagen, doen dus weinig anders dan gebruikmaken van dit recht. Als grenzen ze daarin belemmeren, zijn deze grensbeperkingen in strijd met het fundamentele recht op zelfbeschikking. Daarmee behoort het recht op migratie (immigratie en emigratie) volgens sommigen tot de fundamentele vrijheden van ieder mens. De Canadese politicoloog Joseph H. Carens stelt dat ieder mens dit recht zou bepleiten als hij zich zou bevinden achter de Rawlsiaanse ‘sluier van onwetendheid’. Wanneer je niet weet in welk land je woont, wat je familieomstandigheden zijn en welke talenten je bezit, wil je in ieder geval dat je altijd je geluk elders in de wereld zal kunnen zoeken. Beperkingen in de migratie betekenen een directe beperking van deze vrijheid. Grenzen tussen landen leiden ook tot onwenselijke discriminatie, stelt Henk van Houtum, hoogleraar politieke geografie. Een wereld zonder grenzen bestaat niet, weet hij, en er is niets mis met het maken van onderscheid op basis van de geschiktheid van mensen voor de arbeidsmarkt. Maar het huidige systeem van begrensde natiestaten maakt dat overheden discrimineren op basis van geboortegrond of bloedverwantschap. Nationaal vinden we dat verwerpelijk, maar internationaal is het de norm: een vorm van‘institutionele apartheid’. Sommigen gaan nog een stap verder, zoals denkers binnen de Open Borders Movement. Door grenzen dicht te houden zijn we zelfs (moreel) medeverantwoordelijk voor de misère waarin ze leven. De Amerikaanse filosoof Michael Huemer illustreert deze stelling met het verhaal van Starvin' Marvin: een uitgehongerd jongetje dat naar de markt wil om eten te kopen, maar met geweld wordt tegengehouden door (Uncle) Sam. De jongen sterft hierdoor de hongerdood. Het dichthouden van de grenzen – de toegang naar de markt met eten – is volgens Huemer dus de directe oorzaak van menselijk leed. Economisch In de afgelopen jaren hebben veel knappe koppen uitgebreide rekensommen gemaakt over het mogelijke effect van open grenzen op de wereldhandel, de mondiale welvaart en de economische kansen voor mensen uit arme regio's. In een artikel voor De Correspondent zette schrijver en historicus Rutger Bregman een aantal cijfers op een rij. De geschatte groei van het wereldwijde bruto binnenlands product neemt toe met 67 tot zelfs 172 procent. 3 procent meer migratie naar westerse landen betekent 300 miljard dollar per jaar meer voor de mondiale armen. De gemiddelde Nigeriaan gaat er bij open grenzen 22.000 dollar per jaar op vooruit. De schattingen lopen sterk uiteen, maar dát de wereld er economisch beter van wordt, daar lijken de meesten het wel over eens. Michael Clemens, ontwikkelingseconoom bij het Amerikaanse Center for Global Development, wijst op de grote wig tussen de huidige mondiale welvaart en de potentiële welvaart van de mensheid. Die wordt veroorzaakt door ondoelmatigheden op de arbeidsmarkt: door grenzen en migratiebeperkingen zitten veel arbeiders opgesloten in landen met een gebrekkige infrastructuur en wijdverbreide corruptie. Op mondiale schaal verspillen we veel economisch potentieel. Tegelijkertijd zijn open grenzen ook voor de ontvangende landen economisch interessant, stelt de Britse politiek econoom Philippe Legrain in zijn boek Immigrants: Your Country Needs Them. Volgens Legrain nemen immigranten talenten en vaardigheden mee die niet concurrerend, maar juist verrijkend zijn voor de samenleving. De economie wordt productiever en creatiever door de diversiteit die ontstaat als meer migranten meedoen op de arbeidsmarkt. Een soortgelijke stelling verdedigt Monique Kremer, die als socioloog verbonden is aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: de komst van migranten leidt in algemene zin tot economische groei waarvan iedereen profiteert. Pragmatisch Dan is er nog een pragmatische benadering: dichte grenzen creëren juist migratie. Of andersom gesteld: open grenzen zorgen voor meer ‘terug-migratie’. Deze stelling poneerde onlangs Gijsbert Oonk, universitair hoofddocent geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij verwijst naar de migratie vanuit de ddr naar West-Europa, die enorm toenam ná het bouwen van de Berlijnse Muur. De dreiging van een onverbiddelijke grens zette Oost-Duitsers juist aan om te vertrekken. Net als in Suriname vlak voor de onafhankelijkheid: het vooruitzicht op een visumplicht maakte dat de migratie van Surinamers naar Nederland in korte tijd snel toenam. Open grenzen leiden volgens Oonk weliswaar tot een tijdelijke groei van migratie, maar zorgen er ook voor dat meer mensen na verloop van tijd weer vertrekken. Dat is ook de stelling van Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zelfs als het nieuwe land niet de voorspoed brengt die migranten hoopten te vinden, blijven ze bij een streng migratiebeleid toch op hun nieuwe plek. Al is het alleen maar omdat de oversteek ze veel geld heeft gekost en ze alle moeite niet voor niets hebben willen doen. Lucassen trekt een parallel met de massale migratie van Europeanen naar Amerika in de negentiende eeuw, toen geen sprake was van enige migratiebeperking. Meer dan vijftig miljoen Europeanen maakten de oversteek; een derde van hen besloot echter na verloop van tijd weer terug te keren. Ook wanneer je kijkt naar de negatieve effecten van open grenzen betekent een pragmatische benadering dat je niet direct de algehele immigratie beperkt, betoogt de Amerikaanse econoom Bryan Caplan. Er zijn volgens hem betere alternatieven. Als immigranten bijvoorbeeld evenredig veel gebruikmaken van uitkeringen, sluit je ze voor een bepaald aantal jaren uit van de sociale zekerheid. Als immigranten een nationale cultuur bedreigen, verplicht je ze de taal en cultuur eigen te maken. Het dichthouden van de grenzen is in alle gevallen een onnodig draconische maatregel.   Mark Snijder is redacteur van de Idee.