Lening aan Galgenwaard blijkt strop voor Utrecht.

D66 is opgelucht dat de Utrechtse gemeenteraad eindelijk het besluit heeft genomen om het verlies te nemen op een miljoenenlening aan stadion Galgenwaard. In 2003 heeft de gemeenteraad een lening van 25 miljoen verstrekt aan de bouwer van het stadion om de afbouw van het stadion te garanderen en een faillissement van FC Utrecht te voorkomen. D66-fractievoorzitter Lars Roodenburg: “Na meer dan 10 jaar moeten we helaas concluderen dat deze lening niet meer wordt terugbetaald. We moeten een bedrag van meer dan 20 miljoen afboeken. De beloofde zekerheden in 2003 blijken nu weinig waard.”

De raad heeft besloten geen medewerking te verlenen aan een doorstartplan voor de eigenaar van het stadion, het in surseance verkerende Memid Galgenwaard BV. In dit doorstartplan zou de gemeente 15 miljoen van haar lening moeten afboeken. Het restant van 10 miljoen zou in 20 jaar tijd worden terugbetaald via een ingewikkelde constructie. Een door de gemeenteraad aangevraagde second opinion op dit plan wees uit dat dit plan uitging van het best-case-scenario. Als het mis zou gaan, zou de schuld aan de gemeente zelfs nog verder kunnen oplopen.

Geen dubbele petten meer.

De terugbetaling van de restantlening in het doorstartplan was sterk afhankelijk  van de exploitatie van het stadion. Roodenburg: “Het doorstartplan zou de gemeente nog tientallen jaren in grote financiële onzekerheid houden. We zouden afhankelijk zijn van de exploitatie van het stadion. De gemeente komt zo in conflict met zichzelf. We hebben dan enerzijds publiekrechtelijke taken, zoals het verlenen van vergunningen voor evenementen in het stadion. Anderzijds hebben we er als financier van het stadion belang bij dat de exploitatie goed loopt. De gemeente moet publieke belangen zuiver kunnen afwegen, zonder financiële betrokkenheid. D66 heeft daarom besloten die dubbele pet af te zetten.”

Verantwoordelijkheid

D66 vond in 2014 al dat het tijd was om verantwoordelijkheid te nemen en het dossier Galgenwaard te sluiten. Op initiatief van D66 is toen een voorstel gedaan om dit voor elkaar te krijgen. Op één fractie  na is dit voorstel door alle fracties ondersteund. Roodenburg: “We hebben ervoor gekozen om nu ons verlies te nemen. Het alternatief was dat de gemeente nog decennialang afhankelijk blijft van de exploitatie van  het stadion. Dat zou meer onzekerheid, meer risico’s en potentieel nog grotere financiële consequenties opleveren. We bijten liever nu door de zure appel heen, dan dat we over tien of twintig jaar moeten concluderen dat we er nog meer geld bij in zijn geschoten.”

Openbaarheid

D66 is vooral blij dat het dossier na al die jaren eindelijk openbaar is geworden. Ook dat was een grote wens van D66. Roodenburg: “Utrechters hebben het recht om te weten wat er speelt. Al op 6 maart 2014 is dit besluit genomen, zodat de nieuwe raad met een schone lei kon beginnen. Wij wilden schoon schip maken. Keer op keer moesten we hierover in het geheim vergaderen. Dat is niet het open en transparante bestuur waar D66 voor staat.”

D66 vindt de lening een hele dure les voor de gemeente. Roodenburg: “We moeten achteraf concluderen dat de lening van 25 miljoen voor meer dan 20 miljoen een schenking is geweest. Ik vraag me af of de gemeenteraad toen, in 2003, ook had ingestemd met een schenking. Dit is voor de gemeente een dure les: we zijn 20 miljoen kwijtgeraakt.” aldus Roodenburg.