Woonwagenbeleid heeft inhaalslag nodig

Het woonwagenbeleid raakt aan menselijkheid, rechtvaardigheid en de vraag of beleid ook écht werkt voor mensen. In de raad werd duidelijk dat erkenning alleen niet genoeg is als keuzes uitblijven. D66 pleit daarom voor concrete stappen die ongelijkheid niet bestendigen, maar corrigeren.

Historie en noodzaak: waarom dit beleid ertoe doet

Jarenlang heeft overheidsbeleid het leven van woonwagenbewoners ingrijpend beperkt. Eerst werd het rondtrekken verboden, daarna het uitsterftebeleid zonder uitbreidingsmogelijkheden. Dat heeft de woonwagencultuur structureel schade toegebracht en geleid tot een grote achterstand in beschikbare standplaatsen. En daar waar ze wel mochten blijven is wel wat op aan te merken: dicht bij de leerlooierij, rioolwaterzuivering of het spoor.

Woonwagenbewoners staan niet alleen op een wachtlijst; zij zijn door jarenlang overheidsbeleid actief beperkt in hun woonvorm. Wie die geschiedenis negeert, kijkt niet eerlijk naar de huidige situatie en mist de noodzaak van eerherstel. Landelijk is er een beleidskader opgesteld om hier invulling aan te geven.

Het woonwagenkamp aan de Verlaatseweg in Steenwijk.

Woonwagenkamp Verlaatseweg Beeld: D66

Gelijke behandeling is
rekening houden met
ongelijke uitgangsposities

D66 is blij dat er eindelijk een woonwagenbeleid ligt. Het is een belangrijke stap dat de gemeente erkent dat deze cultuur bescherming en ruimte verdient. Tegelijkertijd stellen wij de vraag die daarbij hoort: werkt dit beleid ook in de praktijk?

In het debat werd gezegd: iedereen staat op een wachtlijst en we moeten gelijk behandelen. Maar juist daar schuurt het.
Gelijke behandeling betekent niet: iedereen hetzelfde doen.
Gelijke behandeling betekent: rekening houden met ongelijke uitgangsposities.

Als beleid die ongelijkheid niet herkent en corrigeert, dan blijft uitsluiting bestaan, hoe goed de intenties ook zijn.

De motie van D66: van woorden naar daden

Daarom heeft D66 een motie ingediend om het woonwagenbeleid te verbeteren en concreter te maken. Dit deden we gezamenlijk met PvdA, GroenLinks en Veur Elkaar. De kern daarvan is dat het beleid niet alleen beperkingen benoemt, maar ook reële oplossingen biedt.

De motie stelt voor:
– de koop-huurconstructie weer mogelijk te maken, als realistische aanvulling naast huur-huur en koop-koop;
– binnen vijf jaar 12 standplaatsen op nieuwe locaties te realiseren,
– de verdere groei volgens het beleid in te zetten, zodat er eerst een stevige basis en toekomstperspectief ontstaat.

Zolang we niet benoemen hoeveel plekken, waar en wanneer, lossen we niets op. Dan zijn we vooral blij met het beleid, maar durven we het niet af te maken.

Het woonwagenkamp aan de Nieuwe Onnastraat in Steenwijk.

Woonwagenkamp Nieuwe Onnastraat Beeld: D66

Reacties in de raad:
erkenning zonder keuzes schiet tekort

In de raad was brede erkenning dat er een achterstand is en dat er iets moet gebeuren. Dat is positief. Tegelijkertijd bleef bij sommige bijdragen onduidelijk wat die erkenning concreet betekent.

Wijzen op algemene woningnood klinken redelijk, maar stellen geen keuzes. Achterstanden los je niet op met vaagheid, maar met besluiten. Wie zegt de achterstand te willen oplossen, moet ook durven aangeven hoe, wanneer en met welke inzet.

Voor D66 is dat de kern: menselijkheid vraagt om duidelijkheid. Niet blijven uitstellen, maar beginnen met corrigeren wat jarenlang scheef is gegroeid. We zijn blij met de toezegging van de wethouder om hier in 2026 werk van te maken. Mocht het onverhoopt niet lukken, dan geven we deze motie een vervolg.