Wat voor provincie wil je zijn?

Op 19 juni werden de jaarrekening 2022 en de kaderbrief 2024 van de provincie Noord-Holland besproken door de provinciale commissie.

Jaarstukken 2022

Na 15 jaar beleid met hoge investeringen in infrastructuur (wegen, Pallas) zijn de spaarpotjes van de provincie Noord-Holland leeg. Dit zorgt in combinatie met wat te veel planningsoptimisme tot de noodzaak om over te gaan tot het lenen van geld. Dat kostte de afgelopen jaren misschien niet zo veel, maar de rentetarieven lopen inmiddels weer op. Hoe is het zo ver gekomen?

Woordvoerder Sijmen Mülder uitte zijn zorgen over de financiën van de provincie. Mede door de reactie van het college op de rapportage van de accountants. De rapportage gaf een aantal serieuze aanbevelingen die we in deze situatie absoluut moeten opvolgen. 
D66 is van mening dat de provincie haar huishouding goed op orde moet hebben en provinciale taken goed moet blijven uitvoeren. Eén daarvan is het controleren van de gemeentelijke begrotingen, dus die van de provincie zelf moet zeker op orde zijn. Ambities moeten afgestemd zijn op inkomsten. Wettelijke taken zoals natuur- en waterbeheer, openbaar vervoer, energietransitie en klimaatdoelstellingen komen op de eerste plaats. D66 wil dan ook kijken naar de inkomstenkant van de huishouding en zo min mogelijk oplossingen zoeken bij bezuinigen op provinciale taken.

Beeld: KanikFotografie

Kaderbrief 2024

In de kaderbrief 2024 worden 4 scenario’s geschetst om de financiële uitdagingen van de komende jaren aan te gaan. Deze zijn helder gesteld. Fractievoorzitter Emre Kanik is het echter niet eens met wijze van presentatie aan PS door het college. De keuze over het beste scenario leek door de Gedeputeerde Staten al gemaakt zonder beschouwing van de Provinciale Staten. Dit is voor D66 niet aanvaardbaar.

De kaderbrief kiest voor het doorvoeren van structurele bezuinigingen en voor het inboeken van de verwachte autonome groei van het wagenpark. Deze structurele bezuinigingen zouden als gevolg hebben dat provinciale taken minder goed uitgevoerd kunnen worden. De natuur, de energietransitie en de klimaatmaatregelen komen dan in gevaar.
Daarnaast gaat de kaderbrief uit van een groei van de inkomsten uit de motorrijtuigen door een schatting van toename van het aantal en/of het gewicht van auto’s. Deze groei is nog onzeker en voor D66 onwenselijk. Een groei in het aantal auto’s op de weg zou gepresenteerd moeten worden als achteruitgang voor wat er politiek is bereikt de afgelopen jaren op het gebied van duurzame mobiliteit en niet als een vorm van autonome groei voor de provinciale portemonnee. Geven we een politiek signaal af dat we het wel ok vinden dat onze inwoners vaker de auto pakken of continueren we het verduurzamingsbeleid van de afgelopen 4 jaar? De provincie heeft staand beleid voor een toekomst met duurzame mobiliteit met onder meer deelvervoer, mobility as a service, woningbouw bij OV-knooppunten en betere fietstrajecten? Het vergroten van het wagenpark past niet bij de ambities van D66 en ook niet bij het Perspectief Mobiliteit van de provincie waarin verduurzaming van de mobiliteit essentieel is voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Alle sectoren moeten hier een bijdrage aan leveren.

De kaderbrief wordt een bespreekpunt in de volgende Provinciale Statenvergadering op 10 juli.

Emre Kanik - Beeld: ConnyvS